Tijd voor een echte Armeens khorovats! Armenen nemen barbecuen enorm serieus en Sandra van 3G’s Camping, waar we verblijven, gaat ons laten zien hoe. ’s Ochtends gaan we eerst met haar naar de slager. Sandra raust over de wegen met gaten en vertelt ons dat ze meerdere keren per jaar haar schokbrekers vervangt. Gek, hè? De ‘slager’ is nauwelijks herkenbaar; er staat een tafel met een zeiltje en een weegschaal erop. De vrouw zwaait een grote varkenspoot tevoorschijn en hakt er met hakmes en bijl grote hompen van af. Daarna gaan de grote stukken en een met water omgespoelde afwasteil en bestrooit ze het vlees met kruiden. In een plastic zak er mee en klaar. Dan naar een supermarktje dat er onverwacht goed uitziet en prima kippenpootjes heeft. We kopen er ook wodka en bier.
Dan rijden we samen naar Geghard monastery, dat een echte bijzonderheid blijkt te zijn. Wat kloostermoe als we zijn, is dit toch net weer wat anders. Het klooster heeft twee verdiepingen en is voor een groot deel uit de rotsen gehakt. Eromheen liggen heel veel kleine grotten waar monniken in leefden. Het maakt indruk. We lunchen wat in een weiland. ’s Avonds gooit Sandra een grote bos hout op de bbq en binnen no-time hebben we vuur. De brokken vlees rijgt Joost aan enorm metalen pennen met polakken aardappels ertussen. Salade, brood, witte kaas en verse kruiden erbij en smullen maar! Het morsige plastic kleedje en de teil met kruiden van de slager zijn ver weg. Het begint te regenen en we Facetimen met J&J onder het afdak. Dinsdag 17 mei is een luie dag. We liggen in de zon, durven het koude zwembad in, boeken een hotel in Yerevan en doen wat boodschapjes; dat was het ongeveer. ’s Avonds gaat Sandra Nederlandse installateurs halen van het vliegveld en wij passen op het huis. Het regent flink.
Woensdag de 18e nemen we afscheid van Sandra; het was een puike plek om te overnachten en erg gezellig. We gaan het rondbazuinen. We rijden op de navigatie redelijk eenvoudig dwars door Yerevan naar Hotel Hrazdan (per ongeluk zelfs onderlangs de Cascade!). We checken in en vinden een prima kamer (70€ met ontbijt). We gaan direct de stad in. Het is lekker weer en kijken onze ogen uit. Yerevan is een heel ander Armenië en we drinken cappuccino met gebak. We bekijken de Cascade, een enorm gebouw dat lijkt op een waterval. Erbij staan veel moderne beelden en erin is een modern museum (Cafesijan). Het begint te regenen, dus we gaan binnendoor van bovenaf naar beneden door het museum; heel bijzonder. Daarna langs de opera naar North Avenue, een wat leegstaande poging tot een luxe winkelstraat. We zien veel buitencafe’s waar muziek gemaakt kan worden, maar het is er het weer niet naar. Hip/modern en oud-Sovjet wisselen elkaar snel af wanneer we achter Republican Square in een heel ander deel terechtkomen. Uiteindelijk belanden we bij Hans & Franz voor wat lekkere wijn en hapjes. Bij het ontbijt de volgende ochtend luide popmuziek en veel nietsdoend personeel; wat training zou hier wonderen doen. Ze zijn vooral met zichzelf bezig en dat zien we meer in winkels en restaurants (we zijn verwend). We gaan met de auto naar het Genocide monument. Er is een herdenking gaande van de genocide van de Pontische Grieken (?),
hoe dan ook indrukwekkend. Het museum bevat erg veel teksten en verrassend veel fotomateriaal van een bizar en dramatisch stuk geschiedenis waar wij nauwelijks weet van hebben. Zoveel ellende en doden, nauwelijks te bevatten (maar de foto’s spreken voor zich). Het Armeense rijk was behoorlijk groot, maar is systematisch door diverse moordpartijen en deportaties gedecimeerd. De grote boosdoener was het Ottomaanse regime (Turken, dus) en in het museum wordt er fijntjes op gewezen dat de Duisters ook nog een rol speelden. De genocide is er de oorzaak van dat de grens tussen Armenië en Turkije nog altijd gesloten is. We zijn nu toch in the mood dus door naar Mother Armenia; een waanzinnig groot standbeeld te midden van tanks en raketten. Joost parkeert even tussen de tanks. Het militair museum eronder is een aaneenschakeling van verering van Armeense militairen. Een mevrouw doet braaf voor en achter ons het licht aan en uit, maar we zijn er zo doorheen omdat er nauwelijks Engelse teksten te vinden zijn en we de portetten en uniformen al snel gezien hebben. We kopen wat broodjes in een woonwijk en eten die in een parkje op, terwijl een paar jongetjes hun Engels op ons oefenen, leuk. We zoeken Toyota Yerevan op om de olie te laten verversen. Het is een prachtige moderne garage (met een lege showroom). We worden gelijk geholpen en kunnen de vorderingen volgen op televisieschermen in de wachtruimte. We zien de monteur wel erg lang peuteren bij het linkervoorwiel en de jurist (?!), die Engels spreekt legt ons uit dat er toch wat vervangen moet worden. De auto gaat de brug weer op zodat de monteur kan demonstreren wat er mis is met de ophanging. Originele onderdelen bestellen duurt een maand, dus hij raadt ons aan andere onderdelen te monteren, maar die moeten we dan wel zelf gaan kopen in de stad, De man doet zijn uiterste best, belt rond, geeft ons de onderdelennummers en de Armeense beschrijving mee en even later zijn we op weg naar een onderdelenshop in de stad. Het verkeer is nu erg druk, maar als we er aan komen, liggen de onderdelen al klaar. Wel pech, want dezelfde onderdelen zijn vervangen voor we vertrokken en die horen na 12.000 km nog niet versleten te zijn! Snel terug naar het hotel en we laten de wijn en tapas goed smaken op een terras in de stad. ’s Avonds skypen we met Harry (uit Bolivia), broer Paul en Rob & Mir. Reuze gezellig!
