part 2: Over bad places en klimmende leeuwen

Maandag 3 april 2006

Botswana adventure part 2: Over bad places en klimmende leeuwen

Lieve familie, vrienden en collega’s,

Eindelijk een Internet café gevonden in Livingstone, Zambia, waar we eergisteren zijn aangekomen. Zambia is er duidelijk minder aan toe dan Botswana. De afgelopen 2 weken hebben we kunnen zien dat Botswana het prima doet. Er zijn maar 1,8 miljoen inwoners op een enorme oppervlakte, maar de hoofdwegen zien er prima uit en de plaatsjes zien er verzorgd uit. Na de onafhankelijkheid in 1966 hebben de opbrengsten van een grote diamantmijn het land een economische boost gegeven en dat is te zien. De prijzen in de winkels zijn echter aan de hoge kant en dat kan echt niet iedereen zich veroorloven. De afgelopen 2 weken hebben we ook gezien hoe het jachtverbod haar vruchten heeft afgeworpen. Er is hier ongelofelijk veel wild en dat in parken zonder hekken. Botswana is een grote vlakte met savanne en grasvlakten (‘ pan’s’), een grote wildernis en leegte, prachtig.

Dsc_2556 Na het schrijven van het vorige mailtje in Maun zijn we met piloot Tim (een Aussie) aan boord gegaan van een 4 persoons Cessna. Hij heeft ons een uur boven de Okavango Delta gevlogen op 1500 meter. Het is een grote groene vlakte, waar we dachten water te zien. Het landschap is een groot moeras. We zien hier en daar wat gnoe’s en giraffen, maar de indruk is ongetwijfeld beter als je er doorheen vaart (wat oorspronkelijk het plan was, maar het Moremi park is nog steeds dicht). Na de vlucht pikken we Matante weer op en rijden richting Nxai Pan [naipen]. Als we langs de weg lunchen roept Joost: Elephant! Ik denk dat het een grapje is, maar even verderop in de berm staat een enorme mannetjesolifant. Verderop is het dus oppassen, want je snelheid van 120 km per uur moet soms afgebroken worden door overstekend wild (en dat is opletten!). Van de hoofdweg af volgen we een hobbelig zandpad. De meeste wegen hier (op een paar hoofd asfaltwegen na) zijn wat wij zouden noemen een zandpad; een spoor met gras in het midden. Met een gewone auto kom je hier niet ver. AlDsc_2579  snel stuiten we op een flinke kudde giraffen (18) met kleintjes. Er staan hier geen bomen en dus kun je ze goed zien. Iets verderop staat een mannetjesolifant een modderbad te nemen, hij is not amused dat wij zijn beauty treatment verstoren en hij is niet van plan ons erlangs te laten. Volgens Andy hebben de olifanten hier een ‘ attitude’ en zijn nogal vijandig, zoals we later zullen merken. OP de camping aangekomen doet Matante zijn gebruikelijke praatje. Dit is een ‘ bad place’ met leeuwen en hyena’s en we mogen niet verder van de tent af dan een meter of 20. Hij lardeert het verhaal met een anekdote van een jongen van 20 die door hyena;s uit zijn tent is getrokken en verscheurd. Juist, ja. Camping is een groot woord voor deze plek. Er is ruimte gemaakt onder een aantal bomen en er zijn 5 fireplaces gecreëerd met stenen. Het douchegebouw is nog niet af en er is geen water. Het toilet is een ‘ long drop’ en nu is het echt een blok beton met een gat erin en de deur kan niet dicht. Je begint dit overigens snel normaal te vinden en gelukkig hoeven we niet ons eigen gat te graven (wat in Moremi wel moet).Als je hier gaat kamperen dan moet je dus altijd zelf water meenemen, eten en brandhout (dat we meestal onderweg verzamelen). Een vuur is belangrijk om de dieren op een afstand te houden en voor het licht. Er staat nog 1 andere familie op de campsite en voor de rest is Nxai Pan leeg. Voor het avondeten maakt Andy een chicken stirfry op de bakplaat. Het regent weer eens Hoedspruit monsters, dus Matante en Joost houden een zeil boven Andy en de bakplaat; een lachwekkend Dsc_2592 gezicht. Nog even over de bakplaat, dat is echt een lifesaver. Niet alleen uitermate geschikt voor het bakken van eieren met spek, maar ook een uitstekend hulpmiddel bij de recovery van een vastgelopen LandRover. De bakplaat heeft zijn diensten bewezen als ondergrond voor de krik en als rijplaat in de modder, toen we vastzaten bij Kubu Island. Een onmisbaar stuk gereedschap!

