Week 10: Off-the-beaten-track Kirgizië

Maandag 1 juli blijven we nog een dagje in het weiland bij Arslanbob staan, samen met Daan & Clarine en de Duitse Udo en Kristien. We besteden de dag aan inlezen van de westkant van Kirgizië. Dat is een deel waar nauwelijks toeristen komen (‘off the beaten track”), met veel natuur, daar hebben we wel zin in. D&C hebben vandaag gewandeld in de walnotenbossen, waar Arslanbob bekend om zijn. ’s Avonds delen we ons eten. Joost heeft niet zo’n trek meer want die werd bij het hout sprokkelen onderschept door een oma, die hem volgestopt heeft met bietensalade en brood. Laat ik dat nou ook gemaakt hebben! Ook hebben we van Kristien ‘geburtstagkuchen’ gekregen. ’s Avonds hebben we een mooi kampvuur en komen Udo en Kristien niet met wijn, maar met prima wodka en Heineken bier aanzetten. Samen met de Iraanse pistanchenoten van Clarine, een waar feest en gezellig.

De volgende ochtend nemen we afscheid van D&C, nu gaan we echt een andere kant op, maar wie weet zien we elkaar nog in Kazachstan. Wij rijden nu ook naar Arslanbob om toch wat van de waterval te zien en de walnotenbossen. Helaas heeft Joost erg last van een hardnekkige blessure aan z’n achillespees, dus we parkeren de auto zo dicht mogelijk bij de waterval. Het is er een kleine kermis met allerhande kraampjes. Mensen willen graag op de foto met ons. Meisjes laten zich gillend nat worden onder de waterval. We zien een klein stukje van het walnotenbos en mooi uitzicht over het dorpje. Doel van vandaag is het meer van Sary-Chelek, volgens de Bradt gids ‘one of Kyrgystan’s true gems’. Het is een hele rit over een ‘rode’ (hoofd) weg langs de grens met Uzbekistan. Het is druk met vrachtverkeer en we komen regelmatig door stadjes/dorpjes. Bij Task-Kömur komen we op een gele weg en het is direct rustiger. De bergen zijn dor en het is warm (37), maar als we een pas over gaan is het ineens groen, prachtig. We slaan af naar Arkyt en de weg is zowaar in het begin strak asfalt. De vallei is prachtig met veel spelende kinderen in de rivier en grillige rotsen. Hoe verder we komen hoe meer lokale toeristen en plekken waar je een dagje kunt doorbrengen met yurts en speeltuintjes. Voor de toegang tot het National Reserve betalen we 900 som inclusief een camping permit.  De weg in het park gaat steil omhoog door weelderig groen meet heel veel gekleurde bloemen. We weten dat we alleen op de P bij het park mogen kamperen, maar als we daar aankomen is het er best druk met barbecueënde families. Ik ga eens vragen waar we exact mogen staan en de man verzekert ons dat vanavond iedereen weg is en geeft aan dat we dwars mogen gaan staan met uitzicht op het meer. Eigenlijk geen slechte plek, afgezien van de vele mensen die langslopen en gluren. Joost gaat verderop even zwemmen en ik raak aan de praat met een Duistsprekende gids die met een Duitse fotograaf op stap is. De fotograaf is nogal sacherijnig. De omgeving is wel mooi maar het lijkt te veel op Salzburg en Garmisch-Partenkirchen, dat verkoopt niet. Hij was dan ook vanmiddag (zei hij letterlijk) in een ‘gat gevallen’. Ik vraag de gids wat het verbodsbord betekent met een boete van 10.000 som. Oh, “je mag hier niet zwemmen” (hij kwam net uit het water). Hij licht toe dat ze hier vooral last hebben van dronken mensen (?!). De ranger te paard die langskomt, zegt er verder niets van. Vreemd. Gelukkig gaat langzamerhand iedereen weg en na 10 uur zijn we alleen op de parkeerplaats. De temperatuur is gelukkig ook gezakt.

Deze slideshow vereist JavaScript.

