Bedankt voor al jullie leuke reacties! Dit tweede deel liet wat op zich wachten, want hier in Griekenland is het bereik niet zo geweldig en de mifi hebben we nog niet aan de gang. Via mn telefoon hotspot dan maar…..
Op zondag 15 mei steken we over naar het vast land van Italië. Calabrië om precies te zijn. De weg vinden on de haven van Messina leek zo eenvoudig maar ik raak de kluts kwijt van de verbodsborden voor vrachtwagens en dus komen we in de verkeerde haven uit. Lastig, we zijn geen gewone camper (tot 3,5 ton) maar ook niet echt een vrachtwagen. Als we dan toch op het juiste adres zijn, laat Joost onze elektronische ticket zien, maar dat blijkt slechts een reservering. Je moet toch echt een papieren ticket hebben, pfffff. Dus tikkie terug, ticket halen en weer in de rij. We kunnen gelukkig nog mee! Ritje van niets overigens, 20 minuten. Aan de overkant rijden we snel de bergen in. De omgeving is prachtig, de weg smal en kronkelend, en de dorpjes worden steeds kleiner. We rijden het National Park Aspromonte binnen bij Gamberia, een wintersportplaatsje, en nemen na het dorp een klein weggetje verder omhoog. We vinden een prachtige wildplek (Park4Night) met fenomenaal uitzicht! Het is net wat koeler en dat is prettig. Er komt slechts af en toe een auto langs en na 20 uur wordt het stil. We zien een slang voorbij kruipen. Het gegrilde kippetje warmen we op in de Coleman oven die op het fornuis buiten past. Dat werkt best goed! Witte koolsalade erbij en klaar. Joost maakt ’s avonds een klein vuur en we slapen als ossen. We slapen lang en besluiten daarna naar een waterval te lopen. Pittig omhoog en omlaag maar de 3-traps waterval is de moeite waard! Op de terugweg komen we meerdere Duitsers tegen die vooral interesse hebben in De Chef. Dat gebeurt regelmatig! Italianen die luid toeterend ons tegemoet komen, zodat je je afvraagt wat je verkeerd doet (ik dan, hè), totdat je hun grote grijns en een duim omhoog ziet. Foto’s maken en zelf een saluut hebben we ook al meegemaakt. Zo leuk. We volgen een hele slechte en smalle weg naar de zuidkust (de ‘zool’ zeg maar) en rijden dan langs de kust. We gaan staan bij camping Koku’s. Het ziet er wat aftands uit, er ligt veel rommel en het sanitair is meest kapot, maar de locatie is top. Een ‘Armani’ type (gescheurde spijkerbroek, strak zwart shirt, zonnebril, bruin) arriveert in een grote BMW en meldt dat hij “the chief” is van het geheel. Hij is druk met het ophangen van schaduwnetten voor het seizoen (vanaf 1 juli), maar ik zou zeggen dat de rest ook nog wat werk nodig heeft! ’s Avonds komt er een bloedrode maan uit de zee. De volgende dag is een klussen dag. Joost probeert de Tank O3 eruit te halen (die onze watertank schoon houdt), maar die is ver weggestopt, een hele klus om de kop in de ontkalker te hangen! Ontkalken is hoognodig, want het is al een klomp kalk geworden. Positief is dat het ding het doet, maar dit moet echt anders. Ik probeer het nieuw aangekochte vliegengordijn korter te knopen. Verder wikken en wegen we welke route te nemen naar boven. ’s Avonds krijgen we van de Armani-man een bord vol verse visjes aangeboden, die de vissers in het donker binnenbrachten. Heel aardig, maar we slaan even over.
