Week 3: waanzinnige woestijnen

Zondag 17 april rijden we vanaf onze wildkampeerplek door een prachtige afwisselend landschap van de Dasht-e Kavir woestijn vol met kleurige rotsen, lege vlakten en knalgroene oasedorpjes. Zelfs de witte weggetjes op de kaar zijn geasfalteerd. Plaatsnamen hebben niet altijd dezelfde spelling als op de (GPS-)kaart, dat maakt het wel verrassend. Als we meerdere keren worden aangehouden door de politie kost dat alleen maar wat tijd. Ze willen onze papieren zien en het liefst een kopietje van ons paspoort. Die hebben we dus bij ons voortaan. Ze zijn reuze aardig verder. Onderweg zijn altijd wel winkeltjes te vinden voor brood, melk, fruit en groenten, hoewel nooit allemaal in 1 winkel!

We vinden met de GPS het Akhavan hotel in Kerman, waar we weten dat je op de parkeerplaats mag kamperen (10 Euro). Als we aankomen staat er een ouder Zwitsers echtpaar in een Landcruiser 60-serie (www.worldrecordtour.com ). Ze reizen al 30 jaar (!). De auto is een grote bende en iedere avond verbouwen ze de boel om erin te kunnen slapen. Op dit moment is hun grootste probleem: “a lack of interesting destinations”. Tja, wat wil je, de lijst met landennamen op de zijkant van de auto is enorm; ze hebben alles al gezien. We mogen in een hotelkamer douchen en lopen daarna de stad in. Wat gelijk opvat is dat de lucht heel droog is en er hangt smog boven de stad. De winkels zien er welvarend uit en de stoepen zijn netjes betegeld (in verhouding dan, hè). Bij een bakkertje kopen we een doos met fantastische koekjes. Dàt hadden we beter niet kunnen doen; veel te lekker! De volgende ochtend doen we braaf (yoga-_oefeningen buiten op een matje (ja, ja, met hoofddoek…). De achterburen kijken nieuwsgierig uit het raam; ik zwaai dan maar. We lopen ons die dag suf, goed voor mijn rug die weer opspeelt. Onderweg bestellen we, met hulp van een aardige meneer, een broodje hamburger met ons (inmiddels) favoriete drankje alcoholvrij citroenbier (ook verkrijgbaar van Bavaria Holland). In de bazaar doen we boodschappen en we denken sneller te zijn met een taxi; mis. Kerman is nagenoeg eenrichtingverkeer en de rit met de taxi wordt een onnavolgbaar spektakel van tegen het verkeer inrijden en dwars oversteken onder luid getoeter. De Iraniërs zijn zeer beleefd en attent, maar in de auto ondergaan ze een metamorfose. Heel normaal om een stuk achteruit te rijden op de snelweg, dwars over te steken, waarbij je verwacht dat iedereen stopt, rechtuit blijven rijden beheersen ze niet en voetgangers zijn loslopend wild. Spiegels en richtingaanwijzers kunnen worden gedemonteerd….

Restaurants zijn hier moeilijk te vinden, dus eten we weer in het hotel. We krijgen een proeverij van gerechten voorgeschoteld en deze keer ook fesenjun, een feestelijk gerecht van kip met een saus van walnoten en granaatappel. Zooooo lekker!

Dinsdag 19 april staan we klaar om te vertrekken als we worden aangesproken door een Colombiaan! Hij reist met zijn vrouw in chronologische volgorde de landen af die belangrijk waren voor de geschiedenis om zo “ say goodbye to the world” . Mesopotamië (Irak) was niet mogelijk, dus Perzië is nu aan de beurt, volgend jaar Egypte en dan Turkije, Griekenland en Rome. Hij is er op tijd bij, zal ik maar zeggen, want zo oud is hij nog helemaal niet. We rijden naar Mahan en bekijken een mausoleum (in chador=laken). Op weg naar de Prince’s garden komt Farad naast ons rijden en roept naar Joost waar we vandaan komen en wat we willen. Hij rijdt wel even voorop. Zonder hem hadden we de tuin echt niet gevonden. Hij spreekt goed Engels en we moeten toch echt in zijn witgoedzaak langskomen. De Prince’s garden is prachtig en als we weg willen, moeten we toch echt even praten met een jonge Iraniër die in Rotterdam is geweest. Hij heeft rondgereisd op een olietanker, maar vanwege de sancties nu niet meer. Zijn vrouw is prachtig en erg elegant gekleed. Door de bergen rijden we naar het oosten de Dasht-e Lut woestijn in.

