4-3-2010 Johan rijdt wat rondjes met zijn auto maar met 2-wielaandrijving komt hij niet erg ver. Jan gaat Johan de duinkam overslepen, kijken hoe dat gaat. Na veel gelier en gesleep lukt dat, maar bij de volgende duinenkam gaat het grondig mis. Het spoor is door de wind lastig te zien en als Jan met veel geweld de snelheid erin heeft, duikt hij met een klap een gat in. Flink gas geven heeft tot gevolg dat zijn vooraandrijving het begeeft. In de volgende kom komt Jan al snel tot de ontdekking dat zijn homokineet kapot is (wa is da?). Jan is not amused. Sleep en lier je menigmaal je medereizigers uit de penarie en houd je er zelf een kapotte auto aan over !#%@!***! Er zit niets anders op voor Ali dan met de satelliettelefoon hulp in te roepen van een bergingsbedrijf en die te vragen reserveonderdelen voor Jan mee te nemen (die Jan tot op de cm nauwkeurig specificeert). De sfeer is gelaten en Cor &Ria, Marco & Olaf en Arno & Anneke zijn er wel voor in toch een poging te wagen die mysterieuze waterbron te vinden. Gisteravond zijn Olaf, Saïf en Omar met een handdoekje op pad gegaan in het donker, maar ze kwamen na een uurtje weer terug, want ze hadden de bron niet kunnen vinden. Joost en ik hebben er geen goed gevoel over, die ‘makkelijke’ duinen vinden wij iets te veel schade opleveren. Na een kwartiertje krijgen we helaas gelijk. Olaf meldt via het bakkie dat er
een Landrover op zijn kant ligt. Ze hebben ‘m inmiddels weer overeind met 2 lieren, maar hij start niet. Jan en Joost gaan er gelijk heen. Vermoedelijk is er olie in de cylinders gekomen of de auto is elektronisch geblokkeerd. Met Arno & Anneke is gelukkig niets aan de hand; Anneke riep alleen
maar: "Niet hier!". Het ging ook heel langzaam. Bij toeval heeft Arno een oud tentje in de auto gegooid en hebben ze gelukkig een slaapplaats (ze slapen normaal in de auto). De groep blijft goedgemutst. ’s Middags heb ik met Monique en Johanna flink wat hout gesprokkeld voor een mooi kampvuur. Johan steekt een korte speech af en vervolgens ook een mooie vuurpijl om de boze geesten te verdrijven! Het koelt enorm af en we zien een kleine schorpioen bij het kampvuur.
5-3-2010 Iedereen doet rustig aan, want zolang de bergingsdienst er niet is, kunnen we toch niets. Saïf begint gelijk om het motorblok van Arno’s Laro open te maken, maar dat wil niet echt lukken. Na een satelliettelefoontje met de hoofd werkplaats van Knook in Breda wordt het duidelijk dat voor het verwijderen van de verstuivers speciaal gereedschap nodig is!! We worden er een beetje giechelig van. Koop je een offroad-Landrover, moet je speciale verstuiver-wippers meenemen de Sahara in. Ali vervloekt Landrover (hij heeft er ook één). We hangen het beddegoed te luchten en er zijn meerderen die aan de grote schoonmaak ljken te beginnen. Om 12 uur arriveert de Unimog. Ogenblikkelijk beginnen de onderhandelingen, want ja ze zijn gekomen om 1 auto te slepen. De onderdelen van Jan blijven in de truck tot er een akkoord bereikt is. Ali is zichtbaar teleurgesteld over de
inhaligheid
van zijn landgenoten. De prijs wordt flink opgeschroefd, maar er is geen keus. Saïf en Jan beginnen direct met het monteren van een nieuwe homokineet en een 2e hands steekas. We tappen water uit de truck. De Unimog is 2 uur bezig om de Landrover van Arno uit het gat te krijgen. Vervolgens sleept de truck de auto van Johan & Johanna naar de rand van het
duinengebied, terwijl wij nog een nacht in hetzelfde bivak blijven. Ze moeten zelf in de Unimog plaatsnemen en toezien hoe hun auto als een soort Dinkytoy de duinen wordt doorgetrokken. Het gaat zo gewelddadig dat er vanalles kapot gaat en ook de aandrijving voor is nu naar z’n grootje. De steekas gaat in de Unimog en Johan heeft het nakijken. Het loopt hoog op, zelfs zo dat de berger dreigt weg te rijden. Johan weet het te sussen en wat een romantische nacht had kunnen worden voor Johan en Johanna alleen in de woestijn, wordt flink verstoord door 3 luidruchtige mannen op een auto afstand.