We willen toch een stukje van de westkust zien en dus vertrekken we naar Tropea. Vooral het laatste stuk is prachtig. Het is even puzzelen om met de camper bij de camperplaats te komen, maar dan sta je ook aan het strand en een trap verwijderd van het stadje. We doen wat we eigenlijk nooit doen, op het strand liggen, nou ja, even dan, in mn flashy nieuwe bikini. Tuurlijk is het zo heet dat je om de haverklap het water in moet, maar dat is ook lekker. Einde van de middag douchen, leuke kleren aan en rondlopen in het stadje. Het is echt een gezellige boel met veel uitnodigende (nog lege) terrassen en we worden naar ‘binnen’ gepraat bij REM (met R in spiegelbeeld). Op een binnenplaatsje weet een goed Engelssprekende dame ons een lekker menuutje voor te schotelen waarbij we de appetizer en het hoofdgerecht delen. Dat kunnen we tenminste op. Het voorgerecht van met scampi’s gevulde ravioli en gamba’s delen we natuurlijk niet! Superlekker. Flink wat euri’s armer, een ijsje op straat na en we tollen terug naar De Chef. Liggen we net lekker, begint het feest. Boven in het stadje blijkt het stadsbestuur een feestje georganiseerd te hebben. Urenlang best goeie disco, ik lig te swingen in bed. De buurman (met baby) vindt het minder grappig, heeft flinke woorden met de eigenaar (die er ook niets aan kan doen) en rijdt ’s nachts nog weg. Waarheen? Vragen we ons af. De volgende dag staat NP La Sila op het menu. Wegrijden uit de stad gaat niet zomaar met hoogtebeperkingen en krappe wegen. Geen idee wat de bedoeling is. We rijden langs de prachtige kust naar het noorden en gaan bij Limenzate bij een camperdealer langs die gesloten blijkt. Een van onze oprijblokken is gebroken, dan maar de duck-tape remedie. Ook hier is de goede doorgaande weg vinden weer lastig. Twee keer staan we compleet vast omdat alle moeders met de auto hun kind ophalen bij school en dubbel en schuin parkeren. Wat een chaos. En toeteren maar. Noordelijker wordt de weg rustiger en de omgeving mooi groen. Uiteindelijk vinden we bij Lago Arvo een mooie wildplek in een veld met witte narcissen. Het is een stuk frisser dan beneden! ’s Avonds binnen The Sinner kijken, dan maar. Joost heeft een Netgear mifi met Italiaanse simkaart aangeschaft zodat we zelf WiFi hebben; al veel plezier van gehad! De volgende ochtend lopen we een wandeling in de buurt. Italianen hebben blijkbaar toch een ander idee van nationaal park, er is veel bosbouw aan de gang en paden zijn kapotgereden. Via Cosenza rijden we over de snelweg naar het noorden en weer terug naar de ‘zool’. Bij Rocca Imperiale staan we op een mooie wildplek aan de zee, met nog 2 andere campers. De carabinieri zwaaien gemoedelijk.






Zaterdag 21/5 gaan we als echte toeristen op tijd op pad om Matera te bezoeken, door velen aanbevolen. We volgen de camperbordjes en komen op een bijna lege parkeerplek speciaal voor campers a 0,50 cent per uur. Wíj́ denken dat we vroeg zijn (10 uur), maar het oude Sassi-deel is al best druk met groepen toeristen. Van de tourist info krijg ik een kaartje met een aanbevolen wandelroute. En eerlijk, Matera is prachtig. Vroeger woonden arme mensen hier in grotten, later zijn er uit de rotsen ook woningen en kerken gemaakt. Aan de rand zie je de grotwoningen in de bergen nog. Het is warm en een biertje op het terras gaat er goed in. We doen boodschappen in de buurt en tuffen binnendoor naar Alborabello. Ook zo’n ‘must see’, hoewel vriend Kees al waarschuwde dat echt mooie trulli’s in het landschap staan en dat merken we onderweg. Trulli’s zijn ronde huisjes met een puntdak, heel karakteristiek. Om half 4 komen we op een aanbevolen camping aan en we hebben het laatste goede plekje. Tot onze verbazing staan er vooral Nederlanders, dat is nieuw! We luieren lekker, eten een salade en kaarten tot het te donker wordt. De volgende dag weer een klusjesdag. Tijdens het hotsen klotsen over de slechte Italiaanse wegen zijn we erachter welke laden en kastjes veel herrie maken (ik heb even achterin gezeten). Joost maakt extra sloten op de toiletkast, het bed en draait wat slotjes aan. De koelkast heeft ook regelmatig kuren waardoor de compressor stopt; niet zo lekker een wit wijntje van 12 graden. Ik bestudeer de handleiding en we proberen om de ondergrens van de accuspanning wat te verlagen. Dat werkt! Halleluja! Ook weet ik de kachel van thermostaat naar verwarmingsstand te krijgen. Ook beter. Nog een wasje erin en klaar is kees. We kletsen nog wat met diverse buren en dubben over de vervolgroute. Einde van de middag maken we een wandeling door het dorp dat vol met trulli’s staat (en in veel daarvan huist een souvenirwinkeltje). In de achterafstraatjes ziet het er authentiek uit. We kijken mensen met een biertje op het terras en eten een verrassend lekkere pizza met AAA-trulli-uitzicht. ’s Avonds boek ik een ferry naar Griekenland voor woensdag. Albanië, hoe mooi ook, slaan we over. Daar zijn we al geweest en we willen absoluut rustig de tijd hebben voor de Peloponnesos en Turkije. De eerste echte deadline die we hebben is de eerste week van augustus met Esaï, Carla en de kindjes in Armenië. En daarna vanaf 3e week augustus mogelijk nog twee weken Iran met Mareille, dat zou tof zijn. Verder zo min mogelijk geplan! Da’s ook beter voor mijn gemoedsrust…..;-).
