De eerste week Georgië was vooral groen platteland, bergen en eeuwenoude kloosters. We zijn nu in Batumi en dat is de derde stad van Georgië, aan de Zwarte Zee kust. Maandagochtend gaan we eerst naar Tegeta Motors om de lekkende kering te laten vervangen. De hoteleigenaar wil per se mee en we worden dan ook heel snel geholpen. De auto wordt op twee draagarmen omhoog getakeld en dat ziet er wat wiebelig uit. Niemand spreekt Engels maar dat is geen probleem. Binnen een uur zit er een nieuwe kering in! Terug in het hotel prop ik alle was in de wasmachine en als we die op het balkon hebben opgehangen lopen we de stad in. De buurt van ons hotel is niet zo fraai, maar 10 minuten lopen en we staan in een moderne en verzorgde stad. Grote hotels en casino’s, Russen, Turken en Oekraïners komen hier hun geld vergokken. De huizenbouw is mooi, doet wat retro aan met fraai gedecoreerde balkonnetjes. Batumi heeft een boulevard van 6 km, met een langgerekt park er langs en een aantal moderne bouwsels zoals de Alfabet Tower (met de letters van het Georgische alfabet) en het beeld Ali & Nino (twee figuren
bestaand uit metalen platen, draaien in en uit elkaar). De zon schijnt heerlijk, dus we lopen heel wat af. De volgende ochtend wisselen we eerst flink wat Euro’s (hadden we nog over uit Iran), ontbijten bij de bakhlava shop (!), doen boodschappen en het kost ons twee uur om een WA-verzekering af te sluiten voor de auto, dankzij de informatie van Annieke en Daan (travelbugontheroad). Dan rijden we richting Mtirala (spreek uit Tirala) National Park. Mensen kregen een dromerige blik in de ogen bij het woord Tirala, dus we zijn heel benieuwd. Eerst rijden we verkeerd, maar een parkranger belt een Engelssprekende collega en die legt me uit hoe we wel bij de goede ingang moeten komen. Heel attent. Via Chakvi komen we na een prachtige, maar ruige weg bij het visitors center. Na enig aandringen gaat het hek open en mogen we er naast staan met een bulderende rivier vlakbij (5 GEL pppn met toilet). Wat een mooie plek! ’s Avonds zijn we er helemaal alleen en Joost steekt zijn geniale bio-lite aan. Super.
Dit park heeft een dichte subtropische vegetatie met rododendrons, groener kan niet. Als we tevergeefs geprobeerd hebben brood te kopen (er is eigenlijk geen dorp, alleen wat losse huizen), eten we witte koolsalade en gaan daarna op pad. Er is een ‘easy’ rondwandeling van 6 km naar een waterval. Het is erg vochtig en warm. De wandeling gaat steil omhoog en halverwege komen we een nagenoeg uitgeputte Saudi tegen met zijn
Georgische gastheren. Ze lachen erom, maar wij snappen het wel als je uit een vlak land komt! Het bos is inderdaad enorm groen en dichtbegroeid en bij de waterval lijkt het te regenen. Naar beneden is het glibberige pad nog lastiger. Als Joost gaat betalen, zitten er 7 parkrangers te eten en te proosten en dan moet je natuurlijk meedoen! Na het eten raken we gezellig aan de praat met een Française die met haar Georgische vriend hier een weekendje kampeert. Ze wonen in Alkhatsikhe en leren boeren efficiënter zuivel produceren. We krijgen van haar een kleine gele vrucht te eten, die we niet kennen, maar erg lekker is (de smaak houdt het midden tussen appel en peer en de structuur lijkt op lychee).