Vrijdag dus terug naar Toyota om de onderdelen te laten monteren. Dat duurt wel even en dus typ ik mijn verslag in de wachtruimte met prima Wi-Fi. We ontmoeten nog een Duist stel met een Landcruiser, die een soort plateau op het dak hebben, waar ze hun tent kunnen opzetten. Wat zijn wij toch luxepaarden! Daarna naar de Carrefour om lekker in te slaan en we rijden richting Sevan. Bij Hrazdan gaan we de vallei in richting Meghradzor op zoek naar een kampeerplek. Was het in Yerevan 28°, bij Hankavan is het kwik gedaald naar 9°! Uiteindelijk vinden we bij een leegstaand sanatorium een plekje. Heel rustig, maar zoals overal komen er toch weer mensen langs
Zaterdag worden we wakker met een zonnetje en rijden daarna binnendoor naar Lake Sevan. Verderop langs het meer bij Noratus denken we te picknicken, maar de zijweg is werkelijk bar en boos, dus we draaien om. Bij het klooster Hayravank krijgen we gezelschap van Sofie en Jo die op Husqvarna-motoren op weg zijn naar Mongolië (www.desinationworld.be). We wisselen gezellig tips uit. Op Facebook zie ik later dat
ze onze tip van camping 3Gs hebben opgevolgd! Het is inmiddels lekker warm. Bij Dilijan gaan we richting het Yukhtavank monastery op zoek naar een plekje. We zien er een langs de rivier maar gaan toch even verder. Twee SUV’s gaan het pad op richting het klooster en na een paar kilometer glibberen, stoppen ze en gaan lopen. Joost is in een optimistische stemming en rijdt (zonder overleg!…”je had toch nee gezegd”) in een enorm diep modderspoor. We zitten direct muurvast omdat een grote steen het uitrijden belemmert. De mensen bieden aan een tractor te gaan halen, maar we gaan het eerst zelf
proberen. Mijn portier gaat niet open en we stappen beide op blote voeten aan Joost zijn kant uit. We proberen de achterwielen uit te graven, maar de modder is erg diep. Ik zak bij het voorwiel tot mijn knie er in, jekkes. Achteruit rijden, ook over de rijplaten, werkt niet. Ook al vind ik het geen goed idee, Joost besluit om de auto er aan het enige boompje in de buurt onder een hoek uit te lieren. Het oefenen in Polen heeft gewerkt, want even later staan we, weliswaar dwars, op hardere ondergrond. De auto recht krijgen lukt niet, want die glijdt steeds weer terug in het modderspoor. Met twee sleeplinten aan elkaar en een nagenoeg afgerolde lier lukt het om de auto aan een ver gelegen boompje recht te trekken. De omstanders staan vreemd te kijken naar een dame op blote voeten in de modder met een sleepkabel in de handen: “What are you doing? You can walk to the monastery. It is very close by.” Ja, bedankt. Het klooster zien we niet en opgelucht, maar onder de modder gaan we naar het plekje aan de rivier dat we eerder gezien hadden. Joost is een uur bezig om de wielen moddervrij te krijgen. We spoelen de onderbenen en broeken in de rivier uit. Het loopt met een sisser af. Een lekker pastaatje dan maar.
Zondag vinden we in Dilijan een autowasser die grondig de auto schoonmaakt. Hij heeft zelf een prachtig Jeep met alles erop en eraan, dus snapt het wel. We rijden door naar Iljevan, want daar is een winery. We zien al een lekker lunch voor ons, maar Iljevan blijkt een sneu dorp te zijn en de winery is slechts een winkel. Terug via Dilijan naar Vanadzor. We rijden door een prachtige vallei met Russische dorpen. Het wordt koud en regenachtig en de lunch wordt later en later. In Vanadzor vinden we een leuk Jazz Cafe en eten er een prima late lunch van lamsvlees met walnoten-roomsaus. Op zoek naar een slaapplaats rijden we richting de Debed vallei en de grens met Georgië. De weg is gruwelijk slecht. We komen een Jeep met caravan tegen! Hoe bedenk je het?! De vallei is steil en er zijn weinig plekjes en dus vragen we bij Hotel Arush of we er mogen staan. Hij vraagt 5000 Dram, achteraf bezien belachelijk, maar we staan weer. ’s Avonds vertrekt iedereen en gaat de deur op slot. Verwarming aan en film kijken. Morgen zien we wel weer verder! Het was een rare week van luxe vakantie en afzien met kou en modder. Op naar Georgië!
Iedereen die met ons meeleest en berichtjes heeft gestuurd, allemaal hartelijk dank daarvoor. Erg leuk voor ons om te ervaren dat we niet alleen reizen 😉
Liefs, Marijke