part 1: Elvis & the Hoedspruit Monsters

Zaterdag 25 maart 2006

Botswana Adventure part 1: Elvis & the Hoedspruit Monsters

Lieve familie, vrienden en collega’s,

Dit is ons eerste reisverslag uit Botswana. We zijn gisteren gearriveerd in Maun en even in de bewoonde wereld. Hier volgt een korte impressie van onze eertste fantastische week!

Vrijdag 17 maar zijn we aangekomen In Johannesburg (Joburg) en worden gastvrij ontvangen door Andre. Andre is de vader van Craig. Craig is de eigenaar van Safari Brothers en we ontmoeten hem de volgende morgen. Bij het ontbijt legt hij ons wat verschillende alterantieven voor want Moremi National Park is nog gesloten. Dan ontmoeten we Andy, onze gids, een goedlachse vriendelijke enigszins mollige zuid-afrikaan. Hij zal ons de komende tijd vermaken met verhalen uit zijn rijke historie als Krugerpark gids, 4×4 instructeur en nog veel meer. We ontmoeten ook Elvis, een fantastisch uitgebouwde en verhoogde Landrover waar een trailer met alle spullen achterhangt. We hebben 250 lieter watre mee en voor 6 dagen eten inclusief een koelbox vol vlees, bier en wijn. Super. We vetrekken om 9 uur en onderweg doen we nog wat boodsachppen en brieft Andy ons. In de middag gaan we over de grens met Botswana. Ik zit achterin en achter de voorstoelen heeft Andy 3 dozijn eieren verstopt. Bij de grens wordt strikt gecontroleerd dat je dat niet mag meenemen. Net benoDsc_2351_1emd als ‘ eggperson’  vole ik me wat ongemakkelijk bij de douanecontrole! Rond 18.00 uur komen we aan in het Kama Rhino Sanctuary waar 23 neushoorns in een enorm gebied worden bewaakt door militaitren.

Alles ziet er verzorgd uit en de campsite heeft zelfs warme douches (van een houtvuur) en wcs. We zetten de tenten op en Andy stalt de trailer uit: het Rhino restaurant. Andy maakt een heerlijke braai van gemarineerde kip, Joost maakt een lekkere aaardappelscholtel en ik een salade. Bij kaarslicht eten we dit op en rond het kampvuur. Het wordt hier om 6.30 uur donker. De kaarsen houders zijn Ziplockzakjes met zand erin! Andy legt ons ’s avonds uit hoe we ons moeten gedragen. Er kunnen altijd wilde dieren op de loer liggen. S Nachts wordt eht dus een gewoonte om eerst om de heen te schijnen met een zaklamp en na te gaan of je geen ogen ziet. Als het veilig is kun je uit de broek, zo niet dan terugin de tent!

De volgende dag is Joost jarig en Andy filmt ons met onze rolfluitjes. Ik heb een lekkere Cubaan voor Joost meegDsc_2367eneomen. Dan onze eerste ‘ gamedrive’ Ongeloofelijk, we zien giraffen, beushoorns, struisvolgels, veel zebra;s, zwijntjes, en prachtige volgels. Na een riante lunch en een middagdutje gaan we rond hald vier weer op pad en weer zien we prachtige dieren. Giraffen van dichtbij, 4 neushoorns van zeeeeer dichtbij , allerhande bokjes en zowaar een neushoorn met een babytje! Roberts 400mm lens is een ware zegen, ik kan prachtige foto’s maken.

De volgende ochtens staan we om 6.30 op en pakken alles wat de volgende nacht nodig hebben in de landrover, want de triler zullen we achterlaten. We gaan naar Kubu Island een plek middenin een zoutvlakte waar Andy de vorige keer uren heeft vastgezeten met de trailer. Rond de middag komen we in Lethlakane bij een prachtig Shell-station waar we de trailer achterlaten. De vrouw van de eigenaar zal mijn Nikon accu opladen. Na een uuur komen we aan bij de vroegere kustlijn en het lijkt of er in de verte een groot meer ligt, maar dat is isllusie. Vroeger was dit een gorte watervlakte, maar nu is het een zoutvlakte of ‘ pan’. Bij het hek van het cattlestation zegt de oude baas dat we zeker niet naar Kubu kunnen komen ivm de modder. Andy heeft vetrouwen en we rijden door. Even later staan we op een zoutpan en maken foto’s. Bij een hutje komen 2 mannen naar buiten en waarschuwen ons weer dat we niet verder moeten gaan. Ha, dat doen we lekker toch. De wegen zijnhier en daar complete rivieren en Elvis zwoegt dat het een lieve lust is. Om een moment zijn we uit de modder en lossen de enorme banden hun prut. Grote hilariteit als Marijke achterin compleet bedekt wordt met flatsen modder dat door Andy’s raam naar binnen vliegt. Elvis zit tot het dak toe onder de modder. Met gejuich bereiken we na 3,5 uur Kubu Island, een riots middenin de zoutvlakte met daarop enorme Baobab bomen. We zetten de tenten ergens op en gaan met bier en nootjes een mooi plekjes opzoeken om van het uitzicht te genieten. Dsc_2392

