Zondag 13 mei. We komen aan het einde van de middag per vliegtuig aan in Sucre en laten ons door een taxi naar het hostal Cruz de Popayan brengen. Alles is hier prima geregeld, het hostal heb ik per Internet gereserveerd en we zijn nog geen enkele keer door een taxi afgezet. De mensen hier zijn vriendlijk en we voelen ons absoluut veilig. Het hostal is een oud gerestaureerd gebouw met binnenlaats en de kamer is enorm met TV. Als we Sucre ingaan overvalt ons een cultuur schok: wat een toeristen! wat een gezellige cafes! We laten het heerlijk op ons afkomen onder het genot van een flesje Boliviaanse wijn. De darmen zijn wat rustiger en we proberen een vegetarische pasta. Het is superdruk en het duurt even voor we begrijpen dat het Tarabuco dag is. De meeste mensen die hier komen gaan op zondag naar de markt in Tarabuco en stikt het van de groepen. Maandag 14 mei. De volgende dag gaan we maar eens de stad rondlopen en krijgen een prettige indruk van een levendige mooi stad.
De markt is een hele belevenis. We willen zeker niet de hele week in Sucre blijven en proberen een hostal te regelen in de bergen, dat wil niet lukken. Wat tegenvalt is dat je hier alles moet regelen, je kunt er nauwelijks zelf op uit. Dit wakkert een grote regellust in mij op tot grote ergernis van Joost (ach we komen er wel uit) Bij Joy Ride Cafe (van Nederlanders) kunnen we een 2 daagse tocht regelen naar de Cordillera. Bij Joy Ride kun je uitstekend eten en de groenten worden er gedesinfecteerd (staat op de kaart, ha, ha), lekker sla eten dus! Joost zijn sigaren voorraad slinkt schrikbarend en dus gaat hij op zoek naar sigaren (en dat lukt). Er wacht een voorraad in Arequipa (vooruitgestuurd) maar dat duurt Joost te lang.
Dinsdag 15 mei. Vandaag hebben we een dag ´over´ en besluiten we Harry te gaan opzoeken die we in het vliegtuig uit Santa Cruz hebben ontmoet. Harry is timmerman en imker en werkt voor een seminarie Het is een flink stuk lopen door de stad en dus wel lekker (het zonnetje schijnt). Onderweg brand ik de eerste 150 foto´s op CD. Als we bij Harry aankomen is hij net aan het lunchen en aan het skypen met zijn vriendin Connie (we kijken onze ogen uit in zijn mooie appartement met ADSL verbinding! in de context van de omgeving dan, hè) . Hij kan zijn geluk niet op dat we langskomen want hij nodigt wel vaker mensen uit maar ziet ze vervolgens niet. Hij vertelt honderduit over bijen en laat ons zijn timmerwerkplaats zien. Hij blijkt 73! Zijn ´aanstaande´ is 20 jaar jonger en van plan naar Bolivia te komen. Het geluk straalt van hem af en we genieten ervan om bijna twee uur op bezoek te zijn. We drukken hem op het hart vooral langs te komen in Nederland. ´s Avonds kijken we de film The Mission met Robert de Niro die gaat over het stichten van de missies in de omgeving van Paraguay).