’s Nachts barst een enorm onweer los met continue donder en bliksem, erg indrukwekkend. De harde regen verandert het parkeerterrein in een modderige boel. Al vroeg arriveren de eerste busjes met uitgelaten toeristen. Wegwezen hier. Ik pak binnen alles in en Joost buiten en zonder ontbijt gaan we rijden. Jammer, het is hier echt heel mooi, maar niet de idyllische afgelegen plek die we ons voorgesteld hadden. Als we beneden voorbij he dorp zijn gereden, houdt het op met regenen en gaan we naast de rivier even lekker eieren bakken als ‘brunch’. In Ala-Buka doen we nog wat boodschappen en dan verder naar het westen. We rijden door een prachtige kloof en net voor ons zijn er twee op elkaar gereden. De weg is best een goede gravel weg en breed genoeg, maar wel met onoverzichtelijke bochten. Als we een plek willen zoeken voor de nacht wordt dat nog best lastig in deze omgeving. Er is veel dagbouw (grint) en als we een zijweg inrijden over een klein bruggetje stuiten we op enorme graafmachines. Iets verderop rijden we langs een goudmijn. Onbegrijpelijk dat al dat materieel over dit weggetje gaat. Na een aantal pogingen is het raak en vinden we in een zijvallei een IMG-20190710-WA0001.jpgsappig weilandje naast de rivier en de zon schijnt ook nog. Dan smaakt een biertje wel lekker! Er komt 1 vrachtwagentje langs. De volgende ochtend komt de zon pas om 9 uur op de tent en de tempratuur op 1750 mt is prima te doen, dus we slapen wat langer. We genieten nog even van de omgeving met ons ontbijtje. Dan gaan we weer op pad. Richting het Besh Aral National Park. We hoorden van de gids dat het park er vooral is ter bescherming van een aantal diersoorten en dat het niet mogelijk is om er zelf in te rijden. Hoeft ook niet, want de omgeving is prachtig groen. We stijgen en gaan een pas over van 2870 meter. De weg is goed, dus ook Joost kan om zich heen kijken. We rijden nu door de Chatkal vallei (op 2000 meter), die is heel breed en lang. Eindeloos veel bloeiende bloemen langs de weg in verschillende kleuren en opvallend genoeg zien we geen vee (die hadden anders die bloemen opgegeten).  De dorpjes zijn levendig met winkeltjes en scholen. Heel apart want deze vallei is alleen toegankelijk of via Ala Buka door de kloof of vanaf Kyzyl Adyr via de noordelijke Kara-Buura pas op 330 mt met zeker 15 haarspeldbochten (alleen open in de zomer). Als we dan ook nog twee enorme diepladers zien op de weg (die later verdwenen lijken te zijn), snappen we er helemaal niets meer van. Let wel van Ala Buka naar Kyzyl Ardur is 244 km. Enorm afgelegen, ontoegankelijk en toch bewoond. Relatief natuurlijk, als je bedenkt hoeveel mensen er langs 244 km wonen in Nederland! Als we aan het einde van de vallei de bergen inrijden ri, de Kara-Buura pas vinden we een meesterlijk plek op een plateau tussen de gele bloemen met fenomenaal uitzicht. Even later komt een herder langs met z’n zoon en een enorme kudde schapen en wat geiten. Als ik vraag hoeveel het er zijn, antwoordt hij: 800! Hij gooit af en toe een steen om de dieren een bepaalde richting op de sturen, maar dat is het. Als hij weer langskomt vraagt hij om wodka. Wat plakjes worst erbij en water voor z’n zoon en ze zijn helemaal tevreden. Het waait flink en ’s avonds wordt dat nog wat sterker dus een vuur zit er niet in. ’s Nachts klinkt het of de knaagdiertjes die hier overal in de grond leven op de auto zitten; na inspectie van Joost blijken het de touwtjes van de blokken die we tussen de tent doen bij wind, ha ha, de fantasie sloeg weer op hol.

Deze slideshow vereist JavaScript.

De volgende morgen volgen we de prima brede gravelweg verder omhoog door de groene bergen. Er ligt geregeld sneeuw langs de weg. Vlak voor de pas loopt de weg door een nauw dal. Op twee plekken loopt de weg door de rivier en kun je kiezen: erdoorheen of over een provisorische brug (max. 2 ton). Met onze 3 ton nemen we toch de brug en dat gaat gelukkig goed. Met grote halen slingert de weg omhoog. Het uitzicht is spectaculair. De pas op 3300 meter is niet zo bijzonder en scheidt de regio Jalal Abad van de regio Talas. De weg naar beneden is een flinke verzameling haarspelbochten, die ze mooi ruim gemaakt hebben. We komen wat vrachtwagens tegen, maar dat gaat prima en er ligt zelfs een stootrand aan de zijkant (dat vind ik dan wel weer fijn). Aan de Talas kant is de weg ‘bumpy’ en rotsig. Ook zijn de bergen nu rotsachtig en kaal, en dat nog 75 km (saai). In Kyzyl Ardur gooien we ons afval weg en volgen we de asfaltweg (da’s lekker!) naar Talas. Daar doen we wat boodschappen in een prima supermarkt en scoren een gegrilde kip, die hadden we hier nog niet eerder gezien. We willen overnachten in de Besh-Tash vallei (ook een national park) om op wat hoogte te komen vanwege de warmte. We betalen 350 som entree en parkeren op de eerste de beste mooie stek die we zien langs het water. Lekker gras en vlak en we staan alleen. Af en toe komt er een auto langs, maar die zwaaien of toeteren vriendelijk. We peuzelen lekker de kip op met wat koolsalade en wijn. Langs komen een kudde paarden (met herder), een kudde schapen (met herder) en een kudde koeien (zonder herder), gezellig.

