Categorie archief: 2007 Peru Bolivia

Het is bijna zover

Het is bijna zover, op 29 april vertrekken wij voor 3 maanden naar Zuid-Amerika. Onze reis begint in Bolivia, in een klein paradijsje dat gerund wordt door 2 Nederlanders. Kijk maar eens even: www.lavispera.org. Wij logeren in ‘La Sweet’ (zie foto’s). Een heerlijk vooruitzicht. Daarna hebben we lekker (bijna) niets gepland. Op 29 mei vertrekken we met een georganiseerde motorreis vanuit Arequipa, Peru voor een lange tocht van 3000km. Kijk op de link www.perumotors.com onder Trans Andes Challenge. Ook een mooi vooruitzicht!

Aangekomen in Lima

Gisteravond zijn wij prima aangekomen in Lima  en hebben vannacht heerlijk geslapen bij Toon in zijn hostal Mami Panchita. Door Marijke´s ouders zijn we zondagochtend weggebracht naar Schiphol en lang leve de Internet-checkin, want de rijen waren super lang. De vlucht was prima (12 1/2 uur) en we werden opgewacht op het vliegveld. Nog even wat gekletst met een andere Nederlander en vroeg naar bed. Vandaag gaan we Lima in op zoek naar het postkantoor om Joost zijn motorkleren op te sturen naar Arequipa. Vannacht vliegen we door naar Santa Cruz in Bolivia. Morgen ochtend hopen we dan in Samaipata aan te komen voor een paar dagen ´niks´.

Un paraíso holandés

Het versturen van Joost zijn motorkleding is gelukt! De juffrouw op het postkantoor wilde het apakket perse openmaken, maar Joost zijn charmes wisten dat te voorkomen. We hebben wat rond de Plaza de Armas rongelopen en in de luxere wijk Miraflores, maar het kan ons niet zo bekoren. ´s Avonds terug naar Toon wiens chauffeur ons naar het vliegveld scheurt. ´s Nachts doorgevlogen via La Paz naar Santa Cruz. Lees verder

Roddels, vallend gesteente en regen…

Vrijdag 4 mei 2007. Nog even iets over Samaipata. Eigenaar van La Vispera Pieter is terug uit Santa Cruz en vertelt ons de avond voor vertrek dat 6% van de bevolking buitenlands is, en dat in zo´n gat! Volgens hem is het klimaat uniek, de zuivere lucht en de mensen. We vinden het zelf ook een Dsc_3377 bijzondere plek. Hij vertelt ons verder dat hij zich gespecialiseerd heeft in het restaureren van vleugels (Steinway) en dat in Bolivia. Verder deelt hij een aantal roddels met ons over de Duitsers in het dorp (hij gebruikt een ander woord). Twee maanden geleden is er 1 vermoord (pedo?) en een Duitser heeft zijn landgenoot neergeschoten (hij heeft het wel overleefd). Boven La Vispera is Giovanni (een Boliviaanse Italiaan met Amerikaanse werkervaring en Braziliaanse vrouw) een soort vakantiedorp aan het bouwen. We hebben hem juist ontmoet en kunnen er helaas niet even gaan kijken. Pieter vindt het allemaal prima zoalng ze niet aan zijn paradijsje komen.

Zaterdag 5 mei. We wachten op een taxi maar die komt maar niet. Even later blijkt waarom, de weg richting Santa Cruz is bedolven onder een landverschuiving. Qua belangrijkheid is de weg toch een soort A50, maar stel je er niets van voor. Pieter belt Ben en er komt direct een taxi. Na een half uur sluiten we aan bij een lange rij auto´s vrachtwagens en bussen. Iederen loopt een beetje rond en eet sinaasppels. De chauffeur en Joost gaan kijken en ik blijf bij de auto. Dat wordt wat penibel als alles gaat rijden en onze taxi midden in de weg staat. Iemand springt er in en rijdt de auto een stuk verder, prima toch. Even later lijkt het schoongeveegd en zijn we bijna aan de beurt om te rijden. Een bus wordt erdoor gelaten maar de rotsen komen nog steeds naar beneden. Tot overmaat van ramp valt de bus stil en schieten tientallen mensne als mieren te hulp om de bus te duwen. Als wij aan de beurt zijn staat er langs de verschuiving allemaal mannetjes te roepen wanneer het veilig is om door te rijden. Op de foto zie je dat we gebukt naar boven kijken om te zien of er wat valt! Dsc_3390 OPgelucht rijden we verder en zien een troep soldaten aankomen die de boel hopelijk verder gaan opruimen (volgende week willen we er met de bus langs). Dan slaan we van de weg af een zijweg in die naar onze maatstaven echt alleen geschikt is voor 4WD. Maar de taxi´s hier zijn niet voor 1 gat te vangen en hotsend en botsend komen we boven. Daar staat Clemente met een kleine Jeep klaar (stel je ook hier niets van voor, het is een wonder dat het ding nog rijdt). We gaan ongeloofelijk steil naar beneden over een pas dat net een Jeep breed is en diverse malen afschrikwekkende afgronden passeert. Hij vertelt dat we weg een jaar heeft gekost om te maken en na heftige regeval 4 maanden om weer te repareren. Na een half uurtje Dsc_3400 zien we de refugio LosVolcanes liggen aan de rand van het Amboró national park, wat een prachtig gezicht! Helemaal in de middle-of-nowhere. Het verblijf heeft verlichting op zonnecellen, de comedor (restaurant/keuken) doen ze op waterenergie. We zijn de enige gasten. In de zon is het heet; in de schaduw zo´n 24 graden. Vanuit de hangmat ziet het er na een prima lunch nog beter uit. Dan gaan we lopen met een gids. Het gaat steil omhoog en al snel zijn we helemaal nat. Prachtige uitzichten en dicht woud met ongeloofelijk veel verschillende bomen, planten en orchideeën (die nu niet bloeien helaas). We zien jammer genoeg weinig volgens, wel de sporen van een soort otter. We komen ook een Duitse biologiestudent tegen die geringde vogels probeert te spotten: al 8 in 4 dagen, volhouden jongen! ´s Avonds krijgen we een bijzonder maaltijd voorgeschoteld met Boliviaanse wijn, heerlijk, hoe krijgt ze het hier voor elkaar. We drinken gefilterd water en zover we nu weten is dat goed gegaan. Om 8 uur verdwijnt de kokkin en familie (gidsen en kindertjes) en zijn we alleen. We doen zelf het licht uit. Het is echt aardedonker.

Zondag 6 mei. Na een wederom ongeloofelijk uitgebreid ontbijt gaan we op pad. Het is een wandeling van 3 uur, maar blijkbaar is er niets mis met onze conditie, want na 2 uur zijn we al weer terug. Dsc_3454Jammer, we hadden liever wat langer gelopen. We zien wel apen, orchideën, en bromelia´s. Er zijn hier ook veel vlinders maar die blijven helaas ook voor mijn camera niet zitten. ´s Middags lopen we een kort rondje naar wat watervallen. Het blijkt dat we enorm zijn gestoken Joost zit echt onder de beten (jeuk!). Toch iets beter smeren.

Maandag 7 mei. We staan op en de wolken hangen heel laag bovendien regent het zachtjes. We gaan op pad en dan begint het te donderen en flink te regenen. Niet prettig tussen de bomen. We gaan sneller terug. Het ziet er niet goed uit en ik maak me ongerust over de staat van de weg naar boven. Ik zie ons al glibberend met de Jeep de afgrond inrijden. Na de lunch blijft het donderen en regenen. en Clemente vindt het een goed idee als wij naar boven lopen en hij voorzichtig met de Jeep en de baggage naar boven gaat. Hij legt uit de de remmen ´ruinado´ zijn. Zo gezegd zo gedaan. Met lange oliDsc_3462ejassen aan lopen we naar boven. Dames en heren, dit is een mega-fitness klim. Supersteil en met zo´n jas aan superheet. Het regent er ook nog bij. We zien onderweg nog wel bijzondere beesten in de bomen. Bijna boven hoor ik de Jeep aankomen en tot mijn stomme verbazing springen de kokkin en haar man en kind uit de Jeep vlak voor ze bij mij zijn. Ik kan er niet om lachen en probeer boos te zijn in het Spaans. Hij zegt nog iets over dat zijn zus heldhaftig de auto van de afgrond heeft weggeduwd, maar haar schone slippertjes zeggen mij iets anders. Wij zitten behoorlijk onder de modder en zijn helemaal nat. Ik ben pissig. Als we boven zijn wil hij ook nog dat de zus er weer bij inkomt maar dat gaat me echt te ver. Die auto is al overbeladen. In de auto (een open Jeep met een lekkend dekzeiltje) wordt ik verder nat. Godzijdank staat er als een wonder even later een taxi te wachten. Koud en nat stappen we in en 1 1/2 uur later worden we in Residencial Bolivar afgezet in Santa Cruz. Dat is bepaald geen luxe hotel en mijn humeur zakt naar een dieptepunt. Alles nat en koud, bah. We maken de avond goed door heerlijk te eten bij La Casona van een Duitser met goede wijn en een bijzonder animerend gesprek met een Rus van 51  (zie je echt niet) die programmadirecteur voor Rusland blijkt te zijn van het Wereldnatuurfonds. Hij spoort ons aan om Kamchatka op onze lijst met reisdoelen te zetten. Erg gezellig.

Dinsdag 8 mei. We zitten nu in Santa Cruz en hebben omdat het ons niet op een andere manier lukte een driedaagse tour geboekt langs de Jesuitenmissies in het Noordoosten van Bolivia. Ver rijden maar we hopen de moeite waard. Santa Cruz is een drukken vieze stad nog groter dan La paz. Niet echt leuk. Na de tour, bij terugkomst in Santa Cruz gaan we gelijk door met de bus via de Che Guevara route naar Sucre. Daar vallen we buiten de Lonely Planet en dus het echte reizen. We verwachten daar geen Internetcafe´s! Verder prima gezond (afgezien van wat jeuk)! Ciao en liefs, Joost en Marijke

Spierpijn bij kaarslicht

Zondag 13 mei. We komen aan het einde van de middag per vliegtuig aan in Sucre en laten ons door een taxi naar het hostal Cruz de Popayan brengen. Alles is hier prima geregeld, het hostal heb ik per Internet gereserveerd en we zijn nog geen enkele keer door een taxi afgezet. De mensen hier zijn vriendlijk en we voelen ons absoluut veilig. Het hostal is een oud gerestaureerd gebouw met Dsc_3628_2 binnenlaats en de kamer is enorm met TV. Als we Sucre ingaan overvalt ons een cultuur schok: wat een toeristen! wat een gezellige cafes! We laten het heerlijk op ons afkomen onder het genot van een flesje Boliviaanse wijn. De darmen zijn wat rustiger en we proberen een vegetarische pasta. Het is superdruk en het duurt even voor we begrijpen dat het Tarabuco dag is. De meeste mensen die hier komen gaan op zondag naar de markt in Tarabuco en stikt het van de groepen. Maandag 14 mei. De volgende dag gaan we maar eens de stad rondlopen en krijgen een prettige indruk van een levendige mooi stad. Dsc_3669_2 De markt is een hele belevenis. We willen zeker niet de hele week in Sucre blijven en proberen een hostal te regelen in de bergen, dat wil niet lukken. Wat tegenvalt is dat je hier alles moet regelen, je kunt er nauwelijks zelf op uit. Dit wakkert een grote regellust in mij op tot grote ergernis van Joost (ach we komen er wel uit) Bij Joy Ride Cafe (van Nederlanders) kunnen we een 2 daagse tocht regelen naar de Cordillera. Bij Joy Ride kun je uitstekend eten en de groenten worden er gedesinfecteerd (staat op de kaart, ha, ha), lekker sla eten dus! Joost zijn sigaren voorraad slinkt schrikbarend en dus gaat hij op zoek naar sigaren (en dat lukt). Er wacht een voorraad in Arequipa (vooruitgestuurd) maar dat duurt Joost te lang.

Dinsdag 15 mei. Vandaag hebben we een dag ´over´ en besluiten we Harry te gaan opzoeken die we in het vliegtuig uit Santa Cruz hebben ontmoet. Harry is timmerman en imker en werkt voor een seminarie Het is een flink stuk lopen door de stad en dus wel lekker (het zonnetje schijnt). Onderweg brand ik de eerste 150 foto´s op CD. Als we bij Harry aankomen is hij net aan het lunchen en aan het skypen met zijn vriendin Connie (we kijken onze ogen uit in zijn mooie appartement met ADSL verbinding! in de context van de omgeving dan, hè) . Hij kan zijn geluk niet op dat we langskomen want hij nodigt wel vaker mensen uit maar ziet ze vervolgens niet. Hij vertelt honderduit over bijen en laat onsDsc_3647_2  zijn timmerwerkplaats zien. Hij blijkt 73! Zijn ´aanstaande´ is 20 jaar jonger en van plan naar Bolivia te komen. Het geluk straalt van hem af en we genieten ervan om bijna twee uur op bezoek te zijn. We drukken hem op het hart vooral langs te komen in Nederland. ´s Avonds kijken we de film The Mission met Robert de Niro die gaat over het stichten van de missies in de omgeving van Paraguay).

Woensdag 16 mei. Om 8 uur ontbijt in het Joy Ride Cafe en onze gids Henrry haalt ons op (hij spreekt Engels, niet goed voor mijn Spaans wel erg handig). We rijden met een busje naar de start van een Dsc_3683_2 Inca Trail op ong. 3100 meter. Na bijna 2 uur zijn we een paar honderd meter lager. De omgeving hier is ruig en er wonen hier en daar wat mensen in hutjes. Als we de rivier zijn doorgewaad luchen we onder een boom. Dan volgt 3 uur klimmen over een weg. Het is warm en gelukkig is het bewolkt. De cocabladeren in de linkerwang helpen wel! Henrry leert ons hoe we erop moeten kauwen. Al was het alleen maar psychologisch, ik kan het wel gebruiken. De omgeving is prachtig met heel veel kleuren gesteente (van groen, tot lila en rood). Na 3 uur komen we aan in de krater van Maragua. Het is niet echt een krater maar het is een onverklaarbare kom in het landschap. Het is een pieterpeuterig dorpje waat het Peacecorps een paar cabanas heeft gebouwd. Prachtige huisjes met zonnecellen erop. De eigenaar van de sleuten is echter nog aan het werk op het land en Henrry gaat hem zoeken. Na een urr hebben we de sleutel. Het eerste huisje is gebruikt, het tweede is wel schoon. Het is koud en donker en er blijkt geen electriciteit. Joost gaat on de keuken op zoek naar kaarsen en Henrry lukt het om soep en past te maken bij kaarslicht. De eigenaar maakt ondertussen het toilet al moet hij daar wel de zaklantaarn van Joost voor lenen. Deze mensen gaan als het donker wordt naar bed en bovendien moeten ze zorgen voor voorzieiningen die ze zelf niet eens hebben! Het geeft ons een raar gevoel. We betalen samen 100 dollar en nog geen 5 dollar komt bij deze mensen terecht. Gelukkig zijn er enorm veel dekens en goede bedden dus we slapen als een roos (om 8 uur). De spierpijn komt flink opzetten….