Woensdag 16 mei. Om 8 uur ontbijt in het Joy Ride Cafe en onze gids Henrry haalt ons op (hij spreekt Engels, niet goed voor mijn Spaans wel erg handig). We rijden met een busje naar de start van een Inca Trail op ong. 3100 meter. Na bijna 2 uur zijn we een paar honderd meter lager. De omgeving hier is ruig en er wonen hier en daar wat mensen in hutjes. Als we de rivier zijn doorgewaad luchen we onder een boom. Dan volgt 3 uur klimmen over een weg. Het is warm en gelukkig is het bewolkt. De cocabladeren in de linkerwang helpen wel! Henrry leert ons hoe we erop moeten kauwen. Al was het alleen maar psychologisch, ik kan het wel gebruiken. De omgeving is prachtig met heel veel kleuren gesteente (van groen, tot lila en rood). Na 3 uur komen we aan in de krater van Maragua. Het is niet echt een krater maar het is een onverklaarbare kom in het landschap. Het is een pieterpeuterig dorpje waat het Peacecorps een paar cabanas heeft gebouwd. Prachtige huisjes met zonnecellen erop. De eigenaar van de sleuten is echter nog aan het werk op het land en Henrry gaat hem zoeken. Na een urr hebben we de sleutel. Het eerste huisje is gebruikt, het tweede is wel schoon. Het is koud en donker en er blijkt geen electriciteit. Joost gaat on de keuken op zoek naar kaarsen en Henrry lukt het om soep en past te maken bij kaarslicht. De eigenaar maakt ondertussen het toilet al moet hij daar wel de zaklantaarn van Joost voor lenen. Deze mensen gaan als het donker wordt naar bed en bovendien moeten ze zorgen voor voorzieiningen die ze zelf niet eens hebben! Het geeft ons een raar gevoel. We betalen samen 100 dollar en nog geen 5 dollar komt bij deze mensen terecht. Gelukkig zijn er enorm veel dekens en goede bedden dus we slapen als een roos (om 8 uur). De spierpijn komt flink opzetten….
Donderdag 17 mei. Henrry heeft het ontbijtje klaar om 7 uur. Eeven water kopen (dat kan gelukkig) en we gaan op pad naar Quila Quila. Deze wandeling gaat over een rotsig pad (er is nu geen weg meer). De ogeving is mooi en de zon schijnt. Tegen 12 uur komen we in het dorpje aan. Het hosatl waar we zouden eten is dicht. We zitten nog maar net of de bus komt er al aan (ik kan nog net achter een huisi gaan zitten). Gelukkig hoeven we niet in de ´stinky truck´ maar is het een echte bys waarin we kunnen zitten. Wat volgt is een 2 uur lange stoffige duizelingwekkende tocht langs diepe kloven over enorm hobbelige paden en we steken zelfs een rivier over. De bus zit vol vrouwen met mooie hoedjes. Verkrampt komen we in Sucre aan. Na een korte taxirit volgt de evaluatie in het Joy Ride cafe (ja, ja). We leggen Laura uit dat we dit niet echt 100 dollar waard vonden, te kort en te slecht geregeld. Primitief prima, maar dan hoort daar ook een andere prijs bij en op z´n minst wat voorinformatie (hadden we een fles wijn meegesleept!). Het management beidt excuses aan en we krijgen de lunch gratis (na aandringen van Joost). Ach ja, wij hebben in ieder geval lekker gelopen en ons op 3000 voorbereid op La Paz. We nemen afscheid van Henrry en nemen een lekkere douche. ´s Avonds doen we ons tegoed aan een flink stuk vlees.
Vrijdag 18 mei. Om 9 uur met de taxi naar het vliegveld voor de vlucht naar La Paz. Een uur vertraging. Om half een komen we aan en laten ons door een taxi naar het hostel brengen. Het uitzicht onderweg is fantastisch. La Paz wordt omringd door besneeuwde toppen en de stad ligt in een gat. Het hostel is simpel. We lopen gelijk de stad in om wat te eten. Wat een vieze stinkstad! Je komt niet alleen adem tekort door de hoogte maar ook door de uitlaatgassen. Het is zo erg dat we maar wat eten laten komen, we gaan de deur niet uit. Morgenochtend vertrekken we naar Rurrenabaque in de Amazone. Van daaruit gaan we zondag met de houten kano (5 uur varen!) naar Chalalan ecolodge, een door de gemeenschap geroganiseerde lodge. Hier blijven we bijna een week. Waarschijnlijk helemaal van de wereld en niet bereikbaar (ach wat erg zegt Jaap dan!). Het gaat ons uitstekend, wij hopen met jullie ook!