DSCF2301Door de rivier of over een 2 tons brug....Weg naar Kara-Buura pas (3300 meter)

Zaterdag (6/7) rijden we de vallei verder in. We zien heel veel groene weiden (jailoo) met paarden, koeien, schapen en de bekende yurts. Het is prachtig maar het weer betrekt. De gravelweg wordt een spoor en langs de weg zit een groep jongens. Een van hen vraagt of we zout hebben? Ze hebben een enorme teil met kipstukken en kipshasliks en de BBQ staat te roken. Hij strooit kwistig met ons zout, geeft ons wat tomaten en komkommers en wil vervolgens op de foto. Joost zegt dat we naar het meer rijden en dan terugkomen als de kip klaar is. Einde weg (25km van onze kampeerplek) ligt een klein en een groot meer. We parkeren de auto, lopen een stukje en stuiten dan op een groep Kazachen die staan de dansen op muziek uit een mobiele telefoon, een vrolijke boel. Uiteraard willen ze op de foto en Joost danst even mee. We klauteren nog wat verder over de rotsen richting het grote meer, maar het begint de spatten en te donderen. Opvallend hier zijn de Alchemilla Mollis en Geraniums die wij in de tuin hebben staan. In de regen rijden we terug. De jongens zijn weg, maar we komen ze wat verderop tegen en krijgen een zakje gegrilde kipstukjes mee. “Onze” plek blijkt bezet door een echtpaar dat al 29 jaar in Duitsland woont, maar hier geboren is, met hun vrienden. Ze komen met z’n allen de auto bekijken. Een jongen spreekt me in heel goed Engels aan en vraagt of we gemakkelijk aan een visum konden komen en of we last hebben gehad van de politie. Ik verzeker hem dat dat geen probleem was. Hij wil graag studeren in de VS en is al een keer afgewezen. Dat zal niet gemakkelijk worden, lijkt me. Joost gaat later nog even langs en wordt geacht nog wat shaslik en wodka te nuttigen, de Duitser maakt hem duidelijk dat weigeren geen optie is. We eten maar een soepje na dat alles, kijken een serie en gaan op tijd slapen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

We hebben na anderhalve week wildkamperen zin in stad. En aangezien het erg warm is in Bishkek besluiten we een kamer met airco te nemen. Zondag rijden we dus over een prachtige asfaltweg de 300 km naar Bishkek. Onderweg wemelt het van de commerciële yurts (waar je vanalles kunt nuttigen en kopen). Tegen de avond komen we aan bij hotel Kausar in een rustige woonwijk. De kamer is uitstekend maar vooral de douche is geweldig. Omdat we vandaag (7/7) 19 jaar bij elkaar zijn, gaan we met de taxi naar de stad en eten we uitbundig op het terras bij Navigator. We zijn nu een aantal dagen in Bishkek en ook de auto wordt vertroeteld bij Toyota. Maar daarover later meer!

Liefs,

Marijke

4 Reacties op “Week 10: Off-the-beaten-track Kirgizië

  1. Ha Marijke en Joost, vannacht begonnen met het lezen van het reisverslag, we waren erg benieuwd hoe het jullie vergaat! Wat een geweldige verhalen en schitterende foto’s!! Ik heb ervan genoten en Luc vanochtend het een en ander laten zien. Wat een belevenis, die natuur en mooie mensen en de ongereptheid van de wereld. Heel goede reis verder, we lezen mee! Liefs Let & Luc

  2. Ik zit in de trein naar Utrecht, dus een moi moment om even lezen waar je uithangt. Leuk! Geniet ervan!

  3. Annemiek Tubbing

    Ha Marijke en Joost, van harte gefeliciteerd met jullie 19 jarig samenzijn. Goed gevierd dus! Ik ben nu 2 weken thuis van mijn enerverende reis naar Botswana. 2 weken hobbelen in een safari-auto (4×4, maar door trailer erachter heel wat keren vast gezeten in het mulle zand), slapen in klein tentje (niets voor mij), maar wel heel veel dieren gezien en de Okavango Delta was heel mooi. Laatste reis buiten EU op mijn wensenlijstje op Down Under (per camper) na, maar dat komt na mijn pensioen en tenminste half tot heel jaar. Het lijkt mij zo heerlijk alles op je gemak te doen. Ik heb het verslag van de laatste week gelezen; de voorgaande 5 weken dus nog te gaan, maar dat komt wel. Prachtige verhalen, mooie foto’s en verrassend die geweldige plekjes. Zijn er ook wilde dieren: wolven, jakhalzen, wilde honden, speciale vogels? Ben benieuwd. Nog veel plezier. Liefs Annemiek

  4. Wat weer een mooi reisverslag. Het blijft genieten om jullie tocht te volgen. Goede reis verder.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s