Donderdag 17 mei. Henrry heeft het ontbijtje klaar om 7 uur. Eeven water kopen (dat kan gelukkig) en we gaan op pad naar Quila Quila. Deze wandeling gaat over een rotsig pad (er is nu geen weg meer). De ogeving is mooi en de zon schijnt. Tegen 12 uur komen we in het dorpje aan. Het hosatl waar we zouden eten is dicht. We zitten nog maar net of de bus komt er al aan (ik kan nog net achter een huisi gaan zitten). Gelukkig hoeven we niet in de ´stinky truck´ maar is het een echte bys waarin we kunnen zitten. Wat volgt is een 2 uur lange stoffige duizelingwekkende tocht langs diepe kloven over enorm hobbelige paden en we steken zelfs een rivier over. De bus zit vol vrouwen met mooie hoedjes. Verkrampt komen we in Sucre aan. Na een korte taxirit volgt de evaluatie in het Joy Ride cafe (ja, ja). We leggen Laura uit dat we dit niet echt 100 dollar waard vonden, te kort en te slecht geregeld. Primitief prima, maar dan hoort daar ook een andere prijs bij en op z´n minst wat voorinformatie (hadden we een fles wijn meegesleept!). Het management beidt excuses aan en we krijgen de lunch gratis (na aandringen van Joost). Ach ja, wij hebben in ieder geval lekker gelopen en ons op 3000 voorbereid op La Paz. We nemen afscheid van Henrry en nemen een lekkere douche. ´s Avonds doen we ons tegoed aan een flink stuk vlees.

Vrijdag 18 mei. Om 9 uur met de taxi naar het vliegveld voor de vlucht naar La Paz. Een uur vertraging. Om half een komen we aan en laten ons door een taxi naar het hostel brengen. Het uitzicht onderweg is fantastisch. La Paz wordt omringd door besneeuwde toppen en de stad ligt in een gat. Het hostel is simpel. We lopen gelijk de stad in om wat te eten. Wat een vieze stinkstad! Je komt niet alleen adem tekort door de hoogte maar ook door de uitlaatgassen. Het is zo erg dat we maar wat eten laten komen, we gaan de deur niet uit. Morgenochtend vertrekken we naar Rurrenabaque in de Amazone. Van daaruit gaan we zondag met de houten kano (5 uur varen!) naar Chalalan ecolodge, een door de gemeenschap geroganiseerde lodge. Hier blijven we bijna een week. Waarschijnlijk helemaal van de wereld en niet bereikbaar (ach wat erg zegt Jaap dan!). Het gaat ons uitstekend, wij hopen met jullie ook!

¿Más iglesias?

Woensdag 9 mei. We worden opgehaald door Javier in een busje. Hij was er niet op voorbereid dus we gaan eerst naar zijn huis om spullen op te halen. Zijn zoontje Piedro gaat ook mee naar de missies. Hij praat duidelijk Spaans en doet erg zijn best om begrijpelijk te zijn. Mijn spaans is nog steeds onwennig en fursterend. De mensen hier praten snel en weining gearticuleerd. Vragen lukt nog wel, maar ik ben iets te veel bezig met de grammatica! Afijn we rijden de stad uit en na een half uur komen we bij een brug over de Río grande. Dit is maar een baans voor zowel heen, als terug als de trein! We moeten een uur wachten. Ondertussen wil ik naar de WC en Javier neemt me mee het dorpje in naar een vriendin. Ondertussen praten we over Evo Morales en legt hij met uit dat het belachelijk is dat de regering de oliemaatschappijen wil opkopen, ze hebben helemaal geen geld. Verder wil de regering dat de kinderen geen Engels meer leren op school, maar Indianetalen en daar is hij het niet mee eens. Na een aantal uren reizen komen we aan in San Javier waar we lunchen bij een Italiaan Luigi (buitenlanders zitten hier echt overal). Na Concepcion houdt het asfalt op en begint het rode stof. Onderweg komen we veel mennonieten tegen. Het is een lange reis. Na 6 uurr gaan de lichten op het dak aan om nog wat te kunnen zien. Het is koud en zeker ´s avonds wanneer we in San Ignacio aankomen. Een prachtig hotel en we eten Subira (vis uit de rivier). Javier vertelt dat er egenlijk 2 Bolivia´s zijn: occidental en oriental. In het occidental Bolivia wonen kolla´s en zijn de mensen donker, is het land hoog, en is de muziek triest. In oriental (het oosten) zijn de mensen (camba´s) lichter van huidskleur, is het land laag en is de meeste rijkdom. Hun muziek iss een en al carnaval, vrouwen, liefde e.d. Uiteraard is Javier een camba en dat laat hij merken ook. Evo Morales een veel regeringsleden zijn kolla en maken de dienst uit. De regio Santa Cruz is de rijkste van Bolivia en wil dan ook autonoom worden.

Donderdag 10 mei.Op tijd een enorm ontbijt en gelukkig is het wat warmer. We gaan nu langs een aantal missies. Eerst naar San Ignacio zelf. De kerken zijn hier rond 1740 gebouwd door Duitse missionarissen met hulp van de plaatselijke bevolking. Zo leerden de Indianen lezen, hout bewerken en viool spelen. De gemeenschap plukt daar nog steeds de vruchten van. In de kerken zie je veel houtsnijwerk en beelden die geverfd zijn met natuurlijke pigmenten en bedekt met mica. Begin 20e eeuw zijn de kerken gerestaureerd door een fanatieke Duitser Hans Roth. De één wat authentieker dan de ander. Die van San Ignacio staat niet op de werelderfgoedlijst maar de anderen wel en het is duidelijk te zien waarom. In de meest kleine gehuchtjes met hutjes staat een prachtige kerk. Heel Dsc_3483 apart. Op deze dag gaan we langs San Ignacio, San Miguel (waar we ook een werkplaats bezoeken), San Rafael en Santa Ana.De kerken lijken op elkaar maar zjn toch anders. We lunchen onderweg in San Ignacio bij La casa de camba en krijgen plaatselijke gerechten: Yuca, geroosterde & gemaken yacca met gedroogd vlees, rijst met kaas, Gekookte bietjes en wortels, bonen met spek en uit de overn enorme stukken (lekker )vlees. Piedro drinkt chicha een zoet goedje van gefermeteerde mais. Onderweg komen we een kudde van 500 koeien tegen met gauchos en een marucho (met hoorn). Daarna nog een jager met achterop zijn fites ene dode armadillo (altijd al zo´n beest willen zien maar niet zo!). ´s Avonds slapen we in een prachtig hotel in Concepcion (Chiquitanos) en kunnen we Dsc_3542 onverwacht naar een concert van de plaatseljk jeugd in de kerk. Mooi klassieke missiemuziek met veel violen, zang en cello.

Vrijdag 11 mei. Eerst de ongeloofelijk orchideeentuin van het hotel bekeken, heerlijk ontbeten en daarna naar het plaatselijke museum en kerk. In het museum wordt ik uitgebreid voorgelicht door een Spaanssprekende tolk. Ik versta niet alles maar het is wel leerzaam. Echt unek wat hier 300 jaar geleden is gebeurd, maar ook het restauratiewerk is ene sterk staaltje. Hans Roth heeft ook een aantal moderen kerken in de Amazone neergezet en allemel heel creatief. We zien op een van de foto´s een Duister staan die we gisteravond izjn tegengekomen. Hij woont hier al 40 jaar en is nog steeds houtbewerker. Dan neemt Javier ons mee naar een communidad om te zien hoe de mensen hier leven: veeeeel kinderen, geen electriciteit en schoon water, maar wel een school (van de Duisters), een telefoon en voldoende eten( veel fruit). Joost deelt pennen uit en is ze dan oDsc_3574 ok gelijk kwijt. In San Javier bljkt de mooiste kerk te staan . Joost heeft het wel gehad met de kerken. ´s Avonds laat zijn we terug in Santa Cruz en nemen snel afscheid. Ik ben moe. We gaan nog wat eten en daarna begnt de maag te werken,. De hele nacht heb ik er last van.

Zaterdag 12 mei. Door de darmproblemen (waar ik me overogens niet beroerd bij voel) besluiten we niet met de bus naar Sucre te gaan maar te vliegen. We brengen de dag door op de Plaza. Na wat loperamide en ORS wordt het allemaal wat rustiger en ´s avonds eten we toch maar wat. Nu begint het bij Joost ook. Zondag 13 mei. We hangen nu een beetje rond en gaan vanmiddag met het vliegtuig naar Sucre. Jammer want dan zie je een stuk minder. We zijn wel lekker gemaakt door twee Nederlanders (al 17n maanden op reis, www.ansenbert.nl) voor een verblijg in Rurrenabaque.

Tot horens. Joost en Marijke (mochten jullie ons willen sms-en daar hebben we wat problemen mee. We hebben eenzelfde sms-je al 100 keer gehad!)

Baby puma milk in de jungle

Zaterdag 19 mei. Vliegen naar Rurrenabaque gaat niet zomaar komen we achter. We melden ons keurig om 8 uur op het vliegveld van La Paz, maar de juffrouw geeft aan dat we 3 uur vertraging hebben. Even later horen we dat dta nog niets is. Als het regent gaan er soms dagen geen vluchten. Maar we hebben geluk, na enig aandringen kunnen we eerder mee. Het is een klein vleigtuigje dat ons in 45 minuten naar de het Amazone gebied boven La Paz zal brengen. In het vliegtuig zit ik naast een Amish-dametje Sarah (hoe bedenk je het). Ze woont al 12 jaar in de jungle en is vanuit Pennsylvania naar Bolivia verhuisd en heeft daar met een kleine gemeenschap een boerderij.Ze vertelt honderduit in een mengeleing van plat Amerikaans en wat zij noemt, Pennsylvania Dutch. Ze vindt het fantastisch dat ik haar kan verstaan. Ze reist met Charlie (in spijkeroverall en een strooien hoed) en haar doodzieke dochter Rosy. Volgens de artsen in La Paz heeft ze een zwak hart, maar het lijkt me redelijk ernstig. Afijn, Sarah heeft nogal last van de hoogte en begint gedurende de vlucht handenvol coca-bladeren te kauwen. Ondertussen voert ze haar dochter soep en een soort vitaminepillen. Bizar! Joost is vanaf nu haar redder omdat hij haar uitlegd dat je je oren moet klaren als je last hebt van je oren. Ze vindt hem helemaal fantastisch. De landing op de grasstrip verloopt goed en Sarah roeDsc_3736_2pt toepasselijk: Praise the Lord! Als je op de foto kijkt zie je het Amish gezelschap op de voorgrond.  In Rurre is het firs en het miezert. We worden opgevangen door iemand van Chalalan lodge en die zorgt dat we in het hotel komen. Het is het duurste hotel van Rurre (hotel Safari) met merkwaarduige kamers (2 verdiepingen met 4 bedden) en een zwembad (waar we helaas niet van kunnen genieten). We eten heerlijk bij Juliano die een Tunesische kok blijkt te hebben.

Zondag 20 mei. We worden naar de boot gebracht en ontmoeten onze medereizigers: Daryl en Ran (UK) en Pascal en Gail (frans). De boot is op basis van een uitgeholde boomstam met opbouw en dakje. We varen tegen de stroom in over de Beni en Tuichi rivier. Na 2 1/2 uur stoppen we langs te kant en midden in het oerwoud is een picknickplaats uitgehakt. Er is zelfs een (droog) toilet! Na nog eens 3 uur varen en een half uur lopen komen we bij Chalalan aan. Het is hier woest groen. Midden in het regenwoud aan een meer liggen enkele cabanas. De lodge is het initiatief van de gemeenschap San JoseDsc_3746_2 de Uchupiamonas en alle dorpelingen werken er 3 maanden bij toerbeurt, de gidsen werken het hele jaar door. Onze cabana is een houten hut waar alleen muskietengaas in zit. De vloer is van stevig geboend mahoniehout. De douche en toilet is 50 meter lopen. We krijgen een prima lunch  en ´s middags gaan we lopen met onze gids Rigoberto die uitstekend Engels praat. Nog maar net op weg tovert hij een enorme tarantula uit een holletje tevoorschijn. Indrukwekkend zo live! We zien ook blauw-gele macaws en twee soorten apen vanuit de kano terug over het meer. Na het diner gaan we vroeg naar bed. ´s Nachts blijkt dat het wild naar je toekomt! Ook al is de cabana helemaal dicht, ´s nachts blijkt een opossum (kruising tussen een eekhoorn en een rat zeg maar, schattig dat wel hoor) zich tegoed te doen aan onze mueslirepen. Ik jaag hem weg en Joost pakt de spullen in een zak en hangt het op. Even later horen we weer geritsel en heeft een muis zich over de dunne lijntjes in de zak gewerkt. Als het spul in een Zip-lock zit wordt het rustig afgezien van een muis die zich op mijn klamboe nog even begeeft in de inmiddels lege zak (die toch naar zoetigheid ruikt). Gezellig!

Maandag 21 mei. Vandaag gaan we met de boot een stuk de rivier op en daarna de bush-bush in. We wandelen 4 uur, maar zien weinig . Hoewel, op de terugweg zien we eindelijk een deel van een groep wilde varkens. We hebben ze al een paar keer gehoord. Erg indrukwekkend, het is normaal een groep van zo´n 100 beesten die met gemak een mens verorberen als ze er zin in hebben. Als ze onraad ruiken rennen ze met z´n allen weg wat een enorm kabaal maakt en een enorme stank achterlaat. ´s Avonds worden we getrakteerd door de gidsen en staf op een culturele avond. eerst eten we een traditioneel maal van in palmbladeren gewikkelde vis uit de rivier. Later krijgen we krijgen baby pDsc_3791_2uma milk, een fantastisch mengsel van melk, water, Singani (de Boliviaanse sterke drank) en kaneel. Dat gaat er wel in! We brengen een coca offer aan Pacha Mamma (moeder aarde) en doen een wens. Vervolgens krijgen we coca te kauwen. Ik krijg een enorme prop toegestopt. Gelukkig is de puma milk erg lekker. Als al dit spul zijn werk doet is het een koud kunstje om wat traditionele dansen te maken met de gidsen! Nog even ter geruststelling voor de familie: de coca is te vergelijken met het kauwen op een zakje groene thee. Alleen bij flinke hoeveelheden wordt je er alert van (zoals bij koffie) en kun je langer doorgaan. Bolivianen zijn er altijd snel bij om op te merken dat cocaine totaal iets anders is, daar zijn heel veel chemicaliën bij nodig, cocabladeren zijn puur natuur.

Dinsdag 22 mei. Het regent en niet zo´n beetje ook! De andere vier van ons gezelschap gaan terug naar Rurre en dus hebben wij de gids voor onszelf. We stellen voor de ochtend maar wat te rusten en alleen ´s middags op pad te gaan. Na de lunch wordt het droog en gaat de zon schijnen. Joost roeit me romantisch over het meer.  Om 4 uur gaan we met Rigoberto op pad. We zien vooral veel moie vogels. ´s Avonds is het eten weer formidabel en het is een wonder hoe ze dat hier voor elkaar krijgen. Dsc_3803_2_1Na het eten om 19.30 gaat iedereen hier snel naar bed. Verder in Bolivia zagen we dat ook, de mensen leven met het licht van de dag (het wordt hier om 6 uur al donker en dus gaan veel mensen op het platteland om 7 uur naar bed, geen electriciteit….).