Donderdag 2 juni rijden we langs de kust omhoog naar Kobuleti. Het valt niet mee om langs het strand koffie te drinken, want alles is volgebouwd en afgerasterd. Door het laagland rijden we naar Kutaisi, de 2e stad van Georgië. De toegangsweg die we nemen is een drama. Een en al kuilen en gaten, het is lachwekkend om alle auto’s en busjes dansend en laverend over de weg te zien gaan. De binnenstad ziet er leuk uit, maar we rijden door de bergen in. We stoppen bij het Gelati klooster dat op een mooie locatie ligt. Het klooster zelf is niet in erg goede staat, maar heeft wat mooie kleurrijke fresco’s. We proberen of we bij een guesthouse kunnen staan, maar dat lukt niet. De omgeving is erg bebouwd en steil, dus het duurt een uur voordat we een mooie plek op een plateau hebben gevonden; toch weer gelukt. De volgende ochtend krijgen we een kudde koeien op bezoek met verse vlaai! Het zonnetje schijnt lekker bij het ontbijt. Via Kutaisi rijden we over een prachtige weg door de bergen naar Khashuri. Joost heeft zo’n last van alle beten op zijn onderbenen dat we azijn kopen bij een supermarktje, dat helpt. Na Goris volgt een echte snelweg, zodat Tbilisi snel dichterbij komt. Morgenavond komen Noor, Esaï en Naomi aan, maar we zijn nog wat te vroeg. We gaan dus de snelweg maar af op zoek naar een plek. Direct zien we het bord ‘wineroute’ staan. Dat komt mooi uit! We volgen het bord door diverse dorpjes maar zien geen wijnranken. In Mukhrani staan we ineens voor een statig hek met een enorm kasteel erachter. Het is allemaal niet heel duidelijk waar we moeten zijn, maar Chateau Mukhrani blijkt een restaurant in de kelder te hebben en natuurlijk kunnen we wijn proeven! We krijgen 4 wijnen met hapjes en laten het goed smaken (37 GEL pp!). Vooral de Superavi (dry red) en de Muscat (zoet wit) zijn erg lekker. Op de parkeerplaats worden we in het Nederlands aangesproken door een man die in Nederland heeft gewoond. Grappig. Het kost daarna maar liefst twee uur rondrijden voordat we een redelijke plek hebben gevonden. Ons idee van een lekker restaurant hebben we dan al laten varen, want we zien niks. We staan bij Lake Bazaleti en bakken maar een eitje. Zaterdag 4 juni rijden we naar Tbilisi en, zul je altijd zien, zien we iets zuidelijker heel veel restaurants langs de weg. Joost scoort een bezem met aansluiting voor een waterslang voor 7 Lari langs de kant van de weg; helemaal gelukkig. Bij Tbilisi Mall drinken we een chique cappuccino met wat lekkers en doen 2 uur lang boodschappen bij een reusachtige Carrefour (dat is inclusief wijn proeven….). Als we wegrijden belt de huiseigenaar ons, dat we kunnen komen. We navigeren door Tbilisi en komen rond half twee aan in het dorpje Tskneti, net buiten de stad. Het huis ziet er prima uit en het zwembad is vol. De eigenaar Saba neemt alle tijd om ons vanalles uit te leggen, terwijl Maya, zijn vrouw de bedden dekt. Eind van de middag eten we snel wat en vertrekken naar het vliegveld. De weg er naar toe is echt dwars door de stad, dus ik check Google Maps nog even, maar dit is echt de weg. Natuurlijk zijn we vroeg op het vliegveld en als het toestel is geland, duurt het nog lang voordat het gezelschap door de deur heen komt. Heerlijk om ze te zien en Naomi springt enthousiast in opa’s armen (ter info, Carla en Esaï hebben Joost
gevraagd als opa te fungeren, omdat beide opa’s niet meer leven; een rol die hij oppakt met veel verve!). Esaï heeft een dikke Toyota Prado (=Landcruiser) gehuurd en dat komt mooi uit. In Georgië stikt het van de dikke Landcruisers (en Hiluxen), dus dan val je niet op. Bovendien kun je er overal mee komen, ook handig. Esaï rijdt zonder moeite in het donker dwars door de stad achter ons aan. We drinken nog wat en iedereen valt tevreden in slaap in Villa Tskneti.