We dalen in hoogte van 1700 naar 300 meter en de temperatuur stijgt van 23 naar 32 graden. Het landschap wordt leeg met rotsformaties, we zijn in de Kaluts! We laten de banden af en rijden richting een waypoint in de woestijn. Het oppervlak is zoutachtig en keihard. We durven niet te ver omdat we maar alleen zijn. We vinden een prachtige plek, waar het wel hard waait (en de hele nacht blijft waaien). Wat een schitterend landschap, hoog op onze wishlist! Het koelt goed af en wordt muisstil; waanzinnig. De volgende ochtend maak ik om 6 uur wat foto’s uit het dakluik met prachtig licht. Voor het ontbijt rijden we nog wat verder naar prachtige rotsformaties. Terug bij de weg de hoofddoek en tuniek weer aan en Joost zijn lange broek.

Richting Yazd gaan we en bij Rafsanjan binnendoor. Engels verdwijnt van de borden en we moeten de weg vragen. We vinden een prima plek in de bergen. De hoeveelheid vliegen laat zich verklaren als er na een uurtje zo’n 300 schapen, een herder, 4 honden en een pakezel voorbij komen. Het waait ’s nachts loeihard. Donderdag Komen we iets na de middag aan bij het Silk Road Hotel midden in Yazd. We mogen op de parkeerplaats kamperen en de douche gebruiken. We douchen direct en eten er een heerlijke curry, weer eens wat anders. We lopen een rondje door de prachtige adobe komen we er achter dat bijna alles dicht is omdat vrijdag hier een zondag is. We bezoeken de plekken die wel open zijn Eerst het watermuseum waar te zien is hoe ondergrondse waterkanalen de stad voorzien van water. Dan naar de Zoroastrische vuurtempel, waar een menigte mensen zich verdringt om een vlam te zien die al 1500 jaar brandt. Het geloof wordt het duidelijk uitgelegd, dat is wel boeiend. Daarna nog naar de tuin van Dolat Abat, maar afgezien van de windtoren die van onderen te bekijken is, vinden we het niet zo bijzonder. Na 8 km lopen in de hitte komen we bij in het hotel. ’s Nachts wordt een onrustige nacht omdat ze het idiote idee hebben opgevat met een enorme graafmachine enkele uren het braakliggende terrein naast de parkeerplek uit te graven; een luiddruchtig plan!

Zaterdagochtend maken we kennis met de Nederlandse Maria en haar Iraanse man Said. Heel gezellig. Daarna rijden we richting Shiraz en stoppen bij Pasargadae. Daar heeft Cyrus de Grote een fort gebouwd en hij ligt er begraven. Cyrus was een bijzonder barmhartig zo’n 550 voor Chr. En ook al stierf hij op zijn dertigste, zijn rijk strekte zich uit van Turkije tot Egypte. Als je het verhaal kent, krijgen de stenen betekenis! Einde van de middag rijden we op goed geluk het land in en vinden een heerlijk kampeerplekje tussen de wilde notenbomen. Alleen een herder komt in de verte voorbij. Morgen naar Persepolis!

We zien een heleboel in korte tijd en daar genieten we enorm van. Dankzij broer Klaas kunnen jullie meelezen want zelf uploaden kan ik deze verhaaltjes niet. Bedankt voor al jullie lieve reacties. Ik hoop dat jullie er ook wat van genieten!

Liefs,

Marijke

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s