Woensdag 23 mei. We gaan ontbijten om 5 uur omdat we vandaag op Joost zijn verzoek naar de comunity San Jose de Uchupiamonas gaan, de gemeenschap waar de staf van Chalalan vandaan komt. Als ik mijn dagrugzakje pak blijken we weer bezoek te hebben gehad. De ziplock met een klein flesje zonnebrand is opengegeten, in het dopje staan kleine tandjes en de bodem is open. Er loopt nu een muis rond met zonnebrand op! Naar San Jose is het 3 uur varen. Er gaat een Engels en een Belgisch stel mee. De gidsen worde euforisch als we langs de rivier een tapir zien in vol ornaat. Erg uitzonderlijk en ik weet niet hoe gauw ik een foto moet maken (het is alleen nogal donker en ik ben vergeten dat de ISO nog op 400 staat, een bewogen foto dus…). De tocht is koud en erg nat. We krijgen ponchos om ons onder te verbergen tegen de regen, maar onze broeken worden ook nat. Als we eindelijk bij de meerplaats aankomen is het is zachter gaan regenen. De toegnag tot het dorp is eerst steil en modderig, na een 20 minuten lopen komen we in het dorp aan. We worden in de grote dorpshal begroet met muziek. De gids Giovani bedankt ons uitgebreid voor het feit dat we bij Chalalan logeren en dat de inkomsten gebruikt worden voor de ontwikkeling van hetDsc_3836  dorp. Ze zijn geholpen door Amerikaanse en Noorse vrijwilligers die de gidsen Engels geleerd hebben en alle staf hebben opgeleid in gastvrijheid (ik heb een lesboekje gevonden en dat gaat heeeel ver). De gidsen doorlopen nog steeds opeliding op het gebied van flora en fauna. Hij vertelt ook het nationaal park Madidi waar Chalalan in ligt en dat dat wordt bedreigd doordat er olie in de grond gevonden is. We krijgen een rondleiding langs de kerk, de school, en het ziekenhuis. Als klap op de vuurpijl doet de plaatselijke shaman weer het ritueel met de coca voor ons. Ik dacht al wat alcohol te ruiken en hij blijkt stomdronken. De gids blijft onverstoorbaar respectvol. De oudsten hebben een zeker aanzien hier. We worden steeds kouder en zijn blij als ons koffie en een lunch worden aangeboden. De 3 dronken ouderen komen er bij om nog meer muziek te maken. We hebben de grootste lol en moedigen ze flink aan. Dsc_3839Na de lunch gaan we terug en steken de rivier over om naar de chaco te gaan (zeg maar het veld dat ze bebouwen met suikerriet, mais, bananen, tomaten, enz. ). Na 5 minuten door een metershoge tijdelijke jungle van bamboe en palmen, die onderloopt als de rivier stigt, komen we bij een andere rivier aan. De droge mededeling is dat de schoenen uit moeten om die over te steken. Ik heb er eerst helemaal geen zin in, ik ben net weer een beetje warm. Na enig aandringen gaat iederen de rivier is dus ik ook maar. Geen piranha´s hier maar wel zandvlieen (blijkt achteraf als na 2 dagen de jeuk van de beten niet te harden is..). Aan land komen we bij een plantage waar een suikerriet pers staat. We gaan met z´n alle aan het werk om wat Dsc_3846sap te persen. Ik zie bijna een grote kakkerlak in de pers verdwijnen. Desondanks is het sap wel lekker. We krijgen ook palmnoten aangeboden. Als Jo een palmnoot pakt blijkt er een levensgevaarlijke schorpioen op te zitten (piepklein en gecamoufleerd). Jo is er even beduusd van. Na anderhald uur varen en een half uur lopen zijn we net voor het donker in Chalalan terug. Ijskoud en klam storten we ons op een welverdiende Singani sour cocktail. De koude douches lonken niet. ´s Nachts heb ik enorme pech. Eerst glij ik van de onderste tree van ons trapje af op knieën en handen flats in de modder. Enkele uren later zit ik een half uur op de wc. De anderen blijken nergens last van te hebben, dus het ligt aan mij. Een dosis  loperamide legt alles stil voor de boottocht.

Van Rurre naar Arequipa

Donderdag 24 mei. Met de Belgen gaan we om 10 uur met de boot terug naar Rurrenabaque. Gelukkig is het droog. In Rurre is het weer aangenaam. We horen dat er al twee dagen geen vliegtuig vertrokken is naar La Paz vanwege de regen. We checken weer in in het Safari hotel en doen lekker rustig aan. Ook de vrijdag en zaterdag vermaken we ons met kleine wandelingetjes door het dorp. We verhuizen naar een ´papa en mama hostel´ Dit zijn hostels waar de mensen in hun achtertuin een aantal kamers hebben gemaakt. Deze meneer heeft een heel mooi afdak gemaakt met flink wat hangmatten. We Dsc_3849 hebben een piepkleine kamer met eigen badkamer voor Euro 5, 40 per nacht (om de vorige uitgaven wat te compenseren, ha, ha). Rurrenabaque stikt van de jonge Israelische toeristen, maar gelukkig blikt het bij El Curichal betrekkelijk stil. Hoewel…. de eerste nacht veroorzaken niet de backpackers herrie, maar de eigenaren zelf! Mevrouw blijkt jarig en dat moet gevierd: de hele nacht muziek! Zaterdag maken we een tocht met een quad in de omgeving (stoffig!!)

Zondag 26 mei. Om 8 uur melden we ons bij het office van Amaszonas en worden naar de vliegstrip gebracht. Het blijkt de enige vlucht van die dag te zijn en er komt ook nog eens een vliegtuig van de militaire luchtvaartmaatschappij TAM opdagen. Blijkbaar is er met het eigen vliegtuig wat mis. Eerst vliegen we boven het regenwoud en na een halfuur zien we de 5 en 6000 meter hoge besneeuwde toppen rondom La Paz. Wat een ruig land! We laten ons met een taxi naar Arthy´s place vervoeren en wDsc_3857 e worden enthousiast onthaald. Als we buiten lopen doen we het rustig aan (van 200 naar 3600 meter hoogte merk je wel!). De stad is op zondag een stuk rustiger en omdat het moederdag is hier lopen veel mensen met bloemen en taarten over straat. Het is lekker warm in de zon. We eten wat maar eigenlijk veel te laat en ik heb last van de hoogte. Na de lunch krijg ik een flinke hoofdpijn, wordt duizelig en alles komt er weer uit. Duidelijk iets te veel van het goede. Eerst maar even wat slapen. ´s Avonds eten we heel leuk.

Maandag 27 mei. Om 8 uur worden we opgehaald ennaar de busterminal gebracht. Met een minibusje vol nationaliteiten gaan we naar de grens met Peru (Desaguero). Daar helpen ze ons met de douane formaliteiten en staat een bus van Flores klaar om ons naar Arequipa (Peru) te brengen. Eerst rijden we langs het Titicaca meer naar Puno, een mooie rit (onder het genot van Michael Jackson clips). Na Puno wordt het landschap dor en rijden we in een ruk door naar Arequipa. In Juliaca moet ik echt naar de wc en die in de bus zit dicht. De bus stopt 10 minuten en ik smeek een meneer bij een publiek toilet of ik alsjeblieft met bolivianos mag betalen. Het duurt even maar eht lukt, pfoe! Die mensen hier drinken nauwelijks en gaan dus ook nauwelijks naar de wc! Tegen half zes komen we door een soort maanlandschap in Arequipa aan. Met een taxi zwerven we even wat rond tot hij ons bij Lari´s house afzet, een klein hostel in een koloniaal huis. Ze heeft eenprima kamer met eigen badkamer voor 45 soles (Eruo 11,50), twee blokken van de Plaza Armas. We mailen snel naar Geert (oud-collega van Joost en mede-eigenaar van Perumotors) dat we zijn gearriveerd. We hebben zo´n honger dat  we de eerste de beste Argentijnse parillada instormen voor een enorm stuk vlees met wijn en frieten. Arequipa is duidelijk een ontwikkelde stad en het leeft! Het is zo koud dat ik 2 fleeces aanheb. Terug naar het hostel lopen we stomverbaasd tegen Geert en zijn vriendin op, hij heeft net Joost zijn sigaren bij het hostel afgegeven. We kletsen even en spreken wat af voor morgen. Met sokken aan naar bed…

Dinsdag 28 mei. We ontbijten op een terras met uitzicht op de Plaza de Armas in het zonnetje. In de zon is het lekker warm. We gaan de stad maar eens verkennen. De koud heeft me aan het denken Dsc_3864 gezet over de samenstelling van mijn garderobe. Ik besluit een spijkerbroek te kopen en 2 shirts met lange mouwen. We kunnen hier geen ´technische´ kleding vinden (thermisch spul) en dus onderzoekt Joost voor mij in de dameswinkel alle shirtjes op hun samenstelling. Bij het bestuderen van de labeltjes vinden we een shirt dat half katoen, half synthetisch is en dus sneller droogt en warmer is dan katoen. We eten fantastisch bij El Turko. Joost eet Cuy (ja, ja, cavia) met chocoladesaus en ik lamskoteletjes met vijgen, lekker wijn erbij en gefrituurd ijs toe, superlekker! We hadden verwachtingen van bonen met rijst hier, maar tot nu toe hebben we altijd nog lekker gegeten (met wijn!). Na het eten belt Geert ons en gaan we met hem een biertje drinken. Hij vertelt hoe Arequipa zijn thuis is geworden en hij het hier erg naar zijn zin heeft ( en dat is te zien). Erg gezellig.

Woensdag 29 mei. Vandaag hebben het Santa Catalina klooster in Arequipa bezocht. Een stad in de stad met 80 huisjes waar nonnen hebben gewoond. Erg mooi. Daarna zijn we verhuisd Hostal La GrutaDsc_3881  buiten het centrum waar vanavond de rest van de groep voor de motorreis aankomt. ´s Middags gaan we naar Saga een klein winkelcentrum (waar we Geret weer tegenkomen!). Vrijdag vertrekken we met de groep en hebben er erg veel zin in! We zijn gezond en hebben het erg naar ons zin, wat wil je nog meer!

Trans Andes Challenge 1e week

31 mei 2007. Arequipa, Peru. ´s Ochtends in de tuins van het hotel een briefing van Geert. Geert is een oud colega van Joost en mede-eigenaar van Peru Motors, samen met Lars. Hij bespreekt uitgebreid wat ons te wachten staat en wat de ´regels´ zijn. Er zijn veel vragen dus het geheel duurt nogal even. Daarna gaan we met Geert mee om zijn nieuwe enorme huis te bewonderen. Er moet nog veel verbouwd worden maar al zijn jongensdromen probeert hij waar te maken (Jacuzzi, Geluidstudio en een ferrari rode keuken). ´sMiddags gaan we samen naar Juanita. Juanita is een ijsmummie die gevonden is op een van de vulkanen. Een indrukwekkend verhaal.

1 juni 2007. Het is zover! De motoren wordne bepakt en de auto ook. Omdat we nu nog op asfalt rijden ga ik met Lars in de auto. Het vertrek neemt nogal wat tijd want iedereen moetn even wennen aan de motor. Deze eerste dag rijden we naar Mogequa, nabij de Chileense grens. De zon is fel en we rijden door prachtige rotsige bergen. Na de lunch komt Lars tot ontdekking dat hij zijn Nederlandse paspoortDsc_3904
is vergeten. We moeten dus terug en hij vraagt zijn zwager om halver wege te komen, dat scheelt. Net voor het donker komen we aan in Hostal Plaza. Direct raken we een deel van de groep krijt. We drinken wat met Rene (60 jaar, tandarts en superfit!). Daarna ontdekken we Lars en Geert bij de plaatselijke chinees en we sluiten aan.

2 juni 2007. Vanuit Mogequa rijden we richting de Chileense grens. In Tacna vullen Lars en Geert bij het busstation alvast wat douaneformulieren in (de motoren worden officieel uitgevoerd). Daarna gaan we de grnes over, dat wil zeggen, de douaneformaliteiten duren bij elkaar 3 1/2 uur! Tijd om bij te kletsen en verder kennis te maken. Rond 5 uur arriveren we in Arica, Chili in het hotel. Na een biertje gaan we met Rene en Jeroen (zijn zoon) de stad in. We drinken een pisco sour en laten ons daarna feteren om een uistekend diner met uitstekende wijn (Los Alerces de 21 Mayo). Heel gezellig!

3 juni 2007. Ontbijt om 7.30 en direct de motorspullen aan en spullen gepakt. Het opstaan en vertrekritueel kost de eerste 2 dagen iets te veel tijd, dus daar zij nu afspraken over gemaakt. De groep is inclusief gidsen 14 man, dus dat is wel nodig! We rijden over de Panamericana naar Iquique. Het is een prachtig gezicht een rijtje motoren in baksteenformatie over de snelweg. De omgeving is de droogste ter wereld (Atacama woestijn), maar erg mooi. De temperatuur sDsc_3957_2
tijgt dan ook gestaag en het wordt heet. De eerste lekke band is een feit en wordt snel gerepareerd. Midden in de woestenij kunnen we lunchen bij een tentje dat vers fruit verkoopt. De vorige keer heeft de groep hier zelf omeletten staan maken en die staan nu op het menu! We eten dus lekker. Jeroen wordt ziek en voelt zich zo beroerd dat de motor op de trailer gaat en Jeroen in de auto. De motoren hebben niet veel zin om vaak stil te staan want het is hier bloedheet en in die zware pakken ga je al snel zweten. Als we over de bergen in de kustplaats Iquique aankomen is het bewolkt en fris. Het is zondag en heel veel is dicht. We borrelen met de groep in het cafe van een hotel en daarna gaan we op zoek naar een restuarant. Na enig zoeken vinden we een soort ´huiskamerrestaurant´. De specialiteit van het huis is het enig dat op de kaart staat, maar dat blijkt erg lekker! Er verschijnen twee schallen met heerlijk stoofvlees op tafel waar iederen lekker van smult.

4 juni 2007. Vandaag hebben we een vrije dag in Iquique. We ontbijten dus laat en gaan dan met de groep wat lopen langs de haven en zien pelikanen en zeeleeuwen. Rodn 11 uur laten we ons in een taxi naar Zofri vervoeren, een groot winkelcentrum. Het is lastig om ergens koffie te drinken, het zijn voornamelijk winkels. We lopen er 2 uur rond maar vinden er niet zoveek aan en bovendien is het best duur. Jeroen en Rene haken af, want Jeroen voelt zich nog steeds beroerd. Joost belt met Noor. Terug in het centrum lunchen we met z´n tweeen. Om 3 uur staan we klaar want Jost zou met 3 anderen gaan parapenten. Er komt echter niemand opdagen en als Lars gaat bellen blijkt de wind te sterk. Dus gaan we met Rene maar over het strand lopen. Iquique ziet er dan veel meer uit als een badplaats. ´s Avonds eten we met de hele groep in Casino Espagnol. Dit is een restaurant dat helemaal in Moorse stijl is ingericht met tegeltjes en wandschilderingen. Geert werkt een chateaubriand weg van 500 gram! Lars is helaas niet mee omdat het onderhoud aan de motoren nog niet helemaal af was.