Zondag rommelen we wat aan en het weer laat het zelfs toe om even in het zwembad te gaan en ’s avonds lekker te barbecueën (binnen). Maandag lijkt de beste dag te worden qua weer, dus staan we op tijd op en rijden we richting Kazbegi. Kazbegi is een indrukwekkende bergregio. We stoppen eerst bij het Ananuri Fort aan een groot stuwmeer. De dames van de souvenirs zijn helemaal vertederd door Naomi (wie niet). We lopen een rondje en rijden dan door naar het monument voor de vriendschap tussen
Georgië en Rusland. Vanaf hier heb je prachtig uitzicht over de hoge bergen. Daarna eten we fantastische gegrilde kip en andere Georgische lekkernijen in het skioord Gudauri. Naomi gaat lekker tukken als we terug rijden; ze doet het geweldig voor haar 2 ½ jaar! Dinsdag is het regenweer en gaan we met Noraly op zoek naar de foodmarket in Tbilisi. We
moeten regelmatig schuilen, maar zijn onder de indruk van de stad. De markt kan echter niet tippen aan de Iraanse bazaars. ’s Avonds bollen we er op los! (en de dagen erna ook, bollen is een verslavend kaartspelletje). Woensdag gaan we om 12 uur met Noor op pad met gids Anna van Tbilisifreewalkingtour. Anna is Oekraïense en weet leuk haar eigen ervaringen met Georgië te vertellen. Georgië was enorm corrupt, maar ex-president Saakashvili heeft alle agenten in 1 keer ontslagen en een nieuw korps aangenomen met betere salarissen en status. Nu wil iedere kleine Georg of Nino agent worden. Tegelijkertijd zijn in alle dorpen en steden nieuwe politiekantoren neergezet met een glazen voorkant (voor de transparantie). Ons was inderdaad al opgevallen dat in stoffige dorpjes er altijd wel een glimmende glazen politiekantoor staat met stoere auto’s voor de deur. Ook de bureaucratie was top in de voormalige Russische republiek. Na de onafhankelijkheid is de stofkam erdoor gegaan en Anna vertelt enthousiast hoe gemakkelijk ze hier een eigen bedrijf heeft, via e-mail met de belasting communiceert en erg weinig hoeft aan te tonen. Onze douaneprocedure was inderdaad ook opvallend eenvoudig. Ook qua veiligheid is Georgië geweldig, haar verloren portemonnee lag met alles erin bij de politie te wachten. En dan te bedenken welke vooroordelen we hadden over Georgië! Ter illustratie, een vriend van Esaï belt en merkt op, als hij hoort dat Esaï in Georgië is: ‘Ben je wapens aan het kopen?’ Afijn, Anna laat ons ook diverse kerken zien (en ruiken): katholiek, orthodox,
synagoge en moskee om ons de verschillen te laten ervaren. Erg leuk. Van het oude Tbilisi loopt een prachtig moderne voetgangersbrug naar de overkant. Daar nemen we de kabelbaan naar boven (1 Lari=40 cent). Vanaf het fort hebben we een magnifiek uitzicht over deze prachtige stad met zowel moderne als oude architectuur. Daarna lopen we langs een waterval (in de stad!!) en oude badhuizen terug naar beneden. De 3 uur durende wandeling was zeer de moeite waard! Wat een leuke stad. De volgende dag doen we de wandeling dunnetjes over met Esaï, terwijl Noor op Naomi past. Esaï is zo enthousiast over Tbilisi, dat hij binnenkort teruggaat met Carla.
Vrijdag is het vreselijk weer. We gaan met Noor nog wel even naar de Dry Bridge Market, maar vanwege het weer zijn ook de verkopers thuisgebleven. ’s Avonds gaan we gezellig met z’n allen chique uit eten vlak om de hoek. De Georgische keuken is lekker en eerlijk, en de wijnen ook! Zaterdag 4 juni is de gezellige week alweer voorbij. We staan om 5.30 uur op om het bezoek naar het vliegveld te begeleiden. Nog even een dikke knuffel voor opa Joost en daar gaan ze; even slikken. Op naar de bergen.
Liefs,
Marijke