De volgende dag zoals gebruikelijk om 6 uur op en met Matante en Andy op pad (die is hier nog nooit geweest). Na een uur drinken we wat koffie en concluderen dat de dieren op vakantie zijn (we hebben nauwelijks iets gezien). Matante suggereert buiten het park te gaan kijken en naar de Baines Baobabs te rijden. Goed idee! De lange rit naar de baobabs is heet en leeg. Als we bij de Baobabs aankomen (vereeuwigd in olieverf door Thomas Baines), verschijnt een prachtig landschap. Dsc_2605 Grote watervlaktes met kuddes gemsbokken en springbokken. Onder de bomen vind Matante verse sporen van leeuwen, maar we kunnen ze niet volgen vanwege het water. We snacken wat en genieten van de omgeving. Op de terugweg schiet een dodelijke zwarte mamba te weg over en ik zie ‘m gelukkig niet! Na een half uur zien we twee olifanten baden in de modder. Als de olifanten eruit komen steekt het mannetje voor onze auto de weg over en lijkt het erop alsof hij ons negeert. Matante laat de auto grommende geluiden maken om hem op afstand te houden. Andy mompelt nog iets van ‘ whimp’ (mietje) en dat had hij beter niet kunnen zeggen. De olifant draait zich om en zet zijn oDsc_2624ren wijd uit (= dreigen). Andy filmt hem en zegt dat we zijn trots blijkbaar gekrenkt hebben. Direct daarna neemt het mannetje een aanloop en stormt op de auto af. Dat is een hele dreigende situatie, kan ik je vertellen en op de video hoor je me zeggen: Lets get the hell out of here, drive, drive! Achteraf kunnen we er om lachen en heeft het heel mooi filmmateriaal opgeleverd. Terug in het kamp slapen we heel kort want in de tent is het niet te harden van de hitte. Eind van de middag gaan we met Matante op pad. Ma enkele kilometers zien we rondom ons heel veel zebra’s. We rijden verder en het uitzicht blijft hetzelfde; dit is echt een enorme kudde, zover het oog reikt. Erg indrukwekkend en moeilijk vast te leggen. Matante schat dat het er zo’n Dsc_2646 4000 zijn. Zoveel dieren hebben we nog nooit bij elkaar gezien; een unieke ervaring. Er lopen ook tientallen giraffes door wat het geheel echt af maakt.

‘s Middags zijn er 4 oudere Duitsers op de camping aangekomen in een Landrover met 2 tenten op het dak. Andy heeft met ze staan praten en is wat geschrokken. Ze dachten dat er hekken om de camping stonden en hebben geen idee hoe te handelen. Andy checkt hun voorraad water en diesel en legt ze uit dat ze een vuur moeten maken. Hierop begint de man aan een boom te hakken en Andy geeft ze snel wat dood hout. Ze gaan van schrik om half acht naar bed. ‘s Nachts horen we een luipaard (klinkt als het gezaag van hout) en Matante vindt een hippo (nijlpaard) spoor achterop de camping; heel vreemd in deze droge omgeving. Andy maakt echt Zuid-Afrikaans eten: pookiekos met pap. Rundermerg gestoofd in een dikke bruine jus met wortels, aardappel en pompoen en maïspap; erg lekker.