5 juni. Vandaag wordt Diana 50 jaar en dus zingt het Trans Andes mannenkoor Lang zal die leven voor haar. Na een vroeg ontbijt vertrekken we richting de Andes. We stijgen vandaag van 0 naar 4000 meter en dat zullen we merken. Geert en Lars hebben ons op het hart gedrukt veel te drinken en zoete dingen te eten. De omgeving is leeg en dor. We lunchen op een prachtige lokatie aan een zoutmeer meetDsc_3992_2
heerlijke broodjes. Al snel houdt het asfalt op en moeten Diana en Tessa als bijrijder van de motor af en in de auto plaatsnemen. Het off-road stuk is erg heftig met flinke keien en zand. Er wordt hard gewerkt. Niet iedereen heeft veel ervaring hier mee. Met de auto kunnen we de motoren niet meer bijhouden. Met een zware aanhanger is het flink ploegen. Op een gegeven moment zien we een aantal motoren stilstaan en er ligt iemand op de grond. Jeroen is een een dwarsliggende greppel over de kop geslagen. Zijn helm is flink beschadigd, hij heeft een diepe snijwond in zijn arm en de motor is niet meer te berijden. Tessa blijkt arts en Diana heeft EHBO ervaring en samen stuiven ze op Jeroen af. De eerste hulp wordt verleend en Jeroen blijkt goed bij kennis en er lijkt niets met zijn hoofd aan de hand. Verbanden worden
aangelegd en de motor gaat op de aanhanger. Nu zitten we met 5 passagiers in de auto en dat is het maximum. Iedereen is flink geschrokken en het is wel duidelijk dat Jeroen iets te overmoedig bezig was, maar ja, gebeurd is gebeurd. Tegen schemer komen we in Ollague aan, een piepklein stadje aan de Chileens-Boliviaanse grens. Het is vreselijk koud (´s nachts wordt het flink onder het vriespunt). Eén groot geluk: eDsc_4004_2r is een kleine legerpost en daar blijkt een verpleger die Jeroen kan hechten. Het hostel waar we in slapen is behoorlijk basic, we slapen met 6 op een kamer met stapelbedden (en dat is maar goed ook want dat geeft wat warmte!). Ik heb heel veel lagen aan en na wat soep en rijst met kip wordt ik wat warmer. Op de bedden liggen 2 dekens en een dekbed, en dat blijkt prima genoeg. Menigeen heeft hoofdpijn van de hoogte en ook het slapen op deze hoogte valt niet mee. We gaan vroeg naar bed maar iedereen heeft moeite met slapen.

6 juni. Vroeg uit de veren en we krijgen broodjes met gebakken ei. Alles wordt ingepakt, maar helaas komt de auto maar een paar meter de garage uit. De koppeling werkt niet meer. Gelukkig zitten er 2
Dsc_4014_2
sleutelaars in de groep dus binnen no time liggen Arnold met Jaco onder de auto. Het probleem is niet zo makkelijk te fixen en na zo´n twee uur en het afwegen van diverse mogelijkheden (of eigenlijk, nauwelijks alternatieven, want hier is niets) gaan we provisorisch op pad. Dit betekent aanduwen met motor aan en dan voorzichtig in de versnelling duwen. De grensovergang gaat redelik soepel en deDsc_4023
alternatieve route die we nemen blijkt een prachtige gravelweg (via San Christobal). We zouden over de Salar de Uyuni gaan maar dat is met deze auto een te groot risico. Het landschap onderweg is schitterend en we kunnen flink snelheid maken. Aan het einde van de dag komen we in Uyuni aan. Hier is het eveneens vrieskoud als de zon verdwijnt. Enthousiast ga ik onder de ´warme´douche staan maar er komt slechts een miezerbuitje uit waarmee alleen mijn schouders warm worden. Gelukkig zit er in het hotel een pizzeria van een Amerikaan en dus gaan we gezellig met z´n allen aan tafel. Het is er warmer en bovendien Dsc_4035_2
gezellig! De pizza´s zijn absoluut goed en het wordt een gezellige avond. Ook hier ligt weer een lading dekens op de bedden waardor het slapen in ieder geval niet koud is! Lars heeft is inmiddels bij de plaatselijke garage geweest en die heeft slecht nieuws. Ze kunnen er morgenvroeg pas aan beginnen. Hij heeft dus voor ons een tour met ene gehuurde autoi geregeld zodat we alsnog naar de Salar de Uyuni kunnen gaan.

7 juni. Lekker uitslapen! Jeroen voelt zich nog steeds slecht maar gioed genoeg om mee te gaan. We gaan eerst met de motoren een de geleende auto naar het treinen kerkhof. Heel bizar. Inmiddel Dsc_4067svoelt Jaco zich zo slecht dat we de motor terug brengen naar het hotel en hij ook in de auto plaatsneemt. Wat een malaise in de groep! Na een uurtje rijden over ene erg slechte weg komen we in het zouthotek aan waar we met wat moeite een kopje nescafe drinken. We trekken veel bekijks en maken een
staatsieportret. Andere toeristen vinden het leuk Dsc_4096om op de motoren gefotografeerd te worden. IntussenDsc_4084 maakt Jan kunstje op de motor (staand zonder handen!!) en maak ik met Theo wat trucfoto´s. Iedereen is uitgelaten want dit zoutmeer van 12.000
vierkante kilometer is absoluut speciaal! Als we verder rijden leeft iedereen zich uit, geen gevaar van gaten of keien, gewoon lekker hard rijden en gek doen. Even later is hetDsc_4081 toch even schrikken als Theo ineens zonder ketting staat. We Dsc_4140_2vinden de kettting wel, maar Theo moet gesleept worden. We lunchen op Isla Incahuasi, een eiland met cactussen midden in het zoutmeer. De kokkin die
mee is zet binnen mum van tijd een lekkere lunch op tafel. Ik ga nog even met een
aantal het eiland op. Er zijn veel toeristen hier, maar het blijft ene absoluut unieke
plek. Geert besluit dat de motor van Theo helemaal teruggesleept moet worden naar Uyuni. Als we aankomen in het hotel heeft LarsDsc_4123_2 Dsc_4112een slechte mededeling. Hij moet onderdelen halen in La Paz en vetrekt met de nachtbus. Wij krijgen een huurauto met chauffeur mee voor 2 dagen en hij hoopt dan in Oruro weer bij ons aan te s
luiten. Wat een pech! Gelukkig genieten we flink van de mooie omgeving en het is niet voor niets een Trans Andes challenge!

Tot zover even, de foto´s volgen nog! Liefs, Joost en Marijke

Trans Andes Challenge 2e week

8 juni 2007. Vandaag is Geert jarig en met zijn frisse ochtendhumeur luistert hij een toespraakje van Joost aan. We hadden een rood keukenschort voor hem willen kopen, maar dat hebben we niet kunnen vinden. In plaats daarvan hebben we 4 placemats voro zijn uitzet gekocht. Na het ontbijt vertrekken weDsc_4166_2 met de gehuurde auto. Met 5 passagiers, een chauffeur en zijn zoon is het behoorlijk krap in de auto. Diana en ik zitten achterin geperst. Gelukkig kunnen we door de raampjes foto’s Dsc_4158_1
maken en filmen. Op grote hoogte (3700 – 4000) meter rijden we door een prachtig landschap richting Potosi. Onderweg zien we llama’s en vicuna’s. Het is heet achterin. We lunchen op een dorpspleintje met broodjes en blikjes pate, tonijn en smak. De rit naar Potosi is mooi maar erg vermoeiend. De weg is gravel met veel kuilen en stof. Onze chauffeur rijdt als een bezetene door de bochten. Als Dsc_4174_2we in Potosi aankomen is het al laat en het is er flink koud. De mannen zijn moe. We gaan even liggen en heet douchen. De rest van de groep gaat de stad in of naar bed. Rond half zeven gaan we de
stad in om wat warms te drinken. Ik heb het stervenskoud en na een bijzonder rijke chocolademelk en een flesje water (en een pilletje van dokterDsc_4183_2 Rene) voelik me weer wat beter. Om half acht gaan we met z’n allen eten. Dat blijkt geen succes. Tessa en Jaco gaan niet mee, Ron haakt al snel af (overgegeven) en na het eten voelt Joost zich bijzonder beroerd.
Ik ga met Geert, Arnold en Jan nog wat drinken om Geert zijn verjaardag niet helemaal in het water te laten vallen. ’s Nachts geeft Joost flink over en midden in de nacht geef ik hem een ibuprofen. Zijn humor verliest Joost nooit want na het pilletje spert hij yijn mond wijd open en vraagt of ik wil kijken of het weg is. Ik doe het ook nog met de zaklamp en ik krijg een grote grijns retour.

9 juni. Na een nacht slapen voelt Joost zich wat beter. Theo en Ron blijken ook ziek en alle drie beseffebn ze dat ze moeten rijden omdat er geen plaats is in de auto en de aanhanger in Uyuni staat. Vlak na vetrek yorgt een onduidelijk manouvrerende bus ervoor dat Joost een uitglijer maakt en ten val komt. Gelukkig is er niets aan de hand, maar echt alert is iets anders. Na een uur rijden staat TheoDsc_4210_2 spugend langs de kant en voelt zich nu wel opgelucht. We lunchen weer nogal primitief, het is warm en de stemming lauw. Als we in Oruro aankomen is het erg druk (zondag). We worstelen ons door de stad
naar het hotel (Gran Sucre). Joost gaat direct naar bed en ik ga internetten. Het is in onze kamer zo koud dat we een verwaring bestellen. Een groot deel van de groep voelt zich weer beter en we eten gezellig in een klein restaurant.We eten met z’n allen voor 2,50 Euro per persoon!

Trans Andes Motor Challenge 2e week (vervolg)

10 juni. Vandaag rijden we van Oruro naar Coroico. Gelukkig is Lars gisteravond teruggekomen na een helse rit uit Uyuni. Tot overmaat van ramp kreeg de auto in het donker een lekke band en de weg was erg slecht. Nu kunnen we verder met eigen auto en de aanhanger. Ook Jaco´s motor en de kapotte motor van Jeroen zijn er weer bij, al rijdt Jaco nog steeds niet omdat hij erg last van z´n rug en darmen heeft. Als we vertrekken op zondagmorgen is het 4 graden, het zonnetje schijnt en het is rustig en dus gemakkelijk om de stad uit te komen. De motoren tanken af en we gaan op weg naar La Paz. Nog geen 20 minuten op weg zien we in de auto aan de linkerkant een band voorbij rollen. Lars stopt en het blijkt een band van de aanhanger te zijn. Als we uitstapen rennen Jeroen (met mitella) en Tessa de berm in de band achterna. Lars en ik taxeren de schade. De as smelt zich sissend een weg in het asfalt. Als even later techneut Arnold de schade bekijkt is zijn oordeel dat de lager is vastgelopen de de as volledig is afgesleten. Wat nu? We hebben een rit van 300 km voor de boeg en het is zondagDsc_42151. Joost probeert wat vrachtwagens tegen te houden, maar ze stoppen niet. Na een tijdje weet Lars een vrachtwagen staande te houden, die bovendien halfleeg is en nDsc_4223_2aar La Paz op weg. Wat een geluk! Met vereende krachten gaan de beide motoren en de aanhangwagen in de laadbak en we rijden verder. De benzine wordt over de motoren verdeeld.  Na een korte stop voor Dsc_4235_2een broodje komen we in de wijk El Alto van La Paz aan. Hier stikt het van de werkplaatsen maar ze zijn bijna allamaal dicht. Na 3 keer proberen vinden we een man die de aanhanger wel wil maken. We zijn moe en met name Jeroen en Jaco voelen zich niet best. Op goed geluk laten we de boel achter en rijden met een hele volle auto La Paz. La Paz is druk en we rijden er dwars doorheen langs de Plaza en aan de andere kant weer omhoog (het centrum van La Paz ligt in een diep gat ten opzichte van de bergen en de stad er omheen). Bij de tolpoort op weg naar Coroico ontmoeten we gelukkig de motoren en zijn we weer compleet. We vervolgen onze weDsc01875_2g over een hoge pas van 4700 meter (La Cumbre). De omgeving is woest en leeg, de ravijnen diep. Na een half uur begint de koppeling van de auti te slippen en vindt Jaco het een goed idee nog een keer te ontluchten. We zetten de auto op een helling en beginnen aan de procedure van pompen met de koppeling en het ontluchten. Gelukkig lijkt het te helpen. Verderop daalt de weg en gaan we over een splinternieuwe weg naar beneden en weer omhoog. Dit is de Dsc_4242_2alternatieve weg voor de ´dead road´ gefinP6100400ancierd door 120 miljoen Amerikaanse geld. De weg is een knap staaltje wegenbouw. Even later ontdekken we de motoren die naast een prachtig uitzicht over de dead road en Coroico ook een fotosessie aan het houde zijn met een Boliviaanse familie. Eerst  met de familie op de foto en daarn gaan alle kinderen op de motoren. Als Dsc_4253_2we met de auto aankomen is de moeder ook zo ver dat ze zich laat verleiden om op de motor plaats te nemen. Grote hilariteit! We rijden verder naar Coroico en het begint al te schemeren. Het laatste stuk weg is onverhard en nogal slecht. Om 6 uur komen we bij Hotel Esmeralda aan en wat ligt het prachtig op de berghelling. Er is een zwembad en overal tropische bloemen en planten. Heerlijk om hier een dag te blijven. Joost en ik krijgen een hele grote kamer met balkon en fantastisch uitzicht over de dead road en de omgeving. Dan begint het grote wachten. De motoren kunnen toch niet zo ver achter zijn? Het is al donker en de wegen gevaarlijk. Na een half uur wachten loop ik naar de weg en gaat Lars met de auto terug. Na 1 1/2 uur komen ze eindelijk aan in het pikkedonker. Geert had een verkeerde afslag genomen zodat ze op een hele gevaarlijk weg terechtkwamen waar je links hoort te rijden! Na een narrow escape met een bus en taxi en een lekke band van Rene, hebben ze de weg weer teruggevonden. Opgelucht eten we lekker van het buffet en nemen een borrel!

11 jDsc01915_2uni & 12 juni. Wat een heerlijk oord! We slapen lekker uit en genieten van een ontbijtje op het terras. Dsc01895_2 Iedereen doet lekker rustig aan. Met Rene, Jeroen en Geert lopen we het dorp in en luchen op de stoep met een gebakken forel (Boliviaanse maat) en ettelijke glaasjes witte Boliviaanse wijn. Een kopje echte koffie toe met een stukje gebak en het voelt als echt vakantie. Het is een ware verzoeking om de steile heuvel op te lopeDsc01924_2n naar het hotel. ´s  Middags genieten we van het zwembad (en de vreselijke bijtende zandvliegen). ´s Avonds bestellen we me de hele groep een BBQ en het wordt laat…… Tijdens de BBQ neemt Joost het initiatief om een dag La Paz te ruilen tegen een extra dag hier. Iedereen gaat akkoord. De volgende dag gaat een klein groepje motorrijden. Wij blijven o.a. achter en gaan wat internetten in het dorp. Jeorn die met ons mee is gaat wat lezen op de Plaza en ontdekt als hij ook gaat internetten dat zijn RayBan koker met zijn echte bril weg is. We zoeken en vragen rond maar viP6120508nden niets. Jeroen is na alles wat er gebeu rd is boos en roept dat hij morgen naar Amsterdam vliegt. Gelukkig bekoelt hij later die dag maar leuk is anders. ´s Middags vertoeven we weer heerlik aan het zwembad (dit keer flink ingesmeerd met DEET en lange kleren tegen de bijtertjes). ´s Avonds dineren we uitgebreid bij La Casa (na de enorme rekeningenchaos in het hotel te hebben bezworen).