We rijden met Elvis het hele eildan rond en zien jakhalssporen. Verder is het een grote leegte. s Avonds begint een complete muskietenaanval en compleet ingesmeerd met Deet koken we in het donker spagetti. Rond het kampvuur verschijnen 2 indrukwekkend uitziende insecten: een red roman en een zwarte schorpioen. De eerst blijkt onschuldig, de tweede dodelijk! Het is warm en ik slaap slecht, de schorpieon laat me niet los. Dinsdag is de langste dag van de route. We staan om 6 uur op en hebben ons gebruikelijke ontbijt van cereals, melk en ‘ rusk’ (dorge biscuit) met jam. Het is lastig ons spoor terug te vinden en we rijden eerst verkeerd. Verderop raken we door een kudde koeien van ons spoor af en even later zit Elvis muurvast in de modder. We spenderen een uur om hem er weer uit te krijgen (2 pogingen). We verzamelen stenen en doen ons haardhout in de tentzakken om onder te wielen te leggen. Joost schept de modder weg. Andy krikt de wagen hoo op (erg gevaarlijk). Ik film en fotografeer alles. Het is een psannende situatie in de hitte en in de muggen. Opgelucht rijden we verder. Een half uur laten raken we weer ons spoor kwijt en ik zie het gebeuren. We kwakken in een Dsc_2401 gat waar al eerder een auto heeft vastgezeten. Nu zijn er geen stenen in de buurt dus wat meer vindingrijkheid is geboden. Hte hele ritueel herhaalt zich en na 2 pogingen trekt Elvis zich eruit. Moe en verhit bereiken we het Shell station. IN de auto smeer ik wat boterhammen en enkele uren later halen we Matante onze Botswana gids in een dorpje op. Matante is een kleine man met haviksogen, in de parken hebben we hem nodig omdat alleen Botswana gidsen daar nmogen rijden en gidsen. We rijden urenlang (die dag 11 uur) en arriveren tegen de avond in het Centrale Kalahari Game Reserve. De vlaktes in het avindlicht zijn prachtig en er lopen veel gemsbokken en springbokken. We zetten de tenten op en er is zowaar een pittoilet (gat in de grodn) met een keurig rond hek eromheen en een douche (als je de emmer met water vult en dat doen we niet want zoveel hebben we niet). Als we net met het eten klaarmaken zijn begoinnen begint het te regenen. Geen water, maar kleine torretjes. Andy noemt ze Hoedspruyt Monsters en ze tikken als de regen op de auto en het zeil. We vluchten met ons eten de Landrover in; nu de Elvis ‘ diner"! Ik film de boel met Andy’s bcamera en we kunnen er wel om lachen.

Dsc_2461 De volgende ochtend staan we om 6 uur op en na een goed ontbijt gaan we met Matante op pad. De zijramen van de Landrover zijn eruitgehaald (Craig is erg vernuftig) zodat we heel veel kunnen zien. We zien gemsbokken, sprinbokken, gnoe’s en veel vogels. De rit wordt echt mooi als we eerst 1 cheetah van dichtbij zien en daarna 4 bij elkaar. Matante;s commentaar: Now you are really on safari! Na een uitgebreide brunch slapen we 2 uur en s middag gaan we weer op pad. Dit keer zien we hele andere dieren en vogels, maar geen groot wild. Wel ontdekt Matante in het zand de sporen van een luipaard. De jacht levert echter niets op. Terug naar het kamp zien we iets heel zeldzaamsL een Afrikaanse Lynx; een echt nachtdier. S Avionds eten we weer in  de Elvis diner en gaan erg voreg naar bed. Volgende ochtend weetr voreg op en nu gaat Andy mee op jacht naar leeuwen. We rijden urenlang, zien verse sporen van een groot nmannetje maar we zien ze niet. Dit gebied is onmetelijk groot en groen, het hoge gras kan vanalles verbergen. Na de luch gaan we weer pitten en s middag zien we weer geen leeuwen. We zien wel een honey badger, zeldzaam om te zien. We eten weer in de Elvis diner en s’ nachts begint het ongenadig te regene. We slapen heel slecht want onze tent lekt. s Nachts gebruiken we ons noodtoilet: 2 Ziplockzakjes! De plaats is een grote modderpoe en het inpakken duurt erg l;ang. Rond 9 uur verlaten we de prachtige en groene Kalahari op weg naar Maun. Onderweg krijgen we nog een afscheidcadeau, we zien Kudu’s en een Afrikaanse wilde kat. Ik begin eerst te lachen want hij ziet eruit als een gewone huispoes. Overtuigd dat ie toch bijzonder is maak ik een paar mooie foto;s. Bij de uitgang zien we weer verse leeuwensporen maar ze laten zich niet zien. In Nxai Pan hebben we nog eenkans. Dsc_2489

Na een lunch onderweg komen we weer op asfalt en rijden naar Maun. Je rijdt 120 km per uur, maar iedere paar kilometer staat er wel een ezel of koe op de weg. Om 15.00 uur komen we in Maun aan. We slaan wat drank in en checken in de het Audi kamp buiten het plaatsje. We hebben hier een vast safaritent met echte bedden en warme douches! Ik doen snel een was en geniet na 4 dagen niet douchen van een heerlijke douche. Ik bel met Jaap en Jacomien om te horen hoe het met beppe(oma) gaat, ze zal naar alle waarschijnlijkheid tijdesn onze vakantei overlijden en dat vind ik maar niks; ik kan er alleen niets aan veranderen. We eten s avionds met z’n drieen in het restaurant (Matante is naar zijn familie) en slapen als een roos.

Nu zit ik tegenover het vliegveldje deze e-mail te schrijven. Omdat Moremi dicht is en we niet voor de alternatieve route via het westen van de Okavangodelta en Namibie kiezen, maken we zometeen een rondvlucht boven de delta. Naar een Okavango lodge vliegen was wel erg kostbaar (1025 dollar). Andy en Matante gaan inslaan en dan rijden we naar Nxai Pan. Waarschijnlijk horen jullei pas weer van ons over een week. De hele trip vinden we zo fantastisch omdat alles echt afgelegen is: avontuur en geen bereik! Andy en Matante zijn perfect begeleiders en met z’n kleine groep is echte verwennerij.

Heel veel groetjes,

Joost en Marijke

Reacties zijn gesloten.