Maandag 27 maart verlaten we Nxai Pan en rijden over lange asfalt wegen richting Panmdamatenga.Dsc_2655  Honderden kilometers leegte en geen zichtbare dorpjes of benzinestations. In pandamatenga zouden we overnachten, maar Andy ziet het wel zitten om door te rijden naar Chobe in het noorden van Botswana. De weg wordt slechter (potholes) en we zien voor het eerst landbouw langs te weg. Mijn eerste reactie is: jammer, bewoonde wereld…We passeren het zoveelste mond-en klauwzeer roadblock en moeten nu door een badje heen lopen. Het rundvlees hebben we voor de gelegenheid verstopt. Tegen het eind van de middag komen we aan in Chobi Safari Lodge en zetten onze tent op. Deze camping is goed uitgerust en er zijn aardig wat tenten. We drinken een biertje in de bar boven de Chobe river en kijken naar de zonsondergang. Andy kookt kip in een braadzak met zoete aardappels en pompoen in een geïmproviseerde pan-oven. Heerlijk. We kijken eens rustig de camping rond welke 4×4 het meest geschikt zou zijn voor 3 maanden Afrika (ja, het is een alternatief voor volgend jaar!). Conclusie: een oude Toyota Hilux. De volgende morgen slapen we uit tot 7 uur (gaat wel wat lastig als je een ritme van 6 uur gewend bent). Het is direct al warm. We breken op en doen boodschappen. Na 5 km zijn we bij de ingang van Chobe national park. Maar liefst 11.000 km2 groot met een olifantenpopulatie van 60.000 stuks. Ongelofelijk. Direct na de ingang zien we een flinke kudde met kleintjes in de modder spelen. Dsc_2707 De rit naar de Ihaha campsite (33 km) is een aaneenschakeling van wild: impala’s, bavianen, olifanten, Egyptische ganzen, nijlpaarden, zwijnen, puku’s, waterbucks en visarenden. We zetten de tent op aan de Chobe rivier met uitzicht op Namibië. Matante zet ons neer en begint als gebruikelijk: This is a bad place. Dit keer gaat het echter niet over de nijlpaarden en de krokodillen, maar over ‘ riverthieves’. Het schijnt dat Namibiers uit het dorp aan de overkant wel eens op bezoek komen en spullen jatten.

Matante vindt leeuwesporen bij de ingang van de camping en Andy dreigt dat we geen eten krijgen als we geen leeuwen gezien hebben. Ik doe er nog een schepje bovenop en dreig met een bezoek aan de dierentuin in Livingstone; die hakt erin. Een nijlpaard zien we iets verderop uit het water grazen. Nijlpaarden zijn echt gevaarlijk en vallen lomp aan als jij ze niet bevalt. ‘s Nachts kunnen ze tot 10 km afleggen op zoek naar gras.

Als het donker wordt komt een troep bavianen op bezoek. Ze maken heel veel herrie en Matante Dsc_2795 probeert ze lachend weg te jagen. Enkele bavianen nestelen zich in de boom waar we onze tent onder gezet hebben. Ze gaan gelukkig slapen ‘s nachts, maar ‘s ochtends sproeien ze onze tent onder met poep. We verzetten de tent dus maar.

De volgende ochtend zien we 2 honey-badgers de weg oversteken. Het valt ons gelijk op hoe ‘druk’ het hier is. We zien diverse safariauto’s en als we dan eindelijk een leeuw gevonden hebben (bij Serondela), moeten we wachten tot de 2 auto’s voor ons zijn vertrokken. Jakkes, dit was niet echt de bedoeling; Matante vindt het duidelijk vervelend en maakt vervolgens een hele lange rit om verder te zoeken. De gamedrives beslaan regelmatig 30-40 km en duren zo’n 4 uur. ‘s Middags rijden we vanuit Ihaha naar het oosten (Ngome) en daar is het erg rustig. We hobbelen langs de over van de Chobe rivier eDsc_2771n zien 5 heeeeeele grote krokodillen. Zelfs op respectabele afstand zijn het enorme beesten (2,5-3 meter). We zien verder een kudde buffels, en een luipaardspoor. De omgeving is prachtig. Even later ontdekken we een enorme troep gieren. Zowel in de boom als op de grond, zeker 100 bij elkaar. Als we opgetogen teruggekomen bij Andy heeft hij goed nieuws. Matante heeft navraag gedaan en de weg naar Savute blijkt te zijn opgedroogd. Savute ligt in het zuiden van Chobe NP en is beroemd om zijn hoeveelheid leeuwen. De volgende ochtend laden we de LandRover vol zodat we de trailer kunnen achterlaten. Water hebben we bij ons in de voorbumper van de auto; heel slim. De weg naar Savute is het laatste stuk alsof je door duinzand rijdt. Dit gaat erg langzaam. In het park blijkt de weg inderdaad droog op wat doorwaadbare plaatsen na. Als we dicht bij de camping zijn komen we een opgewonden Duister tegen. Hij vertelt ons dat de leeuwen vlakbij de camping zijn en voegt er met een knipoog aan toe: Don’t be scared, enjoy, they have a very high fence’ (niet dus). Matante besluit direct op zoek te gaan naar de leeuwen en na een halfuurtje vinden we 2 jonge mannetjes, 3 vrouwen, en een jonge leeuw onder een boom. Dsc_2803Ze zijn nog prima wakker en we zijn allen met ze. Eindelijk. Matante slaakt een zucht van verlichting; het was zijn eer te na ons geen leeuwen te kunnen laten Zien.