6-3-2010 Op wonderbaarlijke wijze is de Unimog in een half uur bij ons, waar hij gisteren 4 uur over de afstand heeft gedaan! Navigeren is niet hun sterkste punt. We rijden er achteraan en zijn na een uur al herenigd met Johan en Johanna die nog aan het ontbijtje zitten. De Unimog trekt vervolgens ook Arno’s Landrover de kam over. Op de lunchplek blijft de Laro achter en wij rijden verder met de Unimog achter ons aan. Wanneer wij vastkomen, gaat hij ons met geweld voorbij. Ze rijden zoveel valse sporen en rondjes dat Olaf en ik daarna moeten lopen om te kijken waar we heen moeten. In de volgende kom maken we bivak en het waait vreselijk. We zetten de tent maar op en nodigen Johan en Johanna uit voor een glaasje. Na een bordje spaghetti gaan we snel naar bed; het blijft onstuimig waaien. Arno en Anneke hebben een zanderige nacht in hun tentje! De volgende dag zijn Ali en Monique jarig. Monique trakteert op Merci-chocolaatjes bij de koffie. De Arno’s Laro is er inmiddels ook weer achter de Unimog en door een botsing zijn nu 2 verstalers kaduk en zijn bumper verbogen. We rijden door de duinen
naar de piste. Het is bloedheet en de lucht is gevuld met zand. Halverwege meldt Olaf ons door het bakkie dat er iemand onder de Unimog ligt en die dus wel pech zal hebben. Ali heeft het helemaal gehad en laat, naast onze auto, even zijn tranen lopen. Pure onmacht. Gelukkig is het na een halfuur verholpen en
kan íe verder met twee auto’s
erachteraan (waarvan hij er soms 1 verliest). Eindelijk om half 3 komen we aan bij de onverharde weg en kunnen de banden weer oppompen. Op weg naar Douz drinken we koffie in een cafeetje langs de weg. Een woordenwisseling tussen Ali en de eigenaar van de Unimog loopt hoog op. Hij ontkent dat het breken van Johan’s steekas zijn fout was. ’s Middags weet Johan het te sussen. We komen aan in Douz op een prima camping en ik spring zo snel mogelijk onder een warme douche. Ah, wat een
weldaad na 8 dagen tutten met een nat handdoekpuntje! Saïf en Ali dirigeren ons naar een leeg restaurant aan de rand van de stad (waar wel wijn wordt geschonken). Het eten is prima en het is gezellig, alleen die rekening moet een vergissing zijn (en dat was het ook, 100 Dinar te veel). Bij thuiskomst drinken we bij Johan en Johanna op de kamer een wijntje en verteren nog maar weer eens alle gebeurtenissen van de afgelopen dagen. Zoals Johanna zegt: "Eén ding is zeker: niets is zeker!"
8-3-2010 We proberen uit te slapen maar ook hier is de imam er vroeg bij en daarna de honden en de hanen en vervolgens kletst Morris een begin aan de dag. Da’s gezellig wakker worden! Voor al die reparaties moet flink wat geld gepind worden en dat valt niet mee. We lopen mee met Johan en Johanna en bij de STB lukt het om met de creditcard veel geld op te nemen. We drinken gezellig koffie op een terras en schaffen een 42-delig tegeltableau aan. We gaan alle winkeltjes af, terwijl de verkopers roepen: "kijke, kijke, niet kopen!" Terug op de camping blijkt de auto van Johan niet goed gerepareerd en dus blijven we hier nog een nachtje. Grote hilariteit wanneer Joost ontdekt dat onze reservetank van 160 liter diesel leeg is. Hij stond klaar om de brandstof over te hevelen en had zelfs een speciale hevel gekocht. Blijkbaar is de tank toch via een andere slang in de tank gelopen en hebben we alles opgestookt….We doen de was en om 7 uur lopen we de stad weer in en eten met een deel van de groep. Johan’s auto is eindelijk in orde en we borrelen nog wat na op de camping onder het afdak van de wc’s. Het is behoorlijk fris.
