Onze laatste dag in Armenië rijden we door de Debed Vallei naar het Noorden. De vallei is weelderig groen. Hier en daar wordt de weg gerepareerd. Dat gebeurt hier in 3 fasen: 1)
gaten uitfrezen, 2) randen prepareren en 3) gaten opvullen met asfalt. Helaas kan er nogal wat tijd zitten tussen fase 1 en 3 en dan zijn de gaten in de weg extra groot! Bij Alaverdi bezoeken we het Sanahin klooster uit de 10e eeuw. Een jongedame biedt zich aan als gids en spreekt Engels. Het klooster bij Haghpat hebben we
geen zin meer in en we rijden door naar de grens bij Sadakhlo. Om kwart voor twee draaien we het grensterrein op en iets meer dan een half uur laten staan we in Georgië. Aan de Armeense grens betalen we 7600 dram voor de exit. Aan de Georgische kant zijn geen kosten en heel geïnteresseerde grensbeambten. In Sadakhlo wisselen we de drams in lari en pinnen nog wat extra. Dan rijden we door Marmeuli. Een grote stad waar we per ongeluk over een drukken markt rijden. Eigenlijk willen we in een hotel overnachten o te douchen, maar we zien niet echt wat geschikts. Dan maar door richting Maglisi. We rijden door prachtig groene heuvels met erg weinig bebouwing, maar geschikte kampeerplekjes zien we ook niet. Het begint ook te regenen. Als we in Marglisi aankomen, moeten we wel even grinniken. We dachten een redelijk stadje aan te treffen met mogelijk een hotel, maar het dorp ziet er armetierig uit. Het wordt al laat, maar we rijden nog even door. Dan zien we langs de weg een kebab-restaurantje. We vragen of we wat kunnen eten en dat kan zeker, want de barbecue staat al te roken. We mogen in de ‘salon’ plaatsnemen en krijgen salade, kaas, brood, wordt en kebab. Zij is Armeense en spreekt wat Engels. Natuurlijk kunnen we achter het restaurantje overnachten, geen probleem. Heel wat auto’s en bussen stoppen op deze plek omdat er een waterbron is. Als het schemerig begint te worden, krijgen we een onprettige verrassing. Ze hebben geen stroom en dus moet de bezinegenerator aan en die staat, jawel, direct achter onze auto: stank en herrie! We verzetten de auto, maar dan staan we scheef. Als de eigenaar en het personeel vertrekt rond 10 uur, zetten we de auto weer terug. Helaas is de herrie niet afgelopen, want de hele avond hebben we blaffende honden en auto’s die langskomen.
Dinsdag 24 mei begint als een mistroostige dag. Het landschap is bar, het weer koud (10°) en regenachtig, de dorpen grauw en modderig. Bij de kebab-tent hebben we ontbijt afgeslagen en hebben het idee iets lekkers te halen bij een bakkertje. Mis. Als we Tsalka inrijden kijken we onze ogen uit. De straten zijn opgebroken, als voetganger kun je er
nauwelijks lopen en de winkels hebben erg weinig te bieden. Van armoe kopen we voorverpakte zoete croissantjes en een brood. Het hotel, waar we gisteren nog aan dachten, ziet er slecht uit. In Ninotsminda. Vlak bij de Turkse grens, ziet het er beter uit. Joost weet melk te scoren (in Armenië konden we moeilijk aan melk komen, want iedereen heeft een koe). Als we voorbij Alkhalkalaki zijn wordt de vallei mooi groen en prachtig. Bij Khertvesi staat een stoer fort op de rotsen en met dit donkere regenachtige weer, ziet het er nog mysterieuzer uit. We rijden naar het Zuiden de vallei van Vardzia in. Ook al is het weer pet, de vallei is grandioos. In de 10e eeuw zijn hier kastelen en kloosters gebouwd en in grotten uitgehakt op de meest onvoorstelbare plekken. Er verschijnen ook bordjes van guesthouses en hotels, dus die douche moet goedkomen. We rijden omhoog bij de Vani Caves, een klooster uitgehakt in de rotsen. Het weer klaart even op. We zien alleen een monnik in zwarte pij, verder zijn we alleen. De klim naar het klooster is steil en ook het klooster zelf is niet voor mensen met hoogtevrees, zoals ik. Kleine trappetjes en steile gangetjes leiden naar boven. Het witte kloostertje zelf lijkt hoog tegen de rotswand