Op de camping zoeken we de meest open plaats pal naast het toiletgebouw. Matante brieft ons nog serieuzer dan tevoren over deze ‘ bad place’  en op de plaats waar we de tenten neerzetten zien we hyena en luipaardsporen. Het toiletgebouw heeft een hoge muur tegen de olifanten. Joost heeft steeds meer last van zijn rug en gaat even liggen. Halverwege de middag gaan we weer op pad. We laten al de bagage in de auto vanwege de bavianen. Terug naar de plek kijken we weer naar de leeuwen. Daarna rijden we door de oude en droge rivierbedding van de Savute en komen aan bij de Savute marsh (een vlakte). Matante gelooft zijn ogen niet, Dsc_2848we zien 2 leeuwen in een dode boom. Ze hebben duidelijk moeite om er uit te komen. Hij heeft dit in 30 jaar maar 1 keer eerder gezien en Andy nog nooit. Nog lachwekkender is de situatie verderop. Door de bladeren van een struik steekt de kop van een andere leeuw. Als hij gaat verzitten valt hij er bijna uit. Terwijl we staan te kijken loopt op nog geen 5 meter van de auto een enorme mannetjesleeuw langs. Wat een prachtig gezicht, erg indrukwekkend. We nemen er een biertje op. Om dat de koelbox nog in de auto staat hebben we alles bij de hand en zetten onze gamedrive decadent voort met een biertje in de hand. De Savute Marsh is prachtig in het avond licht en we rijden rustig rond. OP de terugweg zien we in een hele hoge boom weer twee leeuwen zitten. Er staat 1 andere safariauto bij. Gelach stijgt op wanneer de ene leeuw ternauwernood in de boom kan blijven. Zijn achterpoten glippen van de tak af en hij blijft aan de voorpoten hangen en weet zich op te trekken. Absoluut uniek. Het is donker als we bij de tent aankomen. Joost vertilt zich aan de zware spaghettipan en eet met zichtbare pijn in de auto. Wij eten zwijgend met rondvliegende vleermuizen boven onze hoofden. Matante laat ons nog even wat ogen zien in het donker. Die blijken onschuldig want de ogen ‘ hupsen’, hazen dus. Af en toe horen we leeuwen op 2-3 km brullen. ‘s Nachts slaap ik slecht en ‘s ochtends lijkt het alsof het leeuwegebrul dichterbij komt. Ik doe de luiken dicht, maar er gebeurt niets. ‘s Ochtends staan er enkele volle Ziplockzakjes naast de deur….

De volgende ochtend rijden we nog een kort rondje maar zien nauwelijks iets. We gaan terug naar Chobe. Bij Kazugula nemen we afscheid van Matante. Hij heeft geen paspoort en kan niet met ons mee naar Zambia. We doen wat boodschappen want wij koken voor Andy vanavond en zoeken een mooi plekje op de camping van het Chobe Safari Lodge. We kopen kaartjes voor de riviercruise (100 pula + toegang 70 pula) en moeten direct weg. Als echte toeristen schepen we in op een flinke boot. Na een poosje wordt het tochtje op de Chobe rivier echt de moeite waard. Je ziet nu de rivier van een andere kant. We zien veel nijlpaarden (soms wel 15 bij elkaar) en nu ook uit het water, en met Dsc_2888 kleintjes. Ze wapperen zo leuk met hun oortjes, dit zorgt ervoor dat er een soort zonnebrand wordt afgescheiden waarmee hun kop wordt beschermd tegen de zon. De kop is meestal het enige dat je ziet van het enorme lijf. Ook zien we veel olifanten, zelfs in gezelschap van buffels. De big five hebben we niet helemaal gezien: olifant, neushoorn, buffel, luipaard en leeuw. De big five zijn de dieren waar de vroegere jagers het meeste respect voor hadden. Matante’s vader was zo’n jager (let wel: te voet). Bij zijn afscheid roept Matante dan ook naar ons: Leopard, next time!

