8 juni 2007. Vandaag is Geert jarig en met zijn frisse ochtendhumeur luistert hij een toespraakje van Joost aan. We hadden een rood keukenschort voor hem willen kopen, maar dat hebben we niet kunnen vinden. In plaats daarvan hebben we 4 placemats voro zijn uitzet gekocht. Na het ontbijt vertrekken we met de gehuurde auto. Met 5 passagiers, een chauffeur en zijn zoon is het behoorlijk krap in de auto. Diana en ik zitten achterin geperst. Gelukkig kunnen we door de raampjes foto’s
maken en filmen. Op grote hoogte (3700 – 4000) meter rijden we door een prachtig landschap richting Potosi. Onderweg zien we llama’s en vicuna’s. Het is heet achterin. We lunchen op een dorpspleintje met broodjes en blikjes pate, tonijn en smak. De rit naar Potosi is mooi maar erg vermoeiend. De weg is gravel met veel kuilen en stof. Onze chauffeur rijdt als een bezetene door de bochten. Als we in Potosi aankomen is het al laat en het is er flink koud. De mannen zijn moe. We gaan even liggen en heet douchen. De rest van de groep gaat de stad in of naar bed. Rond half zeven gaan we de
stad in om wat warms te drinken. Ik heb het stervenskoud en na een bijzonder rijke chocolademelk en een flesje water (en een pilletje van dokter Rene) voelik me weer wat beter. Om half acht gaan we met z’n allen eten. Dat blijkt geen succes. Tessa en Jaco gaan niet mee, Ron haakt al snel af (overgegeven) en na het eten voelt Joost zich bijzonder beroerd.
Ik ga met Geert, Arnold en Jan nog wat drinken om Geert zijn verjaardag niet helemaal in het water te laten vallen. ’s Nachts geeft Joost flink over en midden in de nacht geef ik hem een ibuprofen. Zijn humor verliest Joost nooit want na het pilletje spert hij yijn mond wijd open en vraagt of ik wil kijken of het weg is. Ik doe het ook nog met de zaklamp en ik krijg een grote grijns retour.
9 juni. Na een nacht slapen voelt Joost zich wat beter. Theo en Ron blijken ook ziek en alle drie beseffebn ze dat ze moeten rijden omdat er geen plaats is in de auto en de aanhanger in Uyuni staat. Vlak na vetrek yorgt een onduidelijk manouvrerende bus ervoor dat Joost een uitglijer maakt en ten val komt. Gelukkig is er niets aan de hand, maar echt alert is iets anders. Na een uur rijden staat Theo spugend langs de kant en voelt zich nu wel opgelucht. We lunchen weer nogal primitief, het is warm en de stemming lauw. Als we in Oruro aankomen is het erg druk (zondag). We worstelen ons door de stad
naar het hotel (Gran Sucre). Joost gaat direct naar bed en ik ga internetten. Het is in onze kamer zo koud dat we een verwaring bestellen. Een groot deel van de groep voelt zich weer beter en we eten gezellig in een klein restaurant.We eten met z’n allen voor 2,50 Euro per persoon!