Maandag 23/5 vertrekken we om nog iets van de ‘hak’ te zien. Al hebben we van meerdere mensen gehoord dat nagenoeg alle olijfbomen daar dood zijn door een bacterie en er veel gesloten is. Als ik de oprijblokken onder de auto weghaal, schrik ik me rot: een schorpioen! Het beestje nestelt zich stevig in het blok, dus ik probeer t eruit te meppen. Z’n staart gaat omhoog, maar ik win. Richting de kust zien we veel mooie trulli’s in het landschap en veel wijnranken. In een markthal scoren we een mooie lap biefstuk, aardbeien en brood. Langs de kust is het een uitgestorven boel en we eten een bammetje op het strand. Van Limoe (een gele 609) had ik een mooie wildplek gekregen, maar daar aangekomen, stonden er al 5 campers. Iets verderop bij St Isidoro gaan we aan de kust staan. Het waait flink. Joost bouwt met de tafel een windscherm en maakt een echt ‘Joost-diner’ van gebakken aardappeltjes en bief, en ratatouille van Chefke. Langs Gallipoli rijden we de volgende dag verder naar het zuiden. We zien veel chique villa’s, maar overal is het uitgestorven. We lunchen op de boulevard van S.M. Leuca en lopen naar het meest zuidelijke puntje van de ‘hak’ Punta Ristola, een zweterig wandelingetje. Bij terugkomst staat een jonge vent onze auto te fotograferen. Hij blijkt een plaatselijke lifeguard en legt uit dat de aanlandige wind voor veel klefheid zorgt. Langs de prachtige kust zijn de wegen steil en is het lastig om De Chef in toom te houden. Ik krijg het er Spaans benauwd van. Bij St Cesarea Terme gaan we op een Park4Night wildplek staan tussen oude stenen. Het pad is smal, maar het lukt Joost De Chef goed neer te zetten. We hebben prachtig uitzicht over zee. Als ik een rondje loop, kom ik alleen een slang tegen. ’s Avonds spoelen we de klefheid van ons af met een warme buitendouche, geniaal. De volgende ochtend staan we vroeg op. Wegrijden blijkt een stuk lastiger. Deze bijrijder moet nog even oefenen met het geven van aanwijzingen (gillen!). Als ik onderweg water vraag bij een benzinestation legt de man me uit dat ze geen waterleiding hebben ‘no infrastructura’, maar een tank achter slot en grendel. Water is hier een schaars goed. Aha, vandaar de waterwagen die ik zag. Verderop is wel een fonteintje, maar dat tankt wel erg lastig! Door eindeloze vlaktes met dode olijfbomen en droge velden rijden we naar Brindisi voor de oversteek naar Griekenland.
Met de ‘voet’ van Italië, mooie stukjes Calabrië, Basilicata en Puglia, sluiten we Italië af! Op naar Griekenland.
Liefs, Marijke
Mooi sfeervol, relaas! Kijk naar het vervolg.
Wat een avontuur lieverds. De Chef bevalt goed zo te lezen. Is wel een joekel hè. Veel plezier in Griekenland. Wat schrijf jij super Marijke. Dikke knuffel voor jullie van ons uit 🌧 Up Mountain.
Ha Marijke, geweldige verhalen en foto’s wederom. Dat ontkalken van de O3 tank gaat bij mij vrij gemakkelijk. Hij lag niet zo diep. Dop van de tank eraf en omhoog halen. Ik moet alleen mijn bed + matras in de hoogte houden. Ik heb daarna even getest met glaasje water. Leuk die belletjes. Ik sta nu in Bremen op een heel groot leeg plein, in de buurt van het oude centrum. Soort jaarbeursplein. Geen idee of ik hier mag overnachten, maar er staan nog een paar campers, dus ik ben er een beetje bij in de buurt gaan staan. Ik had veel meer drukte verwacht. Mag je in Italië en Griekenland vrij camperen? Ik had dat niet verwacht, maar wel leuk. Geweldig dat De Chef zoveel aandacht krijgt. Jullie hebben dat ook verdiend. Zo hard aan gewerkt en met zoveel liefde ;-). Geniet er nog lekker van, ook van de schorpioenen. Liefs, ook voor Joost natuurlijk.
Super leuk weer te lezen. Je hebt dus ook een middag op strand gelegen -:) op naar greece!
Leuk geschreven