geplakt. Ook Joost komt niet zo ver, de gaten in de rotswand zijn niet voorzien van hekjes…..Beneden in de rotswand wonen daadwerkelijk mensen; we zien een waslijn, ramen en pasgeklooft hout. Heel bijzonder. Bij Vardzia Cave Town kletsen we even met een Duitse overlander in een oranje Mercedes bus, hij had onze Exkab al gespot. Dan rijden we door naar Valodia’s Cottages. Dat blijkt een goede zet. De familie is erg ondernemend en de paar cottages zijn inmiddels aangevuld met twee gebouwen van 3 verdiepingen met hotelkamers rondom een enorme groentetuin en tomatenkas. We krijgen een prima kamer (40 Euro halfboard met superwifi), ook al moeten we wel 20 minuten de kraan laten lopen voordat het water uit de zonneboiler onze kamer heeft bereikt. We douchen lang…..Om acht uur schuiven we aan voor het diner. Het enen na het andere gerecht blijft komen en alles smaakt fantastisch en huisgemaakt. Aan de tafel naast ons zit een grote groep mannen (monteurs blijkt late) die ons witte wijn aanbieden uit een enorme plastic 6L container. Ze hebben het reuze gezellig en uiteraard komt later ook de chacha tevoorschijn. Chacha [zjazja] bevat 45 tot 55% alcohol en is echt niet te zuipen (vindt ook Joost). De mannen hier slaan het met grote hoeveelheden achterover maar vooral nadat ze staand een bloedserieuze toost hebben uitgebracht, onder aanvoering van een tostada of
toostmaster. Als ze Joost vragen om er bij te komen om te toosten, mag ik ook wel, maar ik moet wel zitten op een stoel, dat hoort zo. Er wordt met mij ook niet getoost…… Ook bij het ontbijt de volgende ochtend staat de witte wijn, begint een enkeling met een biertje en komt zelfs de chacha weer op tafel, ongelofelijk. Het werken kan blijkbaar wel even wachten. Het ontbijt is heerlijk uitgebreid. Eigenlijk willen we niet weg hier. We maken eerst een wandeling van 2 uur naar het volgende dorpje. Het is warm en de zon fel. In het dorp zelf is wandelen geen pretje: modder en koeienvlaaien. We skypen met Noor vanaf de parkeerplaats en lunchen op een prachtige plek tegenover de cave town. Even later worden we gevraagd daar weg te gaan, want er komt een enorme cameraploeg en enkele vrachtwagens met militairen voor, blijkbaar, een promofilmpje. Daarna bezoeken we Vardzia Cave Town, werelderfgoed. Het is moeilijk te beschrijven, maar in een lange
rotswand zijn in de 12e eeuw zo’n 400 kamers, 13 kerken en 25 wijnkelders uitgehakt. Er woonden zo’n 2000 monniken! Via trappen en gangenstelsels kun je er doorheen en dat is een hele belevenis. De hoogte, steile wanden en nauwe tunneltjes vind ik maar niks. Het is een ongelofelijk complex en vooral de kerk met voorportaal en fresco’s is indrukwekkend! Na een biertje op een terras, gaan we terug naar Valodia en vragen of we mogen overnachten op de parkeerplaats en mee kunnen eten. Geen probleem, geregeld. Nu is het eten ook weer heerlijk en we skypen met Esaï en Jaap, glashelder.
Donderdag hebben we een laat ontbijt en de zon schijnt heerlijk. Vanuit de cave town hebben we een klein weggetje gezien aan de overkant en die wil Joost graag rijden. De weg leidt naar Apni en is inderdaad uitdagend, maar het uitzicht werelds (zie filmpje). Bovenop rijden we over kale vlakten richting Alkhalkalaki. Daar doen we uitgebreid boodschappen op de
markt. Dan wilen we naar Bakuriani, een ski-oord aan een prachtige weg, zo hebben we gehoord. De weg is echt vreselijk slecht en vermoeiend en halverwegen worden we gestopt door een man die ons verteld dat de pas gesloten is. Hmmm. We draaien om en vinden een plekje vlak voor Khertvisi in de groene vallei waar we al eerder door gereden zijn. De zon schijnt inmiddels en we staan in een bloemrijk alpenweitje, onzichtbaar vanaf de weg. We zien alleen een hond en een oud mannetje dat bij Hollandia begint over de vrouw van ex-president Saakashvili, de Nederlandse Sandra Roelofs. Grappig. Ook de volgende dag schijnt de zon en ontbijten we (zoals altijd) uitgebreid met fruit en muesli. De vallei is prachtig en in Aspindza shoppen we koekjes en brood. Als we naar het Sapana klooster willen, blijkt de weg dicht. In Akhaltsikhe [agaltsigee] lopen we wat rond in het levendige centrum en bezoeken in het oude wijk het fort. Het fort is een bijzondere verzameling van
