week 3 & 4: Jungle en bounty eilanden

17 februari 2005

Lieve familie, vrienden en collega’s,

Wederom dank voor al jullie leuke reacties. We zijn inmiddels weer terug in Puerto Princesa na een flinke omzwerving over en rond het eiland Palawan. Na het schrijven van het vorige verslag zijn we met een prive-auto naar Sabang vertrokken. De weg er naar toe was nog slechter dan we verwacht hadden. Een echt wasbord met gaten en geulen door de grotendeels onbewoonde jungle met ruige hoge rotsen ertussen. Na twee uur hobbelen en botsen komen we bij het Bambua Nature Resort aan. Het laatste stukje moeten we lopen. Het blijkt een flink stuk grond te zijn, dat er uitziet als een prachtige tuin met tropische planten en palmen met hier en daar flinke bamboe ‘ cottages’. Andre (Duits) heet ons welkom en laat onze cottage zien. Werkelijk fantastisch hier midden in de jungle (kijk even op http://bambua-palawan.com/). Als we even later de vader van Andre ontmoeten blijkt dat we die al eerder gezien hebben in de jeepney van Andre in Puerto Princesa. Omdat hij geen Engels sprak begrepen we hem niet, maar we hadden dus mee kunnen rijden en veel geld kunnen besparen! Afijn, we worden door opa rondgeleid, want achter het resort blijkt Andre een ‘organic farm’ te hebben. Dit ziet er heel mooi uit vanaf de heuvel: rijstveldjes en visvijvers, geiten, kippen en papaja’s. Marco (ook Duits) neemt het van opa over en vertelt ons uitgebreid hoe hij zijn studie tropische landbouw hier in praktijk brengt. Ze proberen hier geintegreerde landbouw te bedrijven d.w.z. alle dieren en planten hebben een functie voor elkaar. De eenden poepen in de visvijvers en eten de slakken uit de rijstvelden. In de tilapia-vijvers leggen de slakken hun eitjes, enz. enz. (kijk eens op http://www.ciaap.com onder de foto-gallery, dan zie je hoe het er uitziet) Ze willen eerst met prive-geld bewijzen dat dit levensvatbaar is om vervolgens subsidies aan te vragen en de boeren in de omgeving een alternatief bestaan bieden. Het lijkt alsof Andre in geen tijden heeft gepraat want hij houdt ons 2 1/2 uur bij ons biertje vandaan! Zijn levensverhaal is de moeite waard om eens op te schrijven. In Duitsland kwam hij geen 25 km van zijn geboortdorp af tot dat hij het besluit nam iets met zijn leven te doen. Na vele omzwervingen kwam hij lopend in Sabang aan (er was geen weg) 17 jaar geleden. Hij trok bij een familie in en ging vissen voor zijn onderhoud. Ondanks allerhande moeilijkheden met locale ‘ landlords’ kocht hij een stukje land en van het een kwam het ander. Nu is hij enkele hectares rijker en het ziet er goed uit. Ook is hij 7 jaar gelden begonnen met het bouwen van een enorme villa. Hij leidt osn er in rond en het is inderdaad een levensproject. Nu gaat eerst het geld in de farm, dus dat huis is voorlopig nog niet af. Inmiddels is Andre 13 jaar getrouwd met een ‘native’  Rosaly en ze hebben 3 kinderen. Rosaly kookt onvoorstelbaar lekker in een heel primitief keukentje. We eten totaal onbekende groente en heerlijke gemarineerde vis. We ontmoeten Fabian, die inmiddels al bijna een jaar op reis is en ‘ hanging around’  tot een kunst heeft verheven. ’s Avonds bediscussieren de heren met Andre en Marco de wereldeconomie en politiek…..(niet aan mij besteed).