13 juni. Vandaag gaat de tocht over de ´most dangerous road in the world´ een smalle weg waar per jaar 26 voertuigen in de enorme diepte verdwenen (waaronder met name overvolle bussen en P6130540_2vracDsc02025_2htwagens). Nu is de weg voor plaatselijk verkeer en toeristen (die op mountainbikes ervan af razen). Aangezien de auto te vol is met 5 passagiers en ik er toch niet echt overheen wil, ben ik de enige die in de taxi plaatsneemt die over de nieuwe weg gaat. De foto´s hierbij zijn van Theo en Jeroen (enkele van de voorgaande foto´s ook, want er is iets misgegaan  met een schijfje in mijn toetsel, grrrr). De weg is prachtig door dicht regenwoud met enorme diepten. Het is de regel op deze weg dat je links rijdt en dat is natuurlijk even wennen. In dit geval mogen de motoren tegen de bergwand aanrijden en da´s wel zo prettig. Aan het einde van de weg gaat Tessa bij Arnold achterop want Jaco´s zijn motor staat nog in La Paz en Diana is nu ziek. In La Paz worden de motoren gewassen en wij rijden direct door naar het hotel in het hartje van de Dsc02085_2 stad. Met Jeroen en Rene gaan we de stad in en eten een Cubaans broodje. RDsc02101_2ene voelt zich niet zo goed en we gaan met z´n drieen naar de Plaza en Calle Jaen (een historisch straatje). Daarna drinken we koffie met iets lekkers. Jeroen drinkt ijsthee  en de volgende dag blijkt dat hij dat beter niet had kunnen doen!. We gaan nog wat dutten en ´s avonds eten we met nagenoeg de hele groep bij een Argentijn. Diana ligt ziek op bed en haar man Arnold kon het hotel niet meer terug vinden! Gelukkig gaat rene ´s avonds te voet terug naar het hotel en vindt hem……(dat doet íe nooit weer). Joosten ik drinken met Lars en Geert heerlijke Irish en ijs-koffie tot laat. 

14 juni. Vandaag rijden we vanuit La Paz naar Puno (Peru). Het wordt een ramprit. De motoren zijn amper 500 meter van het hotel of de motor van Arnold houdt ermee op. Wij hebben niets in de gaten dus rijden met de auto de stad helemaal it (dwz we worstelen osn door het verkeer de berg op). Boven aangekomen zoekt Lars radiocontact met Geert en concludeert dat we naar beneden moeten met gereedschap. We draaien om en leveren wat gereedschap af. Tot woede van een agent maken we een U-turn midden in het centrum. We rijden nu door naar El Alto om de trailer om te halen (met 4 man op de achterbank!). Ze zijn er nog mee bezig als we aankomen, maar hij rijdt weer. We gaan weer terug naar de tolpoort en na vaag radiocontact blijkt dat de motoren nog steeds midden in de stad staan. Lars roept boos dat Geert al lang de motor had kunnen slepen. Uiteindelijk belt Geert Lars op zijn mobiel en spreken ze af dat we elkaar halverwege ontmoeten. We gaan op een strategisch punt staan en de motoren komen er aan met één op sleep. De motor gata op de trailer en we gaan vlug de stad uit (er ontstaat nog even commotie omdat de sleutel van Jaco zijn motor weg lijkt). Om 11.30 gaan we eindelijk op weg naar de grens! Het uitzicht over Lake Titicaca (het hoogst bevaarbare meer ter wereld is prachtig) en we stoppen af en toe voor wat foto´s. Vlak voor Copacabana Dsc02134_2 steken we met een ponton een rivier over. In Copacabana eten we snel wat kleins en raken de gemoederen enigszins verhit (er is een stel in de groep dat niet echt lekker integreert en bovendien sommigen irriteert). We moeten haast maken om voor 4 uur over de grens te komen. De grensovergang blijkt voor het importeren van de motoren een makkie met dank aan de goede voorbereiding van Lars en Geert. Theo leert een schoenpoetser wat Nederlands en Jeroen laat zich verleiden als hij zegt: Vieze schoene poetsen, meneer? In het donker komen we in Puno aan. We hebben een heerlijk hotel. We eten met nagenoeg de hele groep in een goed restaurant ( en het stikt er van de gringo´s). Geert voegt zich eindelijk bij ons (na een gesprek van anderhalf uur met de vrouwelijke helft van het hierbovengenoemde stel).

Trans Andes Motor Challenge 3e week

15 juni. De zon schijnt en na een laat ontbijt regelt Geert een aantal fietstaxi´s voor ons naar de Dsc02162_2havDsc_4345_2en . Vandaag gaan we naar de Uros eilanden. Dit zijn eilanden die helemaal van riet zijn gemaakt. De Uros bevolking is ooit op de vlucht geslagen voor agressieve Inca´s. Nu zijn de eilanden een favoriete toeristische attractie. Vanuit de haven gaan we met een boot naar de eilanden. Op het eerste eiland krijgen we uitleg hoe de eilanden worden gemaakt en hoe ze er leven (en worden geacht wDsc_4367_2at spulletjes te kopen). Ondertussen worden er vele cynische en flauwe grappen gemaakt (ovDsc_4354_2er mobieltjes, satelliet tv en aanverwante artikelen). We gaan met een rieten boot naar een volgend eiland dat zo mogelijk nog commercieler is . Eris een cafe waar we peperdure koffie drinken  en er staat zelfs een telefooncel. Kortom, het is een bezienswaardigheid maar de lol is er van af omdat het zo toeristisch is geworden. We genieten in ieder geval van het weer en de boottocht. Tegen 1 uur zijn we terug in Puno en eten we snel een hapje. Om half drie vertrekken we naar Sillustani. Niet iedereen heeft trek in grafheuvels en ook Joost blijft ´thuis´. Ik ga wel mee. Sillustani is een bijzondere plek met hele oude grafheuvels (chullpas) van de ´pre-Inca´s. Het is een rit van een 45 minuten. We lopen er een uurtje rond. Er is ook een kudde alpaca´s. Op de terugweg stopt Geert met de motoren bij een hutje waar je verschilende aardappels kunt proven met zandsausDsc_4390_2 Dsc_4397_2. Ik heb geen trek in dat toerischtische gedoe en rijdt met Lars en Jeroen terug (die alleen nog maar een zonnebril op heeft en dus voro het schemer terug wil..). ´s Avonds eten we bijzonder goed (en veel) bij de plaatselijke Chinees.

16 juni. Vandaag rijden we van Puno naar Chivay. Een rit van 300 kilometDsc_4415_2er. We stoppen regelmatig voor een fotostop (en een peuk voor Geert). Soms staat bij eeDsc_4406_2n uitzichtpunt een hele rij verkopers met allerhande waar. Theo is nooit te beroerd om wat te kopen! Bij Mirador Carlitos hebben we uitzicht over 3 vulkanen. Onderweg zien we er ook een flink roken. We lunchen in the middle of nowhere met heerlijke broodjes kip. De huis-alpaca en schaap zijn erg brutaal en dol op suiker. Op de Dsc02297_2foto probeer ik de suikerpot in veiligheid te brengen maar dat lukt niet. Daarna spelen enkele van de groep nog een partijtje volleybal met de locals. We vervolgen oDsc02332_2 nze weg naar grote hoogte (merk je aan druk in je hoofd). Op de hoogste pas van Peru maken we een foto (4919 meter). Het uitzicht is magnifiek. Uiteindelijk komen we aan in het dorpje Chivay waar we toegangskaarten kopen voor de Colca Canyon. We komen in het schemer aan bij ons hotel in Yanque. Jammer want het ziet er erg leuk uit met allemaal cabanas en een prachtig erkertje van waaruit je in de canyon kunt kijken. Al snel trommelt Geert ons op om mee te gaan naar de termale baden (Joost zegt altijd terminal baden). Met de taxi gaan we er heen. Wat een verrukking! Heerlijk warm water met een pina colada in de hand. Na anderhalf uur badderen taaien we af naar een Ierse pub (het is nog een lang verhaal hoe Geert zijn Irish coffee wil hebben…) waar we biljarten en erg lang wachten op prima eten. het eerste groepje komt nog met een taxi naar het hotel. De tweede groep (waaronder Joost) moet een chauffeur uit zijn bed laten trommelen. Het is bijzonder koud en ik slaap onder 2 dekens en 2 dekbedden…..

17 juni. Ontbijt om 6.15 dat is even wennen. Na de warme broodjes gaan we de Canyon in (dwz we rijden de weg af). Het is een slechte weg en dus voor de motoren goed opletten. Jeroen rijdt ook weer mee en dus zit ik met Rene (zijn vader) in de auto die zijn motor heeft afgestaan. Hañverwege staat ineens een controlepost die er eerst niet was. De agent doet vervelend en vindt dat Lars een ander rijbewijs nodig heeft omdat hij toeristen vervoerd. De agent vraagt mij nog wat voor relatie ik met Lars heb! Zijn papieren worden ingenomen en we mogen verder.  We gaan naar een punt waar we condorsDsc02392_2  kunnen zien. Het is er erg druk en het duurt heel lang. We hebben er niet veel fidusie in totdat zich vele condors laten zien (zeker 8). Als klap op de vuurpijl gaan er twee vlak bij zitten. Lars krijgt uhet intussen benauwd. We moeten nog ver rijden, hij heeft net weer een lekke band gerepareerd en hij moet nog naar het politiebureau. Afijn, we voelen ons erg verwend met de condors en gaan op de terugweg. HalvDsc02458_2erwDsc02448_2 ege stat Ron aan de kant om een foto te maken en even later stuift hij voor bij. Die rijdt te hard zegt Lars. Nog geen 2 seconden later zien we Ron midden op de weg staan zonder motor. Hij wijst in een klein ravijn. De motor staat 2,5 meter lager keurig geparkeerd. Ron is door het oog van de naald gekropen; hij vindt het zelf nogal stoer. Door zijn ervaring (hij heeft een racelicentie) heeft hij de motor laten gaan toen hij begon te slippen. Met Dsc_4520_2vereende krachten  krijgen ze de motor er weer uit. Terug in Chivay gaan we op zoek naar een bedrijfje dat de autoband kan plakken en de band van Geert (die weer lek heeft gereden). Het is echter zondag en vaderdag en dat maakt het knap lastig. Geert besluit om op het plein de band te plakken (onder grote belangstelling). Ondertussen gat Lars met de politie praten. De man doet erg lastig maar 100 soles lost alles op (25 Euro). We blijven op de weg naar Arequipa dicht bij elkaar em ik zit met een enorme autoband als gezelschap achter in de auto. Aan het einde van de middag zijn we terug in Arequipa. ´s Avonds organiseert Lars een BBQ in zijn tuin. Het huis is overvol met familie en kinderen. Er wordt gedanst met de babies op de armen…heel apart. We gaan lekker slapen. Het was een prachtige en gezellige tocht met veel pech en ziekte, maar absoluut de moeite waard. Afijn de foto´s spreken voor zich!

Gisteren hebben we vooral veel foto´s uitgewisseld en gebrand en zijn we gezellig uit eten geweest. Vandaag hebben we de groep uitgezwaaid en hebben voorbereidingen getroffen voor het vervolg van onze reis. Morgen vliegen we naar Lima waar we een huurauto oppikken om naar Noord Peru te reizen. We hebben er (nog steeds) zin in! (en de gezondheid is prima). Veel liefs, Joost & Marijke

Lazy dogs en adembenemende bergen

20 juni. Arequipa. Na het ontbijt komt Geert ons vertellen dat we niet naar het vliegveld kunnen met de taxi. Er zijn demonstraties tegen de hoge brandstofprijzen en de wegen zijn afgezet naar het vliegveld. De enige optie die ze kunnen bedenken is ons op een Perumotors waadige manier naar het vliegveld brengen en dat is …..op de motor. Dit betekent wel dat we de doos met motorkleren moeten opsturen, dat doet Geert voor ons. Met de rugzakken op en zonder helmen klimmen we bij Geert en Lars op de motor. De wegen liggen bezaaid met stenen en glas. Langs de kant staan schreeuwende mensen. Lars roept hard: turistas! en ze laten ons door. Op het vliegveld horen we dat we 2 uur vertraging hebben. We drinken nog wat koffie en nemen afscheid. Tegen 12 uur vliegen we naar Lima waar een Hertz huurauto klaarstaat. De juffrouw vraagt of we 2 1/2 week in Lima blijven met de auto, ha, ha! We vetrekken direct uit de stinkstad naar het noorden over de Panamericana. Het is erg druk, de Peruanen kunnen niet rijden en toeteren letterlijk en figuurlijk. Na een uur rijdt Joost iets te hard het plaatsje Chancay binnen en we worden staande gehouden door een agent. Hij spreekt ons nadrukkelijk toe en trekt zijn bonnen boekje. Hij gherhaalt dat een bon heel duur is en dat we hem kunnen helpen. Dit betekent dat je je portemonnaie moet trekken! Joost geeft hem 20 soles (5 Euro) en hij wil nog een tientje. Dat hebben we natuurlijk niet! Nog wat soles en Joost krijgt zijn papieren terug. Zo gaat dat hier. We halen net in het donker de kustplaats Huacho. Via de borden langs de weg vinden we een ommuurd hotel. Het is erg leeg en gelukkig kunnen we er ook wat eten.

21 juni. Na een ontbijtje vetrekken we richting Huaraz. Huaraz ligt in de Cordillera Blanca, de hoogsteConvar630 bergketen in Peru. Van 0 naar 3000 meter. Na 30 km zijn we gelukkig de mist van de kust kwijt en rijden door een vruchtbare vallei in een woestijnachtig landschap. Er worden maiskolven en pepers gedroogd op de heuvels en in het midden wordt fruit gekweekt. Als we de pas  (4100 m) over zijn verschijnen besneeuwde bergtoppen. Het is prachtig. In Huaraz veel blanken (gringo´s) en de hostals die we uitgezocht hadden zitten vol. Dan maar naar Hotel Tumi. Wel wat duur (29 dollar) maar wel een veilige parkeerplaats voor de auto en alles erop en eraan. We eten bij een echte Thai!

vrijdag 22 juni. We krijgen bericht dat de Lazy Dog Inn ruimte heeft voor ons vanaf zaterdag en dat is prachtig. Vandaag maken we een ritje in de omgeving en testen het off-road karakter van onze Toyota Corolla uit. Dat doet íe niet slecht! ´s Middags proberen we de hotsprings bij Monterrey. Nou ja, laat dat hot maar weg. Het chocoladebruine water is lauw en er spetteren een hoop Peruanen rond die zwemmen als hondjes (en niet vooruit komen). We drinken een biertje op een terras langs de weg en ´s avonds eten we bij de plaatselijke Chifa (chinees, altijd garantie voor groente bij je eten!).

zaterdag 23 juni. Vandaag gaan we naar de Lazy Dog Inn. Een nogal dure optie (60 dollar all in) maar het is wel een prachtige lodge in de bergen. We nemen de gravelweg langs de Wilcahuain ruines en volgen de aanwijzingen. Na een klein stukje kuilen komen we aan. Diana wacht ons op. Het ziet er Convar636 prachtig uit(kijk maar eens op de website, we slapen in de condor suite). Na kennismaking met Wayne en de honden en de koffie gaan we gelijk op pad. We lopen de Quebrada Llanca in (kloof tussen twee bergen die eindigt in een gletsConvar639jer). De wandeling is steil omhoog en het is warm. We raken regelmatig buiten adem op deze hoogte. Na een kleine 3 uur komen we op een weide aan. De gletsjer die zo dicht bij leek gaat steeds verder weg. We lunchen wat in een weidje en gaan terug. Het is hier prachtig en ondanks de enorme inspanning genieten we volop. Na 5 uur lopen smaakt een copa libre Convar648(baco) extra goed!  We maken kennis met een Peruaans gezin met 2 kleine kindertjes en eten met z´n a llen (een iets te simpele maatijd voor dit geld). We zitten nog even buiten bij het kampvuur en Wayne leest voor uit Men from the mountains (een boek over de eerste parkwachters in de Rockies). Overal zien we vuren in de bergen voor het San Juan feest. Het bed slaapt uitstekend onder een vracht dekens (het is nogal koud hier op 3600 meter).