huizen, kerk, moskee en paleizen, maar werkelijk lachwekkend gerestaureerd. Het lijkt allemaal gloednieuw en dat slaat de plank behoorlijk mis. We zijn er snel doorheen. In een zijweg nar Abastumani zoeken we een lunchplek, maar dat vat niet mee. Abastumani Resort lijkt uit vervogen tijden met vervallen enorme statige villa’s. We besluiten net in het Borjomi-Karchauli National Park bij een visrestaurantje wat te eten. Als we de gebarbecuede forel net op het bord hebben, komt het met bakken uit de hemel, onweer en wordt het koud. Het woud is hier erg dicht en modderig en dus belanden we op een picknickplaats in Abastumani Resort. Het is nat, modderig en ’s nachts krijgen we gezelschap van 3 paarden (?!). Als we zaterdag vetrekken uit Abastumani regent het en het is koud. We rijden richting de Goderdzi pas. De weg is ruig en wordt alleen maar ruiger. Gelukkig knapt het weer op en de omgeving is schitterend. Als we boven op de pas zijn, zien we sneeuw en houten huizen. Aan de andere kant zien we zowaar een skilift! Onderweg zien we heel veel kuddes koeien die de berg op gaan begeleidt door verrassend jonge hippe herders. Op de weg zien we oude vrachtwagens met gezinnen erin en hun hele hebben en houwen (en soms ook nog koeien). Bij navraag blijkt dat dit de periode is, dat de mensen met hun kuddes naar de hoger gelegen weiden
verhuizen. Een ware koeienmigratie dus! Richting Khulo wordt de weg niet beter en we passeren een shovel die probeert de weg wat te repareren. De weg is smal en steil. In de middag begint het ongenadig te hagelen. We proberen te schuilen onder een boom, want de stenen zijn zo’n centimeter groot en knallen op de auto. Na Khulo wordt de weg beter en het weer ook. Om een plekje te vinden slaan we een zijweg in naar de Furtio Old Bridge (12e eeuw). Ernaast zien we een restaurantje waar zo te zien een groot diner gaan is buiten. We mogen op de parkeerplaats staan en al gauw worden we uitgenodigd om bij een politieman en zijn vrouw en vriend wat te drinken. Het eten dat nog op tafel staat ziet er goed uit en we krijgen witte wijn en proosten op Hollandia-Georgia friends! (meer lukt ook niet). De grote tafel buiten is gedekt voor een grote groep ouderen die elkaar kennen van
50 jaar geleden middelbare school. Als we wat te eten bestellen, ontdekken we dat er ook nog een feest aan de gang is in het aanpalende houten gebouw. Het is een groep middelbare scholieren die zojuist geslaagd zijn. De meiden zien er uitbundig uit en willen graag met ons op de foto. We worden uitgenodigd om binnen te dansen, taart te eten en uiteraard te toosten. Gezellige boel! Beduusd van alle aandacht gaan we naar bed en de herrie gaat nog lang door.
De volgende ochtend drinken we Turkse koffie met chocoladetaart met de eigenaar en vetrekken we richting de rest van de Ajara vallei en Batumi. Als we stoppen in Shuakevi hoort Joost gezang ergens vandaan komen. Een hoteleigenaar vertelt dat het een folkgroep is die aan het oefenen is. We gaan het cultureel centrum binnen en maken kennis met een jongedame die het koor leidt en prima Engels spreekt. Ze laat ons kennis maken met de directeur en neemt ons mee naar de repetitie. Blijkbaar is er morgen een folk-festival in Poti en daar wordt hard voor geoefend. De heren zingen indrukwekkend en het is een vrolijke boel, geweldig (zie filmpje). We mogen ook nog even kijken bij de dansgroep, waar tot onze
stomme verbazing ook de kokkin uit het restaurant waar we vannacht geslapen hebben, aanwezig is. Schitterend om de oudere mannen te zien dansen, maar de groep heeft nog wel wat oefening nodig! Als we doorrijden en op zoek naar een winery stoppen, ontdekken we olielekkage onder de auto. Joost trekt een overall aan en gaat aan de slag om de under-car-protection en onderuit te halen. Dan is goed te zien, dat de oliekering lekt. Direct naar Batumi dan maar. Onderweg laat Jost nog even de gasfles vullen (hier staan gasmannetjes langs te weg met een tankwagen superhandig) en ik zoek op booking.com een hotel. Batumi is een grote stad en de wijk waar het hotel in staat lijkt op een war-zone, Alle trottoirs liggen open. Hotel Family vinden is geen sinecure, want ze hebben geen uithangbord (vanwege de belasting). Na wat navragen vinden we het en we krijgen een enorme kamer met balkon en airco voor 40 Euro. We eten heerlijk aan de overkant.
Het was een weer een afwisselende week met onverwachte ontmoetingen. Morgen naar de garage en Batumi ontdekken! Over een week komen Noraly, Esaï en Naomi!
Naast foto’s heb ik nu ook filmpjes neergezet in het Album Iran Overland op: Google foto’s
Liefs,
Marijke