De zonsondergang op de boot is prachtig. Terug gaan we aan de slag om voor Andy te komen. Hij is onder de indruk en waardeert het enorm. We hebben een grote T-bone, een salade met avocado en zongedroogde tomaatjes en Joost’s aardappelpakketjes. We slapen langggggg.

Bij het opstaan zijn de mannen even weg en probeer ik met moeite de apen ui de auto, trailer en tenten te houden. Het lukt er een om een gat te bijten in een eierdoos in de trailer. Joost maakt wentelteefjes en scrambled eggs op de bakplaat; wat een feest. Rustig pakken we in en gaan op weg naar de Kazungula ferry. Kazungula is het Vaals van Botswana: Botswana, Namibië, Zimbabwe en Dsc_2930 Zambia komen hier samen. De Botswana grens over gaat gemakkelijk en we rijden een enorme rij vrachtwagens voorbij naar de ferry. Die is klein en er wordt flink voorgedrongen om erop te kunnen. We zijn als licht voertuig snel aan de beurt. Na 5 minuten varen staan we in Zambia. Hier is het een groot circus. Andy moet achtereenvolgens de douane door (als personen), de auto inklaren, verzekering voor de trailer kopen, en tol voldoen. Als hij denkt dat ie klaar is blijkt dat vandaag (1 april) een nieuwe belasting is ingegaan: carbon tax en die kun je alleen maar voldoen in Kwacha. Geld wisselen dus en de tax voldoen. Het hele proces neemt 2 uur in beslag in de enorme hitte. Na een uurtje komen we aan in Livingstone en even buiten Livingstone ligt Zambezi Waterfront. Hier hebben we een echt huisje met badkamer en terras! We kopen direct kaartjes voor de ‘ booze cruise’  de traditionele afsluiting van de trip. Om half vier schepen we in en iedereen zet het op een zuipen (all included, 35 US). Er worden snacks geserveerd en eten. De Zambezi is een enorme rivier en wat gelijk opvalt: er zijn nauwelijks dieren. Ook onderweg hierheen hebben we niets gezien. We varen ook door Zimbabwe wateren. Als we terug zijn duurt het niet lang of we gaan naar bed: half negen! Deze trip was erg vermoeiend, vanwege het straffe ritme (6 uur op en een volle dag), nauwelijks privacy en veel kilometers, maar … het was het allemaal waard. Sterker, het had wel langer mogen duren!

Dsc_2961 We slapen 11 uur en na het ontbijt lezen we wat. ‘s Middags neemt Andy ons mee over de grens naar de Victoria Bridge (niemandsland tussen Zimbabwe en Zambia). Vanaf deze brug kun je bungiejumpen (111 meter) en we blijven even kijken, Joost nog. Daarna lopen we door het park langs de watervallen, erg indrukwekkend en een natte bedoening. Ons afscheiddiner hebben we in Hippos’ waar we ons met Andy tegoed doen aan een flinke T-bone. Dsc_2984

Vanochtend hebben we ontbeten met Andy en heeft hij ons in Livingstone afgezet. Hier hebben we afscheid genomen en het doet je toch wel wat als je zo lang met elkaar optrekt. We hebben adressen uitgewisseld en we hopen de video te krijgen die hij gemaakt heeft. Vandaag en morgen luieren we hier nog wat en dan vertrekken we naar Johannesburg voor nog 1 ½ week in Zuid-Afrika.

Heel veel liefs en groetjes,

Joost en Marijke

Reacties zijn gesloten.