9-3-2010 Iets voor 10 uur vertrekken we richting Tozeur. De Laro van Arno & Anneke
gaat met Saïf naar een garage in Tunis en zijzelf nemen plaats in de auto van Marco & Olaf. Morris vindt een extra opa en oma wel gezellig. Het regent en het is bewolkt (18 graden). We stoppen halverwege bij een enorm zoutmeer (Chott el Jerid), maar dat ziet er niet zo indrukwekkend uit (zeker niet wanneer je Uyuni gezien hebt). De auto wordt er vreselijk vies van. In Tozeur parkeren we midden in de stad bij een groot hotel waar ook een hele rij witte campers
geparkeerd staat. We lunchen bij een prima patisserie waar ze ook lekkere pizza’s en verse sinaasappelsap hebben. Vanuit Tozeur rijden we naar het Noorden en komen aan bij de nogal toeristische oase
Chebika, waar
het wemelt van de witte Landcruisers (daar proppen ze zoveel mogelijk toeristen in). Het is er mooi,
maar wel druk. Morris krijgt zijn langverwachte ijsje van Ali! Cor gaat in discussie met de plaatselijke stukadoors, want dat kan echt wel anders! Daarna rijden we richting de Algerijnse grens/Mides. Het landschap wordt mooi met oases, valleien en bergen op de achtergrond; eindelijk fotogeniek Tunesië! We bezoeken met een gids de kloof van Mides en de zon begint zowaar te
schijnen. De dag eindigt op een
piepkleine camping met een leeg zwembad. Morris begint de dadels van een palm te verzamelen en gooit ze in het zwembad. Zo hoort dat. ’s Avonds eten we met z’n allen in het restaurant. Simpel, maar doeltreffend en gezellig. Het is erg fris en dus een goed moment om de standkachel uit te proberen. De anderen vinden het wat minder vanwege de diesellucht zo’n eerste keer, maar ik geniet van de warmte! De volgende dag rijden we richting Gasa door een prachtig, maar dor berglandschap. In Metlaoui doen we boodschappen, drinken koffie en tanken we. Ria wil wel binnendoor over een klein weggetje maar Ali vindt dat maar niets, omdat hij die weg niet kent (?!). Hij pleegt een telefoontje en stelt voor bij een natuurpark te overnachten. Dat linkt goed. Een extra nacht in Hammamet vindt niemand een optie. We rijden Metaloui uit langs een flink mijnlandschap. In een lege rivierbedding gaan we lunchen. Even later stopt een politie-auto. Je verwacht dan toch iets van een reprimande maar integendeel. Hij roept opgewekt: "Welcome to Tunesia!" Zo zie je maar weer: de politie is je beste vriend. Bij Kasserine is het even zoeken naar de ingang van het Parc National de Chambi. Aan het einde van de midda
g komen we aan bij een enorm nieuw wit gebouw dat een soort jeugdherberg blijkt te zijn. Er is helemaal geen sprake van e
en camping en het is er nogal koud op 800 meter hoogte (10 graden). Na wat gemopper parkeren we de auto’s langs het gebouw. De beheerder zal ijn best doen warm water te regelen en het toilet spoelt niet door. We zetten de standkachel maar aan en maken het onszelf comfortabel. Het wordt snel tropisch warm! Na de spaghetti wassen we binnen af, waar de rest ook bivakkeert, en drinken nog wat.
11-3-2010 Na het ontbijt splitst de groep tot onze verbazing. Blijkbaar wil ieder voor zich naar Hammamet. We hebben geen kaart en geen gids en dat vind ik toch een raar idee. We lenen een kaart van Marco en rijden zelf een route die Ali ons aangeraden heeft. We rijden via Makhtar naar El Fahs. Het lijken wel groene alpenweitjes. Onderweg rijden we nog een aaggegeven ‘circuit de megalithes’ in een gebied waar veel megalithen (enorme rotsblokken) gewonnen worden. We lunchen in een stukje bos dat net zo goed in Zweden had kunnen liggen. Rond half 5 rijden we voorbij Hammamet naar Nabeul om nog wat te shoppen, maar bedenken ons. Het is hier enorm toeristisch. We gaan naar het hotel en nemen een lekkere warme douche en eten gezamenlijk van het buffet. De nichterige jongens van het entertainment vermaken zich met de 50+ dames. We slapen heerlijk. De volgens dag gaan we op tijd op om met Marco, Olaf en Morris toch wat te shoppen in Nabeul. We kopen een enorme vogelkooi en een zilveren armband waar ze Marijke in het arabisch in graveren (volgens Ali klopt het). De verkopers spreken ons in het Nederlands aan, erg ongemakkelijk. We zoeken de weg naar de veerboot en eten bij Ali’s broer een broodje. Arno’s Landrover wordt door Ali de boot op gesleept. De garage in Tunis heeft met de computer de diagnose gesteld dat de auto kapot is en dat er onderdelen uit Engeland moeten komen, wat een verrassing! In Genua haalt de ANWB ‘m op. We nemen afscheid van Saïf en om half 3 zitten we op de boot. Rond twee uur de volgende dag komen we aan in Genua en rijden tot halverwege Zwitserland waar we een Gasthaus vinden. Zondag zijn we aan het einde van de middag weer thuis. De maandag hebben we gelukkig vrij om de auto schoon te maken (al gaat al het zand er niet echt uit).
Het was een onverwachte ontmoeting met Tunesië en een heftige kennismaking met de Sahara. De groep was erg gezellig en op deze manier in konvooi reizen biedt een veilige manier om zand te leren rijden. We hebben veel geleerd van onze mede-reizigers, waarvoor heel veel dank.
En onze man in Libië? Hij is nog steeds positief dat de grens opengaat en heeft er een goed gevoel over! …… uiteindelijk gaat op 29 maart de grens van Libië weer open voor Europeanen. Libië blijft voor ons een onontdekte schat die we in de toekomst nog graag willen gaan zien.
Met dank aan Johanna & Johan en Anneke & Arno voor de aanvullende foto’s.