zondag 24 juni. We ontbijten met pancakes en kijken nog even bij een meeting met de plaatselijke comConvar676_1munity waar Wayne en Diana van alles voor doen. De buren hebben ook samen met hen de lodge gebouwd (30 man, 1 1/2 jaar) van adobe (stenen van modder en gras). De kwaliteit van de lodge is buitengewoon! Daarna gaan we met de auto over een gravelweg naar het startpunt van de wandeling naar Lago Churup. Het laatste stuk is echt off-raod, maar de auto houdt het. De wandeling is echt steil omhoog en weer hijgen we als postpaarden. De diepten zijn enorm. Het allerlaatste stuk is een echConvar652t klauterstuk over rotsen langs een waterval om bij het meer te komen. Ik zie het niet zitten en bekijk het klauterwerk van Joost die het meer wel te zien krijgt. Terug lopen naar de auto gaat aanmerkelijk sneller! ´s Avonds eten we met Diana en Wayne onder het genot van een DVD (The Good Shepherd). Wayne vertrekt naar Lima. Hij werkt daar door de week omdat de Inn niet genoeg geld opbrengt.

maandag 25 juni. We maken na het ontbijt nog een wandeling van een kleine 3 uur door de commConvar660un ity (steil omlaag en omhoog). We lopen door akkers en langs hutjes, de schoool en de kerk. Het is warm en wederom zijn we buiten adem van het landschap. Na de middag rijden we richting Caraz (het noorden). De vallei is groen met heuvels eromheen. Vanaf de weg zie je echter de enorme besneeuwde toppen erachter. Een machtig gezicht. De hoogste berg is ruim 6700 meter hoog (de Huascaran). In Carhuaz eten we arroz chifa (soort nasi) en na de maaltijd verliest Joost zijn kroon! We vragen rond naar een tandarts maar het is nu siesta. We rjden verder naar Caraz en hebben wat moeite om het hostal te vindConvar685en. Een brommertaxi wijst ons de weg voor 1 sol. Na het inchecken gaan we gelijk o p zoek naar een tandarts. Dr Luisa plakt vakkundig Joost zijn kroon er weer in. Daarna drinken we een biertje met uitzicht op de plaza. Hier geen gringo´s, zo ver weg! We hebben dan ook moeite om een goed restaurant te vinden. UIteindelijk eten we Pollo a la brasa (gegrilde kip) maar die blijkt zich ´s nachts flink te roeren. We voelen ons beide niet lekker en slapen slecht. We besluiten niet te blijven.

Dinsdag 26 juni. Om de auto eens flinke uit te nutten besluiten we de Canon del Pato te rijden. Een indrukwekkende kloof met een slechte weg. We gaan op pad en na een onverwacht stuk asfalt begint 14Convar694 km. door een enorme diepe kloof met maar liefst zo´n 30 tunnels! De weg is volgens Joost indrukwekkender dan de dead-road in Bolivia. De weg is erg slecht en de bodem wordt regelmatig geraakt door enorme stenen. De kloof door 1000 meter graniet is niet alleen diep maar ook hoog, regelmatig zien we vanuit de auto de bovenkant niet. Op het smalste stuk is de kloof 15 meter breed. Halverwege nemen we een lifster mee (waar komt íe vandaan??). We keren net voor Huallanca en zetten haar af. terug is nogmaals spectaculair: toeteren voor iedere tunnel en apegapen in de diepte. Fantastisch. Dit doet de buikpijn vergeten! Onderweg eten we wat crackers en yoghurt. We checken vlak voor Huaraz in in Hotel Sierra Nevada. We slapen gelijk maar wat. Tegen 5 uur gaan we eens rondkijken. We blijken de enige gasten en hebben het koud. Ze maken een haardvuur voor ons (met oude meubels) en wat coca-thee. Als het vuur uit is gaan we maar naar de kamer. We hebben geen honger en lezen wat. Het hotel is veel te duur voor wat ze bieden (120 soles) maar het is ieder geval rustig. We slapen alletwee prima.

Woensdag 27 juni. We ontbijten bij een bakkertje in Huaraz (de eetlust is terug) en gaan op weg. Convar704De weg ligt bezaaid met keien en de ME is bezig om het op te ruimen. Waarom doen ze dat toch? De  terug weg naar de kust gaat langs dezelfde weg maar omdat het nu wDsc_4628_2o lkenloos is en zonnig worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht op de Cordillera Blanca! We maken iets te veel fotostops e komen pas rond 1 uur bij de kust aan. Nu nog 360 km nar Trujillo! Als iemanConvar709_1d Peru ´doet´ langs de Panamericana dan zou íe kunnen denken dat het een woestijnstaat is. Alleen maar bergen van gelige rotsen en zand. De snelheid is bovendien laag max 90 km per uur maar regelmatig 60 of 45 en er staat regelmatig politie. Vlak voor donker bereiken we Trujillo. Een grote stad en in de spits is het er erg druk. Hte eerste hostal kunnenDsc_4617_2 we niet vinden en dus rijden we richting de Plaza de Armas (centrum) we vinden El Ejecutivo, een simpel hotel. De auto kan in een nabijgelegen ´cocheria´. De kamer is wel lachen. Het raam kijkt uit op een luchtkoker, het nachtlampje is niet aan te sluiten en in het plafond zitten glazen blokken waarop je de bovenbuurman ziet lopen. Ach ja, wel in het centrum voor 70 soles per nacht! We gaan maar eens lekker eten! We besluiten ene dag hier te blijven.

Donderdag 28 juni. Na een prima nacht (met oordopjes) hebben we wat door de stad gelopen. Nu zit ik in een internetcafe en het lijkt erop alsof al mijn foto´s van de afgelopen week verdwenen zijn. Ik kan wel janken! Dit heb ik eerder gehad (door een directory op het schijfje aan te maken raakt hij de kluts kwijt). Ik snap er niets van want op mijn toestel heb ik gisteren nog foto´s bekeken van de afgelopen week. Zo eerst dat nog maar even proberen. Alleen van gisteren heb ik nog wat foto´s (ander schijfje). Balen!!!! (1-8-2007 – door het freeware programma PC Inspector smart recovery heb ik de meeste foto’s weer terug gelukkig!) Verder alles OK, ook met de gezondheid. Morgen gaan we wat pre-Inca geschiedenis opsnuiven (CHan Chan) en dan verder naar het noorden.

Veel liefs, Joost en Marijke

Moche, Chimu en andere resten

2Dsc_4634_28 juni. Na de ontdekking dat het schijfje met foto´s niet meer bruikbaar was, heb ik des te fanatieker in   Trujillo nog wat foto´s gemaakt. En ik ben er achter dat er ´disk recovery Dsc_4640_2software´ bestaat, dus dat ga ik thuis maar eens proberen. Trujillo is een koloniale stad met veel houten balkonnetjes en ijzer traliewerk. Verder is het net als iedere Peruaanse stad vol, druk en lawaaierig.

29 juni. Vandaag gaan we op weg naar Huanchaco, een vissersplaatsje, maar eerst naar Chan Chan. Chan Chan was eens de hoofdstad van het Chimu-rijk dat zich uitstrekte van Santiago in Chili tot de Peruaanse grens met Ecuador. De Chimu heerste van 850 tot 1470 AD. Chan Chan beslaat een gebied van 28 vierkante kilometer groot. Er woonde in de hoogtijdagen 60000 mensen en de tempels bevatte veel keramiek, goude en zilver. Daarna hebben de Inca´s er nogal huisgehouden en de Spanjaarden hebben alle kostbaarheden geroofd. De stad was helkemaal opgetrokken van adobe Dsc_4644_2(stenen van modder met stenen en stro) en de regens (El Niño) hebben dan ook veel vernietigd. Nu is alleen het Tschudi complex gedeeltelijk opgegraven en gerestuareerd. Let wel er is nauwelijks geld en het is enorm dus er is eigenlijk maar een Dsc_4654_2heel klein gedeelte te zien, maar wel indrukwekkend! Hte Tschudi complex was geen tempel maar een administratief centrum waar vanuit het hele rijk vanalles werd verzameld, van goud tot groente en fruit. Door middel van prachtige  reliefs werd aangegeven wat waar werd bewaard. Ook was een enorm plein waar de koning de spulen kreeg overhandig. De grootte van dit alles is moeilijk te beschrijven en te fotograferen. Als we afscheid nemen van de gids besluiten we toch naar Chiclayo door te rijden (het noorden). Het weer aan de kust geeft weinig zin in strand want het is vooraal ´s ochtends mistig en fris. Rond 2 uur zijn we in Chiclayo en vinden de stad maar niks. Dan maar gelijk door naar Lambayque waar het mooiste museum van Peru staat, de landelijke tros: Museo Tumbas reales de Sipán. Het is een bijzonder modern museum dat volgepakt is met Moche Dsc_4660_2 goud. De Moche was een volk dat heerste van 100 tot 800 AD. En van hun koningen was de Heer van Sipan. Toen er allerhande voorwerpen op de zwarte markt verschenen en zelfs bij Sotheby´s raakte een plaatselijke archeoloog argwanend en begon voorzichtif rond te vragen. Onder een enorme heuvel (die erg lijkt op alle aneder heuvel in de omgeving) bleken drie enorme piramides schuil te gaan van diverse niveaus. Omdat alles hier van adobe is zijn de pyramides door de jaren heen afgesleten. Rovers hadden alleen de bovenste legen leeggehaald. Walter Alva zocht dieper en werd meesterlijk beloond. Ze vonden het graf van de heer avn Sipan. Deze meneer werd begraven samen met een aantal anderen (vrouwen, jongeren en dieren) onder 11 lagen van gouden sieraden kleding, kralen kragen en nog veel meer. Op de website van het museum krijg je een beetje een idee maar vooral de artikelen met foto´s in de National Geographic zijn erg indrukwekkend. Enigszins beduusd komen we er weer uit. In de buurt vinden we geen leuk hotel en verder nara het Noorden willen we toch eigenlijk niet, de afstanden zijn te groot. We draaien dus om en rijden op een andere manier Chiclayo binnen. Dat ziet er ineens veel beter uit! We checken in in Hotel Santa Victoria en gaan de stad in. We eten een lekker pizzaatje met een taartje en koffie toe.

30 juni. Na het lezen van de Lonely Planet en het bestuderen van de kaart besluiten we naar Cajamarca teDsc_4685_2 gaan. Cajamarca is een redelijke stad 170 km van de kust het binnenland in. DeDsc_4680_2 kust is lelijk en mistig; de bergen bevallen ons veel beter. Door een lange vallei met veel fruit, rijst en mais rijden we omhoog over een pas naar Cajamarca. De weg is redelijk geasfalteerd en afgezien van wat  suicidale buschauffeurs, taxi´s en wat flinke  brandstoftransporten in colonne valt de drukte best mee. Cajamarca doet gelijk vriendelijk aan. Veel lantaarntjes en koloniale gebouwen en twee prachtige kerken. . We checken in in Hostal Portada del Sol, een oud-koloniaal hoteletje. ´s Avonds eten we in een leeg restaurant (zoals zo vaak in dit gringo-loze gebied).

Zondag 1 juli. In het hotel brand ik nog snel wat foto´s op CD en we vertrekken richtibg Los baños del Inca´s. In dit plaatsje ten oosten van Cajamarca was ooit de Inca koning Atahualpa gelegerd toen hij naar Cajamarca werd gelokt door de Spanjaard Pizarro. Voor zijn vrijlating liet Atahualpa enorme hoeveelheden goud en zilver uit zijn rijk komen, maar Pizarro vermoordde hem desalniettemein. Vlak bij dit plaatsje ligt Hacienda San Antonio en daar wilen we gaan kijken. De rit er naar toe valt echter niet mee. Uitgerekend nu is er een wedstrijd voor rolstoelen van Cajamarca naar Los baños. De agentes fluiten onverbiddelijk. We sluipen achter wat micro-busjes aan en uiteindelijk lukt het ons er te komen. Uiteraard is de hacienda geheel leeg, maar als we de bungalow zien met open haard enDsc_4674_2_1 queen-size bed (1.80 bij 2.50 m!) gaan we om (al is het voor 50 dollar per nacht). Het weer is fantastisch en we willen hier graag even blijven om te relaxen. ´s Middags gaan we naar Los baños del Inca. Het duurt even voordat we door hebben hoe het werkt maar de servicio Imperial is heerlijk. We krijgen een eigen schoongeboend groot bad waar we zelf het hete water in kunnen laten lopen. We moeten er wel even op wachten maar dat is het zeker waard!  ¨s Avonds ontmoeten we ene kletsgrage Amerikaanse in de hacienda en eten met z´n tweetjes (in een lege zaal). Daarna ontsteekt Joost het haardvuur in onze kamer!

2 juli. Na een laat ontbijt lezen we wat in de felle zon. Tot onze schrik komt de mevrouw van Portada del Sol met een taxi en beweert dat we niet betaald hebben. Joost weet zeker van wel maar kan het niet bewijzen. We betalen dus (nog een keer?) en ze vertrekt. ´s Middags bezoeken we een ongewoon moderne shoppingmall. Ik bel met Jaap en Jacomien en we eten een hamburgertje. En dan geef ik me over aan Alejandro. Alejandro is een typische kapper. In het zwart met gecoifeerd haar, geepileerde wenkbrauwen en zebra-stijl nagels. Hij behoeft geen aaanwijzingen en meet mij een hip kapsel aan (dat verdacht veel lijkt op wat hij net bij zijn assistente heeft geknipt, ha, ha). Ik ben zeer tevreden in ieder geval! In de stad parkeren we de autoi bij een cochera en hangen wat op de plaza. Daarna eten we uitstekend bij Las Tullpas (joost eet weer eens cuy=cavia). In het donker vinden we de weg terug en is het weer tijd voor een haardvuur!

3 juli. Vandaag maken we een ritje richting Celendin. Tot onze verbazing is het eerste stuj perfect geasfalteerd. Zodra het off-road wordt moeten we wel terug want dat is te heftig. De omgeving is Dsc_4688_2_1 prachtig. We eten langs de weg en op de terugweg gaan we weer naar de baden. Wat is het leven toch zwaar! ´s Avonds eten we in het hotel en ondanks dat we het hebben aangekondigd, moet de kok gehaald worden. Als ik erna nog een toetje wil kan dat niet meer want de kok is al gevlogen!

4 juli. Vandaag gaan we terug naar de kust. Door de vallei rijden we in het zonnetje. Een heerlijke rit. Inmiddel hebben we zo´n 8 CDs aanboord (per stuk 50 cent) die hetDsc_4689_2  leven een stuk aangenamer maken. Rond 3 uur komen we in Huanchaco aan, een klein vissersplaatjes vlak boven Trujillo. Nu schijnt de zon en ziet het er zeer aantrekkelijk uit om hier te blijven. We vinden een heerlijk hotel met uitzicht op zee (Hostal Huankarute). We drinken een biertje op het terras in de felle zon. Er zit een groep Amerkinaas jongeren die archeologisch veldwerk doen, maar daar hebben we verder weining last van. ´s Avonds eten we boven verwachting erg goed vis (Corvina bij Kero). Wat is het leven zwaar!

5 juli. Helaas is het vandaag bewolkt. We maken een strandwandeling maar dat is van korte duuDsc_4715_2Dsc_4698_2r. De vissers komen binnen en dat is heerlijk om naar te kijken. Die vissers zitten op hun knieën op rieten 1-persoonsbootjes die ze voortpeddelen met een stuk bamboe. Als ze terugkomen zitten ze vol met krabben. Een prachtig gezicht. We kijken zo lang dat het tijd wordt om te lunchen: vis met een biertje gaat er wel in! ´s Dsc_4704_2_1 Middags lezen we heerlijk in de zon en proberen alvast wat hotelletjes in Cuso te regelen (maar dat valt niet mee want daar is het hooooog seizoen). ´s Avonds eten we bescheiden en slapen weer uitermate vroeg en lekker!

Dsc_4718_2_1Dsc_4711_2_1  6 juli. We beseffen dat we ons een dag vergist hebben en dus blijven we nog een dag langer hier. We hebben echt een kalender nodig om de datum en de dag te weten. We gaan echetr wel wat doen! Eerst regelen we nog het e.e.a. in Cuso en Nazca. Vervolgens gaan we met een routebeschrijving op pad naar de tempel van de maan (Huaca de la luna), een Moche tempel. Ook deze tempel (net als Sipan) is pas in de jaren 90 opengemaakt door archeologen (en al eerder ontdekt door rovers). Als we er aankomeDsc_4730_2n worden we eerst getrakteerd op een goede videofilm in het Engels over de Moche Dsc_4737_2beschavin en alle monumenten langs de Peruaanse kust. Vervolgens gaan we op pad met een Engelstalige gids. De tempel hangt van menselijke offers aan elkaar dus het verhaal is wat bloedig. De tempel bestaat uit 5 lagen waarvan de bovenste vernietigd is door de Spanjaarden. Ze zijn nu gesponsord door de Dsc_4740_2plaatselijke bierbrouwer (Backus) de diverse lagen aan het blootleggen. Er zijn hele mooi felgekleurde reliefs te zien. De kleuren zijn alleen blootgelegd en beschermd en niet gerestaureerd. Als we bij de plaza komen is de grootte enorm en worden de diverse lagen 1 vor 1 blootgelegd. Ook de omvang van deze tempel is moeilijk te bschrijven en te vangen in foto´s. Vorig jaar kwamen hier 97000 bezoekers waarvan 633 Nederlanders! Terug in Huanchaco maken we een lekkere strandwandeling, zon zit er vandaag niet in. Als voorsporong op ons 7 jarig jubileum morgen nemen we een piña colada en een lekker stuk gegrild vlees.

7 juli. Vandaag op 7-7-07 zijn we 7 jaar bij elkaar. Alles is vandaag in het teken van ons jubileum, ha, ha. Om 10 uur rijden we weg op weg naar het zuiden. Rond 12 uur komen we in Chimbote aan en lukt het ons om een bedrag in dollars over te maken naar een touroperator in Nazca voor een hotel daar en een rondvlucht over de Nazca lines. Het rijden is saai langs de kust, weer droge woestijnachtige stukken en kale bergen. Rond 16.00 uur komen we in Barranca aan. en checken in hotel Chavin in. We trekken nog steeds bekijks want hier zijn niet of nauwelijks niet-Peruanen te zien. Joost  gaat voor de gelegeheid naar de kapper (voor 1 Euro en nog goed ook!) en ´s avonds eten we uistekend bij de plaatselijke chifa (chinees) waar we onder het genot van eend met oestersaus naar de wedstrijd Chili-Brazilie kijken (1-6). We worden nog wel even van ons eten gehouden door een Canadese die met haar man en 4 dochters 3 weken (!) in Barranca verblijft (bij de plaatselijke dominee). Ik kan het niet laten op te merken dat er nog zoveel te zien is in Peru. Het blijkt overigens de goede chifa te zijn, want als we de zaak verlaten zit íe bomvol.

8 juli. Vandaag een grote dag: Noor komt aan! We gaan vroeg richting Lima en met navigatie- en rijkunst weten we om 11.30 bij Mami Panchita aan te komen (hostal). Ik begin direct met dit lange verhaal en Joost leest de nederlandse kranten bij. Om 3 uur staan we al op hget vliegveld. Dsc_4744_2Het duurt behoorlijk lang voordat er passagioers uitkomen en Joost vraagt aan een stewardess waar zijn dochter blijft. Ze hebben haar overgedragen aan het grondpersoneel en komt er zo aan. Eindelijk verschijnt ze dan ! Alles is goed gegaan en we pakken een taxi naar het hostal. Na wat bijpraten doen we nog wat inkopen en eten bij het plaatselijke kippenrestaurant. Vanaf nu zijn we met z´n drieën en het is gelijk gezellig. Morgen gaan we met de auto naar het Zuiden (Pisco en Nazca). Wordt vervolgd!

Liefs, Joost, Marijke en Noor!

Als echte toeristen…

9 juli 2007. Om 8.30 vertrekken we uit Lima met de huurauto en navigeren de stad uit naar het zuiden dat helemaal niet tegenvalt. Langs vele lege strandplaatsjes en een prima 4 baans snelweg rijden we richting Pisco. Halverwege wordt het weer 2 baans en moeten we veel dorpen door wat tijd kost. In Ica raken we de Panamericana weer eens kwijt; deze staat over het algemeen slecht aangegeven. Rond 12 uur arriveren we in Pisco en checken in bij het hostal San Isidro. Hier komen duidelijk veel toeristen want de eigenaresse zegt: Heel goed! tegen ons. We eten wat op de Plaza en lopen wat rond. ´s Middags lezen we naast het zwembad. Het zonnetje schijnt wel maar het is te koud om er in te gaan.

10 juli 2007. We worden als echte toeristen opgehaald door een touroperator om 7.15 uur!! Hte busje raakt helemaal vol met verschillende nationaliteiten. Als we in Paracas aankomen is het daar heel druk. De attractie van Paracas zijn de Islas Ballestas. Dit noemen ze de ´poor man´s Galapagos´ met penguins, zeeleeuwen, Jan van Genten en aalscholvers. Het duurt even voordat we kunnen inscheDsc_4754pen want de haven zit ´dicht´(?!). We vermaken ons met de pelikanen. Dan met 33 man in een openDsc_4761 boot en op weg. Het is bewolkt en fris. Eerst gaan we langs de Candelabra. Het is eigenlijk een voorstelling van een cactus in enorm formaat op de zijkant van een berg. Het wonderlijke is dat die tekening er al 2000 in staat! Als we bij de eilanden aangekomen zijn zien we fraai uitgesleten rotsen en een aantal penguins, maar vooral veel vogels die enorm veel poep achterlaten op het eiland. In de jaren 80 is dit het belangrijiste exportproduct van Peru geweest (als mest). Verder zien we nog wat zeeleeuwen maar het is allemaal niet heel erg indrukwekkend en eerder ´beggar´s´ Galapagos. Waarschijnlijk zijn we wat verwend! Afijn Noor wordt flink misselijk en ik heb gelukkig een Primatour genomen. Terug in de haven moeten we lang wachten op transport naar Pisco. Terug in Pisco lunchen we bij een bakkertje en vertrekken om 1 uur met de eigen auto naar National Reserva Paracas. Dit is een enorm beschermd gebied.Dsc_4784 Eerst Dsc_4790zien we wat flamingo´s op grote afstand. en vervolgens rijden we off-road naar de kust. Dit is echt heel gaaf want het lijkt alsof je over zand rijdt maar het is keihard. De weg is nauwelijks te zien en dus is het wel spannend. De kust is hoog, rotsig en ruig. We eindigen de ´safari´ bij de Catedral. Een onverwacht leuke middag.

11 juli 2007. Vandaag vertrekken we richting Nazca. Het is een rustige 3 uur rijden. Rond Ica liggen de wijngaarden van Peru maar het is een beetje te vroeg daarvoor. Bij de uitkijktorne langs de Panamericana bekijken we de Nazca lijnen van dichtbij. Hier is het nog niet zo goed te zien. Weer roept iemdan ´tot ziens´ tegen ons als ze horen dat we uit Nederland komen. We checken in in Oro Viejo, een prachtig hotel met mooie tuin en zwembad. Het is zonnig en lekker warm. We eten heerlijk bij Don Horno en zakken af bij het zwembad. ´s Avonds eten we bij El Porton in een grote tent met veel toeristen.

12 juli 2007. Om 7 uur belt Enrique van MysteryPeru dat het weer nogal mistig is en dat onze vlucht over de Nazca Lines waarschijnlijk wel vertraagd zal zijn. Om 10 uur haalt hij ons op en rijden we naar het vliegveld. In een heel klein vliegtuigje met 5 passagiers vliegen we over de Nazca Lines. Waarschijnlijk zijn de enorme tekeningen van dieren gemaakt door shamanen (soort medicijnmannen in hallucinatie). De figuren waren voledoende groot om ´belopen te worden in processies om zo de krachten van de uitgebeelde dieren over te nemen. De lange lijnen w aren waarschijnlijk bedoeld om waterbronnen aan te wijzen. Tijdens de vlucht word je langs zo´n 12 figuren gevlogen en bij ieder figuur Dsc_4812maakt de piloot linksom en rechtsom een rondje. Op de foto zie je de uitkijktoren langs de Panamericana met de handen en de ´boom´ vanuit de lucht. Ondanks de Primatour komt mijn ontbijt er dus uit! Geen probleem, dan is het ook gelijk over. De figuren zijn inderdaad imponerend en als we daarna de video van 45 minuten bekijken dan raak je echt gefascineerdover het mysterie er achter. We kopen ook een boekje erover. In Nazca lunchen we wat en daarna maken we ons klaar voor een middagje aan het zwembad. Om 2 uur belt Enrique echter om ons te waarschuwen dat er morgen een grote staking is en we waarschijnlijk niet naar Lima kunnen komen. We danken hem hartelijk voor de info en gaan zo snel mogelijk op pad. Hij is zo netjes om ons het geld van het hotel terug te betalen. Om 3 uur rijden we richting Lima. Normaal gesproken is het 6 uur rijden en om 6 uur wordt het donker. Het gaat voorspoedig maar Joost moet een uur lang een spannend stuk afleggen op een 2 baansweg in het donker. Gelukkig wordt het daarna 4 baans en wonder boven wonder geraken we in Barranco een wijk in Lima. Gelukkig heeft het eerste het beste hotel plek en om 9 uur zitten we in een lekker restaurantje. Dat avontuur hebben we ook weer overleefd!

13 juli 2007. We ontbijten midden in Barranco bij een tent die beter geen ontbijtjes kan serveren. Het duurt vreselijk lang en we krijgen alles ongelijk. Dan doen we een poging om naar Hostal Mami Panchita te komen. OP de kaart ziet het er niet moeilijk uit maar we doen er een dik uur over om er te komen. De kaart die ik heb van Lima is te globaal en heel veel straten hebben andere namen. We droppen de baggage en rijden direct door naar het vliegveld. Hertz doet niet moeilijk over wat kleine lakschade en dat is heel mooi! We hebben 4000 kilometer met de auto gereden en zo weinig schade is een prestatie van formaat van señor Joost! We laten ons met een taxi in Miraflores afzetten, eten lekker bij een Italiaan en lopen wat door de stad. We eindigen in Larcomar (winkelcentrum) waar we wat drinken en eten. Op tijd terug naar het hostal waar we wat internetten en lezen. Toon bevestigd dat er inderdaad een flinike landelijke staking aan de gang is van leraren en dat het vandaag onmogelijk was geweest om naar Lima te komen. Thank you Enrique! Ook nog steeds geen spoor van onze doos met motorkleren…..

14 juli. Om 8 uur met de taxi naar het vliegveld. Het is erg druk met toeristen. Er gaan maar liefst 3 vliegtuigen naar de jungle (Puerto Maldonado). Met een tussenlanding in Cusco komen we om 12.15 aan in Puerto Maldonado. Het is warm en klam. We orden opgevangen en met een busje vol narDsc_4815_1a het kantoor van de Corto Maltes lodge gebracht. Hier registeren we en betalen we en vervolgens gaat het hele spul in de boot de rivier Madre de Dios op. Na een half uur varen komen we bij de lodge aan. Dat ziDsc_4818et er mooi uit! Wat een luxe. Na een heerlijke lunch zien we dat ook onze bungalow prachtig is met veranda met hangmatten en een eigen badkamer met warm water. Tegen 3 uur gaan we met een wel heel grote (luidruchtige) groep op pad. Gids John legt veel uit over bomen en planten maar we zien geen beest. Vooral de Engelsen gedragen zich alsof ze in een winkelstraat lopen en dan zien je dus echt niets (maar dat is hier geloof ik ook niet de bedoeling). Als het donker is gaan we met de boot de rivier op en spotten met een grote lamp witt kaaimannen. Ook hierbij vraag ik me af of deze dieren dat wel zo fijn vinden. De vergelijking met de eco-vriendelijke lodge in Bolivia blijft zich aandienen. Het diner is heelrijk en we vragen of Hannah en Jospeh bij ons komen zitten (2 studenten die tijdelijk werken in Cusco).

15 juli. Om 5.50 uur verzamelen (hoezo vakantie?!) en we gaan naar een grote schuilhut die uitkijkt op een zogenaamde ´clay lick´ . Hier komen parakieten in dit geval likken aan een kleiwand om zo mineralen binne te krijgen die ze benutten om eventuele giffen uit vruchten te neutraliseren. Na een uurtje wachten komt een grote groep groene parakieten die zich aan te wand kleven om te likken. Ze maken een enorme herrie. Om 8 uur ontbijten we en na even liggen vetrekken we om half elf richting ´monkey island´met de boot. Ze brengen ons naar een plek in het woud waar veel apen zitten. Tot mijn ontsteltenis komt er een zak bananen tevoorschijn om de dieren te lokken . Er komen inderdaad witte en bruine Kapuchin monkeys op af en een Squirel monkey. We weten uit Bolivia dat deze dieren schuw zijn voor mensen en dus zijn ze hier gewoon afgericht!! Er komen bovendien weining apen oDsc_4843p af en we zien bananen liggen van waarschijnlijk een vorige groep, ze zitten gewoon vol! Hoezo eco-toerisme?? Jakkes. We stappen weer in de boot en varen een kwartiertje. Nu lopen we een aantal kilometers over een pad naar Lago Sandoval. OndDsc_4852erweg picknicken we in een dorpje. We worden uitgenoduigd om te zwemmen maar het water is heel vies. Met een kano varen we een stuk langs de kant op het meer. Het is bloedheet en de zon is fel. We zien tropische vogels, schildpadden, kingfishers en wat apen. Om 6 uur zijn we na een flinke wandeling en een boottochtje weer terug bij de lodge. We kletsen wat met een groep Engelsen die allemaal buren van elkaar zijn en borrelen wat (oeps de prijzen en zijn dollars en geen soles!). We eten weer uitstekend en gaan op tijd naar bed.

16 juli. Ai het regent flink als we wakker worden. Ach ja, daarom is het hier zo groen. Bij de hut naast ons staan 2 koeien te schuilen (?!). Na het ontbijt wordt het rustiger en als we om 10.30 vertrekken is het droog. We zijn nu met een kleinere groep (een Frans gezin van 4, wij 3, Hannah en Joseph). DeDsc_4865 meeste mensen blijven maar 2 nachten. We gaan eerst naar een dorpje waar een plaatsDsc_4872elijke lolbroek ons het een en ander verteld over jagen en hun manier van leven. Erg interessant. Hij praat een beetje Spaans en weet heel beeldend vanalles over te brengen. Hij draagt traditionele kelding van boombast. Daarna laten ze ons nog even een boa zie, die heel sterk blijkt te Dsc_4886zijn. We laden weer in en varen verder naar een tropische farm. Hier gaan we eerst picknicken. De omgeving is prachtig, we zitten tussen de bananen en allerhande vruchtbomen en bloemen. Tot onze verbazing komen er warme pakjes van bladeren tevoorschijn waarin rijst met kip, heerlijk! Bij Noor valt het niet zo goed. De boer (die helemaal alleen is) leidt ons rond op de enorme farm met avocado´s, tomaten, carambola´s, mango´s, en vruchten waarvan ik de naam niet meer weet. Het is erg leuk en wanneer de fooien tevoorschijn komen krijgen we ook nog kokosnoten om te drinken. We varen terug en om 4 uur zij n we weer bij de lodge. Op verzoek van Joost gaan we nog een uurtje vissen. Hoe graag ze ook willen om een grote catfish te vangen, de lijntjes blijven leeg! 

Een vegetarisch verblijf en een wereldwonder

17 juli 2007. Vanuit de jungle-lodge vertrekkenw e met de boot naar Puerto Maldonado. Daar neemt gids John ons nog even mee naar de plaatselijke markt. Altijd leuk, met gids zie je veel meer en hij Dsc_4927vertelt ons over allerhande vruchten en kruiden. We komen veel te vroeg op het kleine vliegveld waar het heel druk is. De Engelse buren die ons gisteren al verlaten hadden staan er ook weer. Hun vlucht was gecancelled en dus hebben ze een dag moeten rondhangen. We kunnen helaas niet eerder mee en wachten dus maar onder het genot van een ijsje. Om haf twee landen we in Cusco en (naar later blijkt) worden verschrikkelijk afgezet met de taxi. Eigen schuld, dan hadden we maar na moeten vragen. We checken in in Hostal Marani van Nederlands eigendom. Tineke woont al jaren in Cuso en heeft zelfs 8 jaar in een sloppenwijk gewoond om kinderen te helpen (Stichting HoPe). Na de lunch op de zonnige binneplaats gaan we met de taxi naar het treinstation. Het duurt even maar dan hebben we (voor een fortuin) treinkaartjes naar Machu Picchu. Voor Peruanen kost de trein erg weinig, maar toeristen trekken ze een poot uit! Tip voor mensen die dit ook gaan doen: rijdt met de taxi naar Ollantaytambo en neem dan een retourtje met de trein naar Machu Picchu; scheelt veel tijd en geld! Na cappucino op de prachtige Plaza, internetten we wat. ’s Avonds eten we ietwat teleustellend bij een parillada; waar ze in de rest van Peru enorme stukken vlees serveren, krijg je in dit toeristische zwaartepunt van Peru een klein lapje geserveerd. De live muziek is wel leuk en ze veleiden ons tot het aankopen van 2 CDs.

18 juli. We slapen aan de straat en de kamers zijn nogal gehorig; niet optimaal dus. We worden erg vroeg wakker. We ontbijten bij Cicciolina met wel heel bijzondere broodjes. Eeven terug naar het hosteDsc_4938l (trappen op) kost nogal wat moeite op deze hoogte. We scharrelen door de wijk San Blas en laten onze schoenen poetsen. Als de politie komt verdwijnen ze even snel uit het zicht (met mijn veters nog in de hand), maar zijn ook zo weer terug. Maar het moet gezegd, de schoenen zijn erg opgeknapt van de ‘special’ behandeling.  We doorkruizen het centrum van Cusco, dat erg onperuaans aandoet. Smalle straatjes, geen neonverlichting, geen reclame aan de muur of onbeloopbare stoepen. Hier is het netjes met een groot aanbod Dsc_4950aan hotels en restaurants. Na vele winkels vind ik een prachtig zilveren collier met oorbellen en een ring. Noor slaagt ook. Daarna gaan we uitgebreid internetten en drinkt Joost ergens wat. ’s Avonds eten we met Hanneke en Thomas, twee studenten uit Nederland, broer en zus van duidelijk welgestelde ouders.

19 juli. Na een laat ontbijt nemen we een taxi naar Urubamba, een stadje in de heilige valleiDsc_4959_1, Het is even zoeken maar uiteindelijk komen we na een stukje erg slechte weg bij Las Chullpas. Dit hostel ligt in een grote tuin en bestaat uit diverse huisjes en kamers. Het ziet er erg idyllisch uit. Onze kamer is groot en graooig ingericht. De badkamer maakt een onvergetelijke indruk; er ligt een rots middenin! Na wat lezen in de z on krijgen we een heerlijke vegetarisch lunch van 3 gangen met een sapje en koffie toe: Dsc_4956Tomaten-quinoa soep met gefrituurde kaaskoekjes, hamburgertjes van soya vlees met champignons, aardappelpuree en rauwkost, gebakken appel met maracuja-suas en yoghurt toe; Chalo kan prima koken! De verleiding is nu heel groot om ons terug te trekken in de tuin, maar we gaan toch op pad. Met een tekening in de hand lopen we langs de Rio Urubamba achter de huizen langs. We zien veel mensen, tuintjes Dsc_4961 en lopen langs een villa in aanbouw. De eigenaar spreekt voortreffelijk Engels en we mogen even kijken hoe ze met traditionele materialen (adobe, keien en hout) zijn  huis bouwen. Na 1 1/2 uur en een korte klim (warm!) komen we bij de zoutmijnen aan. Een heel apart gezicht. Hier is Dsc_4972een zoutrijke waterbron die ze over terrassen laten lopen en zo het water laten verdampen om het zout te kunnen winnen. Terug gaan we met 2 brommertaxi’s naar Urubamba en het is een wonder dat we aankomen ( berg op gaat maar net). Daar drinken we wat en doen wat boodschappen. Met de taxi gaan we terug naar het hostal, dat iets buiten het stadje ligt. ’s Avonds eten we weer formidabel en origineel: Pompoensoep met kaasbroodjes, Pannekoekjes met spinazie en boontjes, roompudding met chocolade. We raken aan de praat met een Belgisch gezin dat de wereld over reist zodra ze 3 weken de tijd krijgen. Ze vertellen dat er in Sipan een 4e graf is ontdekt en dat ze (na de National Geographic) even in het graf hebben mogen kijken; bofkonten.

20 juli. Na een uitgebreid ontbijt (ook dat is prima) lopen we naar Urubamba en een taxi schiet ons aDsc_4987an. We kunnen voor 50 soles op en neer naar Moray, een goeie deal. Het landschap is prachtig met besneeuwde toppen en na een dik halfuur komen we in Moray aan. Moray betekent cirkel beneden. Hier hebben de Inca’s cirkelvormige terrassen aangelegd om te kunnen experimenteren met landbouw (er ontstaan diverse micro-klimaten door de terrassen). Het ziet er indrukwekkend uit en ik puf het uit (het is warm en steil). Met de taxi komen we niet verder dan de brug bij Urubamba want er staat een oploopje stakende leraren. Ze roepen; er is maar 1 oplossing, wij nemen Machu Picchu! Met andere woorden, Dsc_5004als de regering ons niet meer wil betalen blokkeren we Machu Picchu (is in de afgelopen weken al een keer gebeurd…). We lopen naar het busstation en voor 6 soles nemen we een deeltaxi naar Ollantaytambo. Hier hebben we Inca’s een fort tegen de bergen aangebouwd. Het dorpje ziet er leuk uit maar is overspoeld met toeristen. De toegang is zo kostbaar dat we als echte Hollanders besluiten er niet in de gaan. Het uitzicht is zo al indrukwekkend. We internetten even en tot ons geluk blijkt de doos met motorkleren in Lima te zijn aangekomen. Terug in het hostel kletsen we met de Belgen en eten wederom formidabel. ’s Avonds scrabbelen we bij de open haard in onze kamer, die Joost eindelijk heeft aangekregen.

zaterdag 21 juli. Een luie dag. ’s Ochtends lezen we in de tuin en spelen met de kindjes van het personeel. ’s Middags lopen we naar Urubamba, lunchen daar en bezoeken 3 pottebakkers. We kopen 2 torrito’s. Hier zetten de mensen 2 stieren op het dak (naar het Oosten) om geluk en voorspoed af te roepen. Dat lijkt ons ook wel wat voor 40 soles (en 10-tje)!

zDsc_5034ondag 22 juli. Te voet naar het busstation, maar we kunnen de weg wat moeilijk vinden en doen er Dsc_5021een uur over. Voor 2 sol (50 cent) pp. rijden we in een uurtje naar Pisac. De busrit is al een belevenis. In Pisac is ’s zondags een markt waar veel mensen op af komen. De echte markt voor de locale mensen is nog maar klein, de toeristenmarkt eromheen des te groter. Hier kun je ongeneerDsc_5038d mensen fotograferen en er loop dan ook menig gringo met een grote ‘toeter’. Noor shopt uitgebreid voor vriendinnen en onderhandelt, Joost koopt  een Panama hoed. ’s Avonds kletsen we met Agnes, een voormalig Nederlands reisleidster en Mirco , een Peruaanse kunsthandelaar. Opvallend: beiden zijn erg enthousiast over Colombia.

23 juli. Met de taxi gaan we naar Ollantaytambo, waar we met de Vistadome (een trein met glazen ramen in het dak) naar Aguas Calientes (of zoals het nu heet Machu Picchu pueblo) reizen. De rit ios onverwacht prachtig. We rijden door een nauwe kloof waar het klimaat steeds tropischer wordt. In Aguas Calientes rijden geen auto’s of bussen en dus lopen (klimmen) we naar hostal Imac Sumac. Het wemelt er van de restaurants waar ze je naar binnen willen praten. Noor gaat Internetten en wij drinken een biertje. Na de lunch gaan we naar de hot springs en praten met allerhande reizigers waaronder een gepensioneerd Australisch echtpaar. We kopen tickets voro Machu Picchu en alvast buskaartjes voor morgenochten 5.30 uur. ’s Avonds eten we fantastisch bij Indio Feliz, een Frans-Peruaans restaurant. Tonnetje rond gaan we vroeg naar bed.

24 juli. Ai, dat is effe moeilijk, om 4.30 uur opstaan. Na het ontbij staan we om 5.30 uur met honderden anderen bij het busstations (inderdaad er rijden hier alleen pendelbussen naar Machu Picchu, verder is er geen verkeer). Na een steile rit van 30 minuten staan we om 6.05 uur aan de poort. We doorkruizen Dsc_5080  direct het hele complex op weg naar de toegnag naar Hyauna Picchu (die berg achter Machu Picchu die je altijd op foto’s ziet). Onderweg komen we het Australische echtpaar tegen. Joost wil de berg beklimmen en is nr. 55! (er mogen per dag maar 400 man naar boven). Noor en ik verkennen alvast de ruines. We zien deDsc_5117 zonsopkomst. Machu Picchu is moeilijk te beschrijven, maar in ieder geval veDsc_5098el mooier en indrukwekkender dan we gedacht hadden. Sinds 3 weken is het een van de nieuwe 7 wereldwonderen. We zaten in een cafe in Barranca toen het bekend werd. Voor Peru een uitbudig moment. Het is een Inca dorp dat ze boven op een berg gebouwd hebben en daardoor goed te verdedigen. Er is verder Dsc_5088 weinig over bekend. In 1911 is het ontdekt en om onverklaarbare reDsc_5124 denen door de Inca’s al vroeg verlaten. Het bestaat uit een agrarisch gedeelte (met terrassen), een tempelgedeelte, een deel voor de koning, gevangenissen en huizen. In het midden ligt een plaza. Het meest bijzonder is de manier waarop ze bouwden en astrologie bedreven. De stenen zijn zo passend g emaakt dat er letterlijk geen speld tussen te krijgen is. Er is een 32-kantige steen (foto links). Verder maakten ze veel gebruik van de zon en de sterren bij het bepalen van de tijd en de seizoenen. Het wordt steeds drukker, maar het blijft mooi. Noor en ik luisteren diverse gidsen af en kunnen Joost daardoor veel vertellen. Joost komt om 9.45 uur van de berg af en is behoorlijk hyper. Het uitzicht was fenomenaal en de klim spectaculair. De Australiers hebben foto’s van hem gemaakt. Samen bekijken we de rest en vertrekken om 12 uur. Na dit wereldwonder trakteren we onszelf op nog een etentje bij Indio Feliz. We kunnen zelfs buiten zitten. Dan vertrekken we met de trein naar Cusco. De rit duurt lang (4 uur) en dat kan echt anders. Het wordt halverwege donker. Tot onze stomme verbazing verkleed het personeel zich en wordt er eerst een dans en vervolgens een modeshow opgevoerd (met Alpaca-producten). In Cusco duurt het een uur voordat we bij het staion zijn. Op spectaculaire wijze steekt de trein steeds heen en weer naar een lager gelegen spoor, heel apart. De lichten in de trein gaan uit zodat we de mooi verlichte stad kunnen zien. Als we bij het hostel aankomen blijkt onze gereserveerde kamer vergeven. Het is niet op te lossen en dus slaap ik alleen en Joost en Noor in een andere kamer. Dan maar lekker eten!

25 juli. Na een heerlijk ontbijtjes bij Cicciolina en een verhuizing naar een ruime 3-persoonskamer gaan we shoppen. Joost regelt voor vanmiddag een bungiejump. na de lunch gaan we met een taxi naar Dsc_5162ActionValley. Als de bouwkwaliteit van de taxi een voorbode is van de bungie-installatie, dan ziet het er Dsc_5150 slecht uit. Gelukkig is alles prima in orde en wordt Joost goed geïnstrueerd. Er zijn diverse jonge meiden voor hem en dat maakt het mindre eng (voor ons). Joost wordt in een kooi aan staalkabels omhooggehesen tot 122 meter! Hij springt met veel kabaal de diepte in. Ik moet bijna op mijn rug liggen om wat foto’s te maken. terug in  het kantoortje bekijken we de DVD. De sprong is dus thuis bij ons te bekijken! ’s Avonds eten we heel bijzonder bij Macondo.

26 juli. Helaas gaan ook 3 maanden (snel) voorbij. We vliegen eerst van Cusco naar Lima, waar we om 10 uur aankomen. We laten de baggage achter in een depot en gaan mat de taxi naar Jockey Plaza (onderweg krijgt de taxi nog een lekke band). Jockey Plaza is geen Peru; een luxe winkelcentrum. Joost koopt nog wat kleren en we snuffelen rond. We halen de doos op bij Toon en zijn aan het eind van de middag op het vliegveld. Om 18.30 vertrekken we naar Amsterdam. Een jengelend kind belet ons goed te slapen. Op Schiphol staan Jaap en Jacomien al te wachten en Klaas is er onverwacht ook met Suze en Julius (wat is íe groot!). We drinken gezellig wat samen. Met Jaap en Jacomien rijden we naar Oosterhout. Jacomien is zo lief geweest lekker eten mee te nemen, dus eten we gezellig in de tuin.

Is 3 maanden lang? Ja en nee. We zijn er niet zo uit geweest als we gehoopt hadden, maar hebben bijzonder genoten. We hebben 3000 km met de motor gereden en 4000 met de auto, naast vele vlieg-, bus-, en taxikilometers; er staan 1400 foto’s te wachten en we hebben heel veel gezien! Bedankt voor al jullie reacties en medeleven en iedereen is van harte welkom om foto’s te kijken.

Nu maar eens nadenken over een volgende bestemming (keuze genoeg..)