Week 10: Sucre, een prima plek om te stranden

Na ons bezoek aan de zondagsmarkt van Tarabuco, komen we aan het begin van de middag in Sucre aan. Gelukkig hebben we een waypoint (GPS-coördinaten) van een hostel waar de auto ook kan staan. Bij Hostal Pachamama staan we voor 10 Euro en hebben ook een kamer en WIFI. We raken aan de praat met een Engelse en een Japanse motorrijder, altijd leuk. ’s Middags gaan we de stad in en uiteraard herkennen we het een en ander van 4 jaar geleden.

Het is een prachtige stad (Unesco Werelderfgoed) met een gezellig en rustige sfeer en leuk om rond te lopen. Bij steile stukjes is het wel even hijgen want Sucre ligt op 2500 meter hoogte. ’s Avonds eten we bij El Florín. Twee voormalige Nederlandse werknemers van Joyride zijn voor zichzelf begonnen en hoe. Het loopt als een tierelier en het eten is erg goed. We spreken Ted aan en vragen of hij Harry kent. Harry hebben we 4 jaar geleden in het vliegtuig ontmoet en woont en werkt hier in een seminarie. Aangezien we alleen zijn voornaam kennen, wordt opzoeken wat lastig. Gelukkig kent Ted hem heel goed en we krijgen zijn telefoonnummer. ’s Nachts slapen we niet best want de bedden in het hostel halen niet het kwaliteitsniveau van het matras in de auto!

Maandag 11/9 vindt Joost dat we echt Boliviaans moeten ontbijten en we proberen salteñeria El Patio in de stad. Je kiest welke salteña je wilt eten en welk sap of frisdrank en je rekent eerst af. Daarna geef je het bonnetje aan de serveerster. Een salteña is een deegflap met een sappige vulling met vlees, groenten en specerijen. Eten doe je niet met de hand, maar je breekt ze open met een lepeltje, anders zit je helemaal onder het sap. Ze smaken fantastisch en het is er dan ook heel erg druk. Mensen gaan met dozen vol weg. We lunchen in het hostel en als we de laptop aansluiten en Skype opstarten, belt Alet. De verbinding is niet best, dus gaan we naar een Internetcafé. We kletsen uitgebreid met Alet en Mareille en Noor en Joost belt daarna nog de halve familie. Wel fijn dat dat zo goed gaat. Harry neemt helaas niet op. Als we gaan zitten bij El Florín om wat te gaan eten, ziet Joost Harry zitten in de patio. Wat een geweldige verrassing! Harry weet nog precies wie we zijn en geniet er zichtbaar van. We nodigen hem uit om mee te eten. Later blijkt dat ze Harry hier wel heel goed kennen. De biefstuk op de kaart verschijnt voor Harry apart op de rekening als Lomo Harry sangrado (een bloederige biefstuk = is bij ons medium,  en zonder groenten). Harry vindt toch echt dat we morgenochtend op het seminarie langs moeten komen en dat beloven we. Joost slaapt ’s nachts in de auto, want dat is beter voor zijn rug. Ik maak snel ons reisverhaal in Word en verstuur dat per e-mail, want de weblog is voorlopig nog wel uit de lucht (grrrrr).

Dinsdag staan we op tijd op en vertrekken naar Setasur, het seminarie waar zo’n 25 theologiestudenten studeren en wonen. Harry heeft op het terrein een appartement waar we hem in 2007 hebben opgezocht. Hij heeft een timmerwerkplaats waar hij meubels maakt en repareert. Bij Santa Cruz staan zijn bijen, want hij is ook imker. Hij laat ons het terrein zien en er is behoorlijk wat veranderd. De nieuwbouw ziet er goed uit. We drinken gezellig een bak koffie, nemen afscheid en gaan op weg naar Tarija. Helaas loopt de motor weer warm 60 km buiten de stad. We besluiten om te draaien omdat we in Sucre Nederlanders om hulp kunnen vragen. Terug bij Harry, belt hij zijn vriend Dirk. Dirk is eigenaar van de Bolivia Specialist, een reisbureau, maar is ook een garage aan het bouwen. Dirk is voormalig chef werkplaats van Mitsubishi en we mogen direct langskomen. El Dirko blijkt een zeer geschikte vent die uiterst zorgvuldig te werk gaat. We laten de auto in zijn tuin staan. ’s Avonds eten we weer met Harry, die zo gastvrij is om ons bij hem te laten logeren (heerlijke bedden!). Hij biedt zelfs aan dat we zijn appartement kunnen gebruiken, omdat hij de volgende dag naar zijn bijen in Santa Cruz gaat. Helemaal geweldig natuurlijk. Met de taxi kom je hier trouwens voor 4 Bol p.p. (0,40 Euro) overal, ideaal. Geen onderhandelen met prijzen; een duidelijk tarief.