Wat een bijzondere plek! en wat een bijzondere mensen. We besluiten spontaan hier een nacht langer te blijven. De volgende dag zet Andre ons af bij de pier en gaan we met een banca(boot) naar St Pauls Subterramean National Park te gaan met haar Underground River. Dit beschermde stuk natuur fascineerde Jacques Cousteau al, dus gaan we er een kijkje nemen. Met een bootje en een gids, vaar je hier een kilometer over een ondergrondse rivier (in totaal is de rivier zo’n 6 km lang). We zien ongeloofelijk veel vleermuizen en de kathedraal heeft een plafond van 65 meter hoog. Erg bijzonder. Terug bij de ingang zien we een 1 1/2 meter lange monitor-lizard en aapjes. Terug in Sabang lopen we langs het strand (verlaten) een wandeling door de jungle. Een beetje tot onze teleurstelling zien we helemaal geen slangen, lizards of andere enge dieren. Het is hier wel ruig en vooral heet. Terug in het dorp laat Joost zich inmaken in de plaatselijke biljarthal. Om 17.45 posteren we ons op een eilandje in de tilapia-visvijver om tientallen witte reigers naar hun slaapplaats in een boom te zien vliegen. Dit doen ze iedere avond op het vaste tijdstip, erg fraai. Na het wederom perfecte eten kletsen we met Fabian over meer spirituele zaken en zijn levenswijze ‘ just accept it’ (en dat past hij overal op toe!).

Dinsdag regelen we een boot naar Port Barton voor woensdag en lummelem wat rond. Op de farm is altijd wat te kijken en Andre houdt niet op met zijn verhalen, erg leuk. ’s Avonds komt tot onze stomme verbazing Dick aangelopen die we in Coron hebben ontmoet. Tijd voor een Sammy! (San Miguel is het plaatselijke bier)

Woensdag vertrekken we om 7.00 met Fabian naar Port Barton in een banca. We nemen helaas afscheid van Andre en zijn vader, het lijkt erg aanlokkelijk om nog eens terug te gaan en dan de handen uit de mouwen te steken; wie weet. De banca wordt zo nu en dan stilgelegd om benzine bij te vullen en we worden wel wat nat. Na 4 uur varen arriveren we in Port Barton. Het plaatsje ligt mooi in een baai. We gaan gelijk met Fabian naar El Dorado Inn. Ze hebben oms sms-je blijkbaar niet gehad dat we later zouden komen en onze reservering is weggeven. De eigenaars zijn behoorlijk gereserveerd en de kamer die ze nog heeft erg klein. We eten een broodje en de jarenm 70 muziek schalt uit de luidsprekers. We voelen ons hier niet thuis. Joost en Fabian gaan op pad om het dorp te verkennen. Het is allemaal niet echt interessant na ons verblijf in de jungle en dus besluiten we met een Duitser op de bonnefooi mee te gaan naar het Coconut Garden Island Resort op het Cacnipa eiland. Na een halfuur varen komen we aan op dit bounty-eland en het ziet er erg aanlokkelijk uit. Het personeel wordt uit een kamer gejaagd zodat we allemaal een bed hebben. De eigenaar is een Zwitser, Henry en hij heeft 2 aapjes als huisdier. Wat interessanter is: hij is kok! Het eten is dus erg goed. We blijven hier tot zondag. En… wat hebben we gedaan? Hanging around! Zo werkt dat dus: een hangmat, een wit strand, blauwe zee en een goed boek (en zonnebrand!). ’s Avonds op tijd naar bed, want de generator gaat om 10 uur uit (en dan is er dus geen electriciteit meer). Na een dag of twee hebben we de smaak te pakken en doet zelfs Joost niets meer. Joost gaat nog wel een ochtend 2 duiken maken met een Zwitserse instructeur en we snorkelen op het ‘ housreef’. Helaas is het meeste koraal hier dood omdat er illegaal gevist wordt met cyanide. Joost ontdekt wel een enorme schildpad onder water (en een giftige slang).

Verder opmerkelijk is de aanwezigheid van 4 Duitsers met verrassend verliefde Filippijnse vriendinnen. Fabian is er duidelijk over: prostituees. Dat gaat er bij mij niet een-twee-drie in. Ik geloof in het goede in de mens (is wel wat naief blijkt) en de verliefdheid ziet er erg overtuigend uit (erg professioneel volgens Fabian). Na drie dagen speculeren is een van de Duitsers erg openhartig tegen Fabian: je vliegt naar Manila, duikt een bar in, let goed op je geld, drinkt een biertje en zoekt een leuk meisje uit. Je betaalt een tussenpersoon 1500 pesos per dag vooruit (20 Euro) en betaalt verder alles voor haar (eten drinken, tickets accomodatie). Kind doet de was. Het gaat wel eens mis, hij vertelt Fabian (alsof het niets bijzonders is) dat het eerste meisje bij aankomst in Puerto Princesa ’s avonds ‘ niets’  wilde en dus heeft hij haar terug op het vliegveld gezet en een ander opgepikt…..

Tja, het duurde wel even voor ik me echt realiseerde dat dit echt was. Fabian was er ook erg van ondersteboven. Hij heeft al heel veel landen in Azie gezien waar dit aan de orde van de dag is (ook met kinderen…). Maar zo openlijk en zo ‘ gewoon’  heeft hij er ook nog nooit iemand over horen praten. We zijn er behoorlijk van onder de indruk. Dit betekent namelijk ook dat er dus veel mensen zijn, die geen andere mogelijkheid zien om aan geld te komen….

Zondag vertrekken we om 6 uur ’s ochtens met een Deens gezin in een grotere boot naar El Nido. Deze tocht kan erg heftig zijn en dus hebben we zwemvesten en regenpakken aan boord. Het eerste gedeelte valt nog mee, maar inde buurt van El Nido wordt het flink winderig en nat. De omgeving is erg ruig. Hoge rotsen torenen uit het water. El Nido is een allesbehalve charmant stadje. We lopen wat rond en proberen iets leuks te vinden. Na 3 uur hangen besluiten we dan toch maar naar Dolarog Beach Resort t egaan. Dit is ver boven ons budget, maar de Denen waren er erg lovend over. We worden opgehaald door een banca en Dolarog ligt werkelijk idyllisch aan een strandje ver weg van El Nido (en de weg). We krijgen een cottage met uitzicht over zee, de eilanden van de bacuit archipelago en….een werkelijk schitterende zonsondergang. Het eten heeft een Italiaans tintje en is uitstekend. De eigenaar (Italiaan Edo) heeft ook een prima voorraad wijn in huis. Met de Deense familie is het erg gezellig (onze culturen komen verrassend dicht bij elkaar).

Maandag krijgen we de grote banca mee en gaan we met de Denen Island-hoppen en snorkelen. Overal prachtig witte stradjes op ruige eilanden. De zon is zoals gebruikelijk erg fel en we smeren nog steeds met zonnebrand. Langs het Miniloc-island kun je prachtig snorkelen maar helaas is het meeste koraal dood. We rusten wat op een verlaten strand met erg wit en zacht koraalzand: hoe tropisch!

Dinsdag luier ik op ons terras en maakt Joost 2 duiken. Hij ziet enorme vissen.

Woensdag krijgen we een kleine banca mee en gaan snorkelen op 7 Commando’s Beach. Hier leeft het koraal! Prachtige kleuren koraal en vissen in alle kleuren van de regenboog. Dit kun je uren vol houden, jammer dat je het na verloop van tijd toch koud krijgt (en kramp in mijn tenen). We lunchen in El Nido en zijn het er over eens dat Dolarog ‘ overpriced’  is, maar dat er geen alternatief is in El Nido (hier spreekt de Nederlander). Tja, het is gewoon een prachtige plek, hier fotografeer ik me suf, het eten is fantastisch en je hebt een eigen veranda met een prachtig uitzicht, wat wil je nog meer?

Vandaag heeft Edo ons met de grote banca naar het vliegveld gebracht. Pardon? met de boot naar het vliegveld? Jawel! Je meert zo ongeveer op de landingsbaan aan en ze komen je halen met een motorbootje, heel bijzonder. Het is even wachten op de 18-zitter en het is wel lachwekkend wanneer de piloot het praatje (dat normaal de stewardess houdt) voor ons afraffelt. Halverwege zien we dat 1 van de piloten in slaap sukkelt…maar we zijn er hoor!

Morgen vliegen we vanuit Puerto Princesa naar Manila, waar we nog wat shoppen. Zaterdag vliegen we via Singapore naar Amsterdam.

Het was weer een mooie vakantie. Totaal anders dan Nieuw-Zeeland of Chili, maar de Filippijnen zijn ons erg bevallen. Prachtig land, aardige mensen, goedkoop, prima eten en…geen regen! Het land nodigt uit om verder te ontdekken. Sowieso hebben we Azie nu in het vizier en van Fabian hebben we heel wat tips opgevangen (die houden we voor ons zelf!).

Veel liefs,

Joost en Marijke

Reacties zijn gesloten.