Woensdag nemen we (weer) afscheid van Harry en brengen we de hele dag bij Dirk door. We bekijken ook zijn nieuwbouw aan de overkant van de straat. Daar komt een nieuw huis, en een garage eronder met 3 bruggen en ruimte om ook quads, mountainbikes en motoren te onderhouden; indrukwekkend. Later horen we dat hij nog veel meer doet. Hij heeft het hoofdstuk over Sucre in de Lonely Planet geschreven, de logistiek gedaan voor o.a. Peking Express in Bolivia en probeert nu de Dakar rally naar Bolivia te krijgen, en…een leuke vent! ’s Ochtends halen de mannen de radiator er uit en controleren de thermostaat, de waterpomp en spoelen de radiator uit. Na enige reductie en deductie blijft over dat de ventilator niet goed functioneert. Hierin zit een zeer gecompliceerd mechanisme met olie dat ervoor zorgt dat als de motor warm wordt, de ventilator harder gaat draaien. Via Internet zoekt Dirk naar mogelijke oorzaken en oplossingen. De vrouw van Dirk, Sayda, heeft een winkel in de stad en is zo gastvrij om ons voor een heerlijke lunch uit te nodigen. Ik probeer een beetje Spaans met haar te praten. ’s Middags zijn de mannen 2 ½ uur op pad om naar onderdelen te zoeken. Dat vinden ze allebei, geloof ik, stiekem erg leuk! Er moet een onderdeel uit Cochabamba komen en dat sturen ze op met de nachtbus, dan is het vrijdag hier. Afwachten dus. We hadden met Sucre een slechtere plek kunnen treffen om te stranden! ’s Avonds slapen we heerlijk in Harry’s appartement.

Donderdag kan er niets met de auto gebeuren en dus slapen we vorstelijk uit. Joost belt uitgebreid met Roel en Paul. Joost verkent de markt waar Harry vlakbij woont. De Mercado Campesino is een doolhof van winkeltjes en kraampjes. Ik kan ondertussen rustig Internetten. We lunchen wat in de stad en gaan op aanraden van Dirk en Nico langs bij de hoedenfabriek. Sucre is de hoedenhoofdstad van Bolivia en Sombreros Sucre is open voor bezoekers. We krijgen een gids mee en worden de fabriek rondgeleid. Het is reuze interessant hoe van wol, vilt wordt gemaakt en vervolgens van halffabricaat een hoed. De arbeidsomstandigheden zijn voor ons natuurlijk niet meer van deze tijd en sommige bewerkingen zien er gevaarlijk uit. We eindigen in de winkel en daar slaat Joost zijn slag. De mooie Indiana Jones hoed kost maar 50 Bol (5 Euro) en hij koopt er dus twee. We krijgen ook de catalogus mee, want Joost ruikt handel! Via een hoog uitzichtpunt over de stad, gaan we bij Dirk langs maar die is niet thuis.

Als we ’s ochtends aankomen bij Dirk, blijkt dat ze het onderdeel niet opgestuurd hebben. Ze willen eerst een betaalbewijs zien en dat is wat lastig met Internetbankieren. Bovendien ligt in heel Bolivia Internet eruit. Nu kunnen we ons voorstellen hoe lastig en frustrerend het is om hier zaken te doen. Volgens Dirk vertrouwen de Bolivianen niemand. Joost deelt met Dirk het idee dat hij ’s nachts heeft gekregen. Hij wil een losse ventilatorunit voor de gril kunnen zetten, als het echt heel steil wordt. Prima idee, vindt Dirk, en dus stappen de 2 mannen op de motor om naar een ventilator te zoeken. Na een uur komen ze terug met een enorme dubbele ventilator en Joost gaat aan de slag om het ding (tijdelijk) te kunnen installeren. Inmiddels heeft Dirk met de meiden op kantoor geregeld dat die een betalingsbewijs nar Cochabamba sturen en dus komt het onderdeel (hopelijk) met de nachtbus. Wederom mogen we mee-eten en voor de gelegenheid heeft Sayda gehaktballen met peenstamp gemaakt. Heerlijk! Terwijl Joost de boel verder installeert, kopieer ik voor Dirk wat films en muziek. ’s Avonds liggen we er vroeg in. Blijkbaar heeft de hoogte zijn effect.

Zaterdagochtend belt Dirk dat hij om 11 uur kan navragen bij het kantoor van de luchtvaartmaatschappij of het pakketje is aangekomen. Ondertussen skypen we uitgebreid met Jaap en Jacomien en Alet.  We gaan op pad om een kadootje voor Sayda te kopen en Marijke komt terecht bij een prima kapper die de boel weer wat in model brengt. Als we om 15 uur bij Dirk aankomen, loopt de motor al om de radiateur te ontluchten. Dirk is optimistisch en na een heftige proefrit op een nabijgelegen berg lijkt de koeling het goed te doen. Joepie! We kunnen verder. We bedanken Dirk hartelijk voor zijn hulp en brengen Sayda in de winkel het kadootje. ’s Avonds eten we voor de laatste keer een lekkere lomo in El Florin en nemen afscheid van iedereen. Dit was een prima week in een geweldige stad! -> Filmpje You Tube. Nu gaan we met hernieuwd vertrouwen in de auto op